A1 A2 - 2 Flashcards
Waar zijn Suzie en Mine?
Where are Suzy and Mine?
Where
Waar
What
Wat
Which
Welke
Who
Wie
Why
Waroom
When
Wanneer
Coffee
Koffie
When did you born?
Wanneer ben je geboren?
Brothers
Broers
Sisters
Zussen
Does Edit have borthers and sisters?
Heeft Edit broers en zussen?
How
Hoe
Mother
De Moeder
Father
De Vader
Children
Kinderen
Parents
De ouders
Husband
De man
Wife
De vrouw
Child
Het kind
Son
De zoon
Doughter
De dochter
Grandfather
De opa
Grandmother
De oma
Grandchild
Het kleinkind
Uncle
De oom
Aunt
De tante
Nephew/cousin
De neef
Niece (female)
De nicht
He is younger
Hij is jonger.
I am a parent
Ik ben een ouder.
He is tall
Hij is lang
She is short
Ze is klein
She has short, blond hair
Ze heeft kort, blond haar.
He has a glasses
Hij heeft een bril
How old is he?
Hoe oud is hij?
What are they doing?
Wat doen ze?
Where do they live?
Waar wonen ze?
Where are they now?
Waar zijn ze nu?
I live in utrecht now.
Ik woon nu in utrecht.
They are in indonesia at this moment.
Ze zijn op dit moment in ındonesia.
Do you still have visitors?
Krijgt ben je nog bezoek?