A1-A2-18 Flashcards
Stupid
Stom
Angry
Boos/kwaad
It rains and I don’t have an umbrella with me
Het regent en ik heb geen paraplu bij me.
Song
Liedje
I go to supermarket ever week by bike.
Ik ga elke week op de fiets naar de supermarkt.
How often does it rain in your country?
Hoe vaak regent het in jouw land?
It almost never rains in my country.
Het regent bijna nooit in mijn land.
I prefer tea
Ik drink liever thee
I like to drink tea
Ik drink graag thee
I prefer watching series
Ik kijk liever series.
I like watching domentaries
Ik kijk graag documentaires.
I caught a cold.
Ik ben verkouden.
To design
Ontwerpen
Company
Companies
Bedrijf
Bedrijven
Dangerous
Gevaarlijk
Confusing
Verwarrend
It was confusing
Het was verwarrend
Still
Nog steed
Finally
uiteindelijk
Expected
Verwacht
History
geschiedienis
Story
Verhaal
His head
Zijn kopper
A strange car
Een vreemde wagen
Cheerful boy
Vrolijke jongen
The right way
De juiste manier
Evidently
Blijkbaar
Management
Beheer
Advantages
voordelen
Busy
Bezig
Uncomfortable
Ongemakkelijk
Support
Steun
Two good friends
Twee dikke vrienden
Mainly
Vooral
Prepared
Bereid
Transfer
Overstap
Destination
Bestemming
Furious
woedend
To rise
Stijgen
at the same time
Tegelijktijd
Yet
Alsnog
Unless
Tenzij
Poor
Arm
Arme
Train travellers
Trainreizigers
Shortage
Tekort
Single
Enkel
Strike
Staking
Along the bridge
Langs de brug
What does he say to you?
Wat zegt hij tegen jou?
To fly
Vliegen
Opposite
Tegenover
We live opposite a primary school.
We wonen tegenover een basisschool.
On the edge
Aan de rand
In the middle
In het midden
In the corner
In de hoek
Top left
Linksboven
Top right
Rechtsboven
Bottom left
Linksonder
Bottom right
Rechtsonder
Around
Om
Thrrough
Door
To down
Naar beneden