8. Hoogcervicaal Flashcards
Theorie + Praktijk
Op welk cervicaal niveau zien we de eerste discus?
C2-C3
Hoeveel spierspoeltjes bevatten hoogcervicale spieren? Wat is het belang hiervan? Wat als deze beschadigd zijn?
- 100-250 spierspoeltjes per gram spier (Tegenover 1 bij bv heupspier)
- Geeft bijdrage van de proprioceptie
- Bij bv whiplash is er schade waardoor de proprioceptie minder goed verloopt. Dit leidt tot duizeligheid, instabiliteit, ijl gevoel,…
Waarom gaat nekpijn vaan gepaard met symptomen als duizeligheid, tinnitus, hoofdpijn, kaakklachten?
De kernen van de craniale zenuwen komen vertrekken allemaal samen thv de hersenstam. Daar komt dus info van het oor, CWK, aangezicht (trigeminus) samen die vaak verkeerd geïnterpreteerd worden.
Welke niveau’s zitten in de hoogcervicale wervelzuil?
- C0-C1
- C1-C2
- C2-C3
Welke proportie van bewegingen naar FL-EXT en ROT gebeurt in de HCWK?
- Fl-Ext: 25% (knikken)
- ROT: 50%
- Als iemand dus amper nog hoofd kan draaien, is wss hoogcervicaal
Wat zijn 3 kenmerken van de massae laterales van de atlas?
- Concaaf
- Antero-mediaal gericht
- Maakt dus convex-concaaf gewricht met occiput
Wat is het verloop en de functie van het ligamentum transversum atlantis? Wat bij laxiteit?
- Hangt aan arcus anterior en gaat rond de dens axis
- Neemt de dens mee naar voor bij flexie-beweging (zodat die niet op RM duwt)
- De belangrijkste functie is het beperken van flexie van het hoofd en anterieure verplaatsing van de atlas ten opzichte van de axis.
- Bij laxiteit van dit gewricht, hoogcervicale instabiliteit of syndroom van down zien we dus tintelingen in de armen/benen door druk RM
Wat kenmerkt het atlo-axiaal (C1-C2) gewricht? Welke bewegingen?
- Biconvex -> atlas maakt neerwaartse beweging tijdens rotatie
- Hier vnl. rotatie (45°)(50% van de totale cervicale rotatie)
- Beperkte Fl-Ext (12°) en verwaarloosbare LF (2°)
Wat is het verloop en de functie van het ligamentum alare?
- Verbindt het mediale aspect van de condyles occipitales met het superolaterale aspect van de dens
- Het ligament beperkt contralaterale lateroflexie en rotatie van het occiput ten opzichte van de cervicale wervelkolom.
Wat is het verloop en functie van de membrana tectoria?
- is een uitloper van het ligamentum longitudinale posterior
- Loopt van de basis van de dens naar het anterieure aspect van het foramen magnum.
- De membrana tectoria wordt maximaal op rek gebracht tijdens atlanto-axiale flexie (ja-knik).
- Dit ligament beperkt distractie van het hoofd en houdt de dens tegen in het naar achter bewegen gedurende flexie.
Wat kenmerkt het atlanto-occipitale gewricht? Welke bewegingen?
- Kogelgewricht
- Convex-concaaf
- Gevormd door condyles occipitales en massae laterales
- Stabiliteit door diepte gewrichtsvlak
- Veel flexie (25°, ja-knikbeweging, as door oren), 7° LF, 3° ROT (verwaarloosbaar)
- Bij flexie gaan condylen van occiput naar achter glijden tov massae laterales terwijl het hoofd naar voor transleert
Via welke niveau’s verloopt de cervicale rotatie?
je roteert eerst C1-C2, dan C2-C3, dan … tot C7-T1, dan pas C0-C1
Hoe verloopt de rotatie in het atlanto-axiale gewricht?
Het AA-gewricht heeft twee verschillende gewrichten die samen rotatie mogelijk maken:
- Atlantodentale gewricht: de arcus anterior pivoteert rond de dens.
- Laterale atlanto-axiale gewricht: de ipsilaterale massa lateralis van de atlas glijdt posterieur en mediaal, terwijl de contralaterale massa lateralis anterieur en mediaal glijdt.
Hoe verlopen de gekoppelde bewegingen mid- en laagcervicaal (C2-C7)?
Midcervicaal en laagcervicaal: Bij LF C3-C4 hebben we ROT gelijkgericht -> LF naar rechts, dan krijg je automatisch ROT naar rechts (belangrijk voor mobiliseren en functionele beweging
Hoe verlopen de gekoppelde bewegingen hoogcervicaal? Leg het mechanisme uit.
- Bij LF hoofd rechts
- Massa lateralis rechts C1 geeft compressie om massa lateralis rechts C2
- C2 ROT rechts (proc art transleert caudaal en post door druk)
- C1 ROT links (atlas doet de-rotatie om gezichtsvlak neutraal te houden)
- Lager: ook ROT rechts door compressie
Welke soorten hoofdpijn zien we meest als kinesitherapeut? Welke van deze 3 komt het meeste voor?
- Migraine
- Spanningshoofdpijn (meest, 20-25% vd hoofdpijnvormen)
- Cervicogene hoofdpijn
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire hoofdpijn? Geef voorbeelden.
