A1-A2-14 Flashcards
I am going to bed at 9.30 pm
Ik ga om 21.30 uur naar bed.
Are you joining me?
Ga je met me mee?
It is going to rain soon.
Het gaat straks regenen
I am goong to move.
Ik ga verhuizen
I will do groceryshopping
Ik ga boodschappen doen.
I will move next year.
Ik zal volgend jaar verhuizen.
The class is going to start soon.
De les gaat straks beginnen.
Will marry
Gaan trouwen
When is it going to snow?
Wanneer gaat het sneeuwen?
I will try to come on time.
Ik zal proberen om op tijd te komen
Hopefully it will not rain
Hopelijk zal her niet regenen
I would have told you about future tense but I didn’t do it.
Ik zou jullie over futurum vertellen maar ik heb het niet gedaan.
The train will depart from platform 8B
De trein zou van spoor 8B vertrekken.
The train was supposed to depart from platform 8B but it eventually departed from platform 9
De trein zou van spoor 8B vertrekken maar hij vertrok uiteindelijk van spoor 9.
We were supposed to go to the beach today but then it rained, so it didn’t happen.
We zouden vandaag naar het strand gaan maar het ging regenen, dus het ging niet door.
What would you do if there would never be tomorrow more?
Wat zou je doen als er nooit meer een morgen zou zijn?
If there never more was another tomorrow, I wouldn’t go to sleep.
Als er nooit meer morgen zou zijn, zou ik naar niet gaan slapen.
Because than I would like to know what is going to happen
Want dan zou ik willen weten wat er dan gaat gebeuren
What would you do if you have more money?
Wat zou je doen als je meer geld zou hebben?
If I had more money, I would buy a house.
Als ik meer geld zou hebben, zou ik een huis kopen.
If I had more money, I would buy a house.
Als ik meer geld zou hebben, zou ik een huis kopen
What would you do if Youtube is no longer exist?
Wat zou je doen als youtube niet meer zou bestaan?
Because
Omdat/want
When/if
Als
Toen
When(past)
Did you ever go to the us? And if so, why?
Ben jij ooit naar Amerika gegaan? En zo ja, waarom?
Yes, I went to the us because I had to present a paper.
Ja ik ben naar amerika gegaan want ik moest een papier presenteren.
Ja ik ben naar amerika gegaan omdat ik een papier moest presenteren
Why do you like spaans?
Waroom houd jij van spaans?
I like spanish because i think it sounds beautiful to me.
Ik houd van spaans omdat ik de taal mooi vind klinken.
Why did you become a teacher?
Waroom ben jij docent geworden?
I became a teacher because I like to teach my students new things.
Ik ben docent geworden omdat ik graag nieuwe dingen aan mijn studenten leer.
What do you do when you are free?
Wat ben jij doen als je vrij bent?
When I am free, I often watch series in netflix.
Als ik vrij ben, kijk ik vaak series op netflix.
What do you do if you win 1 million euros?
Wat ben jij doen als je 1 million euros wint?
If I win 1 million euros, I would only make videos.
Als ik 1 million euro win, maak ik alleen nog videos
When did you figure out your passion?
Wanneer ben je achter jouw passie gekomen?
I knew what my passion was, when I studied in Leiden.
Ik wis wat mijn passie was toen ik in Leiden studeerde.
To book
Boeken
The delay
De vertraging
The stairs
De trap
The escalator
De roltrap
The lift
De lift
The entrance
De ingang
The exit
De uitgang
Turn right
Rechtsaf
Upwards
Omhoog
Large
Groot
Cheers
Proost
I am full. I have eaten enough.
I zit vol.Ik heb genoeg gegeten.
I need to go to the toilet.
Ik moet naar de wc
Could you make a choice?
Had u een keuze kunnen maken?
Do you have vegetarian dishes?
Hebben jullie vegetarische gerechten?
Areas
Gebieden
Dangerous
Gevaarlijk
Safe
Veilig
Water
Het water
The beer
Het beer
The kid
Het kind
Certain/specific moment
Bepaald moment
Limit
Beperking
Accident
Ongeluk
Oily
Vettig
Wet
Nat
Dry
Droog
This conversation
Dit gesprek
Do you want to go to the beach or would you rather stay at home?
Wil je ga naar het strand of wil je liever thuis blijven?
I like to go to the beach because the weather is nice.
Ik wil wel naar het strand gaan want het is mooi weer.
But I am very tired and I have a big headache.
Maar ik ben heel moe en ik heb echt hoofdpijn
So I prefer to stay at home
Dus ik blijf liever thuis
How annoying! Yes then I will come to you
Wat vervelend! Ja, dan kom ik naar jou toe!
And I will cook for you
En ik zal voor je koken.
Do you want soup or do you prefer pizza?
Wil je soep of wil je liever pizza?
I would like to have pizza but that is not heathy of course
Ik wil wel graag pizza maar dat is niet gezond natuurlijk