9e Uitbreiding Flashcards
begeleiden
acompañar
vervelen / zich vervelen met
aburrir / aburrirse de
vooruitgaan; voorschieten
adelantar
douane, douanekantoor
la aduana
aangenaam, behaaglijk (bijv)
agradable
lucht; uiterlijk; melodie
el aire
iemand, de een of ander
alguien
daar, daarheen / daar, daarheen
allá / allí
baas, eigenaar
el amo
voorafgaand
anterior
nauwelijks, met moeite
apenas
zand; arena
la arena
lift
el ascensor
aandacht, oplettendheid
la atención
echt, authentiek
auténtico, -a
toeval
el azar
schip
el barco
voordeel; gunst
el beneficio
wijnkelder; ruim (van een schip)
la bodega
fles
la botella
ezel
el burro
doosje (lucifers)
la cajetilla (de cerillas)
gaan, wandelen
caminar
inhoudsgrootte; bekwaamheid
la capacidad
kenmerkend / kenschetsen
característico, -a / caracterizar
timmerman
el carpintero
(be)straffen
castigar (g/gu)
vieren / plaatsvinden
celebrar / celebrarse
sluiten, dichtdoen
cerrar (ie)
kring, cirkel; club
el círculo
laf (bijv) / lafaard
cobarde / el cobarde
internaat; college
el colegio
commentaar
el comentario
volledig, volmaakt
completo, -a
begrip; opvatting
el concepto
bekennen / biechten
confesar / confesarse (ie)
verovering; verworven goed
la conquista
bouwen
construir (y)
vervolgen, doorgaan
continuar (ú)
glas; kelk; kruin (van een boom)
la copa
briefwisseling; aansluiting (trein)
la correspondencia
kosten (ww)
costar (ue)
toets
el criterio
wanneer? / wanneer, als
¿cuándo? / cuando
touw, koord
la cuerda
wieg; geboorteplaats
la cuna
cheque
el cheque
geven; wensen; slaan (van een klokje)
dar (doy, di, dé)
vinger
el dedo
loslaten; nalaten, verzuimen; toestaan
dejar
recht(uit) / recht
derecho, -a / el derecho
(uit)rusten
descansar
de ogen openen van; ontnuchteren / zijn dwaling inzien
desengañar / desengañarse
wanorde
el desorden
(nood)lot; bestemming
el destino
samenspraak
el diálogo
verschillend (van) (bijv)
diferente (a, de)
directeur
el director
bereid (om)
dispuesto, -a
dubbel (bijv)/ het dubbele
doble / el doble
tweehonderd
dos cientos, -as
uitgave
la edición
opheffen, verheffen
elevar
gebruik; betrekking
el empleo
stopcontact; goede relatie
el enchufe
sla, salade
la ensalada
intussen
entretanto
tijdperk
la era
schrijver
el escritor
bijzonder, speciaal (bijv) / inzonderheid (bijw)
especial / especialmente
jaargetijde, seizoen; station
la estación