- Primaire hoofdpijn: geen andere onderliggende oorzaak die verantwoordelijk is voor klachten pt (migraine; spanningshoofdpijn)
- Secundaire hoofdpijn: er is andere onderliggende oorzaak die secundaire hoofdpijn veroorzaak (cervicogene hoofdpijn – sinussen, neus, ogen,…; chronische hoofdpijn omv medicatie – komt veel voor)
Wat is typisch voor migraine? kenmerken, symptomen
- Vorm van primaire hoofdpijn
- Meer bij vrouwen (x3)
- Meestal rond 35j oud
- 20% vd hoofdpijnklachten is migraine
- Unilateraal
- Side shift (ene keer aan ene zijde, volgende keer andere zijde)
- Erger bij inspanning
- Misselijkheid (90%), braken
- 20% met aura (reversibel neurologisch verschijnsel)
Wat zijn de criteria om aan migraine te voldoen?
Minstens 5 gelijkaardige episodes gehad die aan volgende criteria voldoen:
- 4-72u
- Minstens 2 van deze: Unilateraal (met side-shift), kloppende hoofdpijn, matige-ernstige intensiteit, erger bij ADL
- Nausea, braken, fotofobie of fonofobie aanwezig
Welke symptomen van migraine zien we NIET bij cervicogene/spanningshoofdpijn?
- Unilateraal met side shift
- Misselijkheid en braken
- Kloppende hoofdpijn
- Matige-ernstige intensiteit
- Foto- en fonofobie
Wat is een aura bij migraine?
Reversibel neurologisch verschijnsel dat optreedt vlak voor migraine aanval, duurt 5-60min voor ontstaan unilaterale hoofdpijn.
Soorten:
- Visueel (meest): zwarte vlek, tunnelvisie, flikkeringen
- Sensorieel (meest): tintelingen
- Hersenstam: Duizeligheid, dysarthrie (spraak), tinnitus
- Motorisch: spierkrachtverlies
- Speech & language: niet meer op woorden komen
Wat is typisch voor spanningshoofdpijn?
- Vorm van primaire hoofdpijn
- Mannen = Vrouwen
- Meestal rond 35j
- 20-25% van de hoofdpijnklachten is spanningshoofdpijn
- Bilaterale band
- Voorhoofdpijn
- Gerelateerd aan stress, angst, depressie
- Geassocieerd met ergonomische factoren (houding), oververmoeidheid,…
Wat zijn de criteria voor spanningshoofdpijn?
- Duurt 30min - 7d
- Twee van de volgende: bilateraal, drukkend, milde-matige intensiteit, niet erger door ADL
- Geen nausea/braken/fotofobie/fonofobie
Wat is het verschil tussen episodische en chronische hoofdpijn (migraine, spanningshoofdpijn)?
Verschil zit bij aantal dagen per maand dat je hoodpijn hebt (cut-off = 15 dagen/maand), belangrijk voor de aanpak van de pt
Chronisch: meer nociplastisch verhaal, aanpak pt is anders dan bij episodisch, grote rol centrale mechanismen
Episodisch: we gaan opzoek naar perifere triggers die hoofdpijn initieren (spieren, vasculair, articulair,…)
- frequente: >=1dag/maand
- Infrequent: < 1dag/maand
Wat is typisch cervicogene hoofdpijn?
- Vorm van secundaire hoofdpijn
- 18% vd hoofdpijnklachten zijn cervicogeen
- Klachten CWK (vaak aspecifiek; niet op MBV)
- Hoofdpijn gepaard met nekklachten (bv. whiplash met hoofdpijn als gevolg) - Hoofdpijn beter als nekklachten beter zijn
- Stoornis beweeglijkheid CWZ (hoe meer rotatie beperkt is, hoe intenser de hoofdpijn)
- Provocatie door houding
- Unilateraal zonder side-shift
- Afwisselende duur
Wat zijn de oorzaken van cervicogene hoofdpijn?
- Trauma (whiplash)
- Degeneratieve gewrichtsaandoeningen
- Posturale strains (houding)
Hoe classificeren we hoofdpijn die afkomstig is van cervicale myofasciale triggerpunten?
“Hoofdpijn afkomstig van cervicale myofasciale pijn”
Wat zijn de criteria voor hoofdpijn afkomstig van cervicale myofasciale pijn?
- triggerpoints, myofasciale structuren
- Hoofdpijn Is ontstaan bij cervicale myofasciale aandoening
- Pijn bij druk (herkenbare hoofdpijn)
- Behandeling triggerpunten heeft effect op hoofdpijnklachten
Wat zijn de criteria voor TMJ gerelateerde hoofdpijn?
- Er is klinisch een pathologisch proces thv TMJ/kaakspieren/…
- Hoofdpijn ontstaat gelijktijdig aan kaakklachten
- Hoofdpijn erger bij kaakklachten en bruxisme enz.
- Hoofdpijn uitgelokt bij klinisch onderzoek kaakgewricht (palpatie)
Wat is het TCC en wat is zijn rol in hoofdpijn?
Trigemino-cervicaal complex
complex thv hersenstam waar info toekomt vanuit CWK (perifeer) en waar info vertrekt van N. trigeminus.
Alle spieren/facetten/vasculaire structuren geven input naar TCC -> verkeerd geïnterpreteerd als afkomstig van n. trigeminus (pars opthalmicus) -> uitstralingspijn voorhoofd
Triggers wel verschillend:
- spanningshoofdpijn -> myofasciale mechanismen
- Migraine -> vasculaire mechanismen
Wat is de functie en onderverdeling van de N. trigeminus?
CN. V, bezenuwd aangezicht; bestaat uit 3 delen:
- V1: pars ophtalmicus – voorhoofd
- V2: pars maxillaris - onder ogen
- V3: pars mandibularis - kaak, temporalisregio
Welke 3 soorten structuren kunnen secundaire hoofpijn geven?
- Articulaire structuren
- Myofasciale structuren
- Neurovasculaire structuren