3. Myofasciaal Flashcards
Theorie + Praktijk
Wat is myalgie? Hoe kunnen we myalgie onderverdelen?
Myalgie = Spierpijn
Fibromyalgie/CVS -> centraal op voorgrond
Myofasciaal pijnsynroom -> Perifere myofasciale oorsprong (Acuut of chronisch)
Acuut: Vaak lokaal probleem
Chronisch: vaak globaler
Wat zijn de 2 belangrijkste symptomen van myofasciale problematiek?
- Pijn (diepe/diffuse/brandende/spannende/drukpijn, in rust en bij bewegen)
- dysfunctie (spierzwakte, spierlengte te lang of te kort, coördinatie (samenwerking, timing))
Wat is het myofasciaal pijnsyndroom? Hoe stellen we de diagnose?
Pijn in de spier (met of zonder gerefereerde pijn) veroorzaakt door een myofasciaal triggerpunt (MTrP). Diagnose: Aanwezigheid van 1 of meerdere MTrPs in de spier.
Wat is de prevalentie van myofasciaal pijnsyndroom?
30-93% vd ptn met MSS pijn hebben ook myofasciale pijn
Wat is een myofasciaal triggerpoint?
Hyperirriteerbare nodule/spot in een palpeerbare harde streng van musculoskeletale spiervezels (taut band) met hoge drukgevoeligheid en een specifiek uitstralingspatroon.
Wat zijn de essentiële (4) en bevestigende (3) criteria van een myofasciaal triggerpoint?
Essentieel - Deze moeten aanwezig zijn om te spreken van een myofasciaal triggerpunt
- Palpeerbare taut band (gespannen spiervezels)
- Hypergevoelige zone in taut band
- Herkenbare lokale/gerefereerde pijn bij palpatie
- (Milde bewegingsbeperking)
Bevestigend - Deze bevestigen vermoeden van myofasciaal triggerpunt
- Uitstraling volgens een specifiek patroon voor dat triggerpunt
- Local twitch response (onwillekeurige lokale contractie door palpatie/insertie naald)
- (Spontane elektrische activiteit (EMG): verhoogde spieractiviteit in rust)
Welke 5 soorten myofasciale triggerpunten kennen we en wat zijn hun kenmerken?
Actief MTrP
* Pijn in rust (spontaan) en/of bij beweging, stretch of compressie
* Herkenbare pijn
* Lokale/gerefereerde pijn
* Local twitch response/jump sign
Latent MTrP
* Geen spontane pijn (enkel uit te lokken door compressie)
* Niet herkenbare pijn
* Lokale/gerefereerde pijn
* Gevoelige “spot” - klinisch rustiger
* Kan evolueren naar een actief MTrP
Primair MTrP
* Ontstaat door rechtstreekse acute/chronische overbelasting
* Hoofdverantwoordelijke voor de pijn
Secundair MTrP
* Ontstaat door mechanische overbelasting in een agonist/antagonist van een spier
* met een primair MTrP
Satelliet MTrP
* Ontstaat in een spier die ligt in de uitstralingszone van een ander MTrP
Wat zijn de sensorische, autonome en motorische gevolgen van een myofasciaal triggerpunt? Welke van deze 3 is meest storend voor de pt?
Sensorisch - meest storende en uitgesproken cluster
- Lokale pijn
- Gerefereerde pijn
- perifere/centrale sensitisatie (hyperalgesie, allodynie, verminderd gevoel, tintelingen..)
Motorisch - Deze cluster is minder uitgesproken dan sensorisch
- Spierzwakte (kracht/uithouding)
- Spierstijfheid (beperkte mobiliteit)
- Verstoorde spiercoördinatie
Autonoom - Deze normaal pas bij triggeren (soms spontaan)
- Zweten
- Lacrimatie (huilen)
- Piloerectie (kippenvel)
- Vermoeidheid
- Koude
Wat kenmerkt gerefereerde myofasciale pijn?
- Meestal SLEUTEL tot diagnose van een MFPS
- Pijn is UITLOKBAAR en REPRODUCEERBAAR bij palpatie triggerpunt
- Na inactiviteit van MTrP verdwijnt de (uitstralings)pijn
- Meestal UNILATERAAL voorkomen
- Uitstralingspijn NIET volgens segmentale / neurologische banen
Geef de primaire en secundaire oorzaken van het ontstaan van triggerpunten. Welke vd 2 meest?
Primair
Overbelasting, trauma, spiervermoeidheid, afkoeling, …
Secundair - meestal secundair!
Ander MTrP, mechanische disfunctie, viscerale aandoening, metabole en/of endocriene stoornissen, chronische aandoening, psychologische factoren
Wat zijn 12 onderhoudende factoren voor triggerpunten?
- Posturale overbelasting (houding)
- low level repitive spiercontracties
- Excentrische spieractiviteit (Veel spierschade, DOMS)
- Structurele/statiek afwijkingen (beenlengteverschil - andere belasting spieren)
- Trauma/immobilisatie (spierzwakte)
- Aanhoudende compressie vd spier (skibotten, intense foamrolling)
- Voeding (weinig evidentie)
- Viscerale disfunctie
- Stress (verhoogde algemene spierspanning)
- Metabole/systemische factoren
- Slaapstoornissen
- Psychische factoren
Wat is de pathofysiologie van triggerpunten?
De hypothese is:
Bij overbelasting spier
-> meer acethylcholine en ook meer receptoren
-> heel veel calcium
-> zolang calcium intracellulair aanwezig is blijft spier in contractie, calcium moet weg uit spiercel om actine en myosinefilamenten uit elkaar te laten gaan
-> erlengde spiercontracties
-> wanneer spier zou moeten relaxeren zijn er toch nog vezels (niet volledige spier) die in contractietoestand blijven
-> doorbloeding op microcirculatieniveau verstoord
-> minder zuurstof, nutrienten vrijgesteld
-> minder ATP aanmaak mogelijk
Er is dus nood aan calciumpompen
-> deze zijn afhankelijk van ATP
-> als deze er niet is dan kunnen pompen niet werken
-> ischemie
Wat zijn de 3 belangrijkste zaken in het myofasciaal onderzoek?
- Structuurgerelateerde palpatie (meest informatief) - is het dominant of aanvullend myofasciaal probleem?
- Spierlengtetests
- Spierkrachttests
Wat zien we in het BFO bij myofasciale problematiek?
Actief en passief:
- Verminderde ROM
- Verstoorde coördinatie
- Pijn
Weerstand:
- Verstoorde coördinatie (delay, accuracy)
- Verminderde kracht
Wat zien we in het TO bij myofasciale problematiek?
SLT
* Pijn door rek
* Verminderde ROM
MMT
* Pijn
* zwakte
Palpatie spier
* Taut band
* local twitch response
* herkenbare pijn
Wat zijn de aandachtspunten bij palpatie van myofasciale triggerpunten/taut bands?
- Niet met duim palperen maar met plat vinger (flat palpation) of pincer palpation
- Anatomie goed kennen: spieraflijning
- Palpeer dwars op spiervezelrichting
Welke 5 zaken moeten we in rekening houden bij het opstellen van een myofasciale behandeling?
- Acuut versus chronisch
- Sensitisatieprocessen (centrale sensitisatie -> eerder actieve behandeling)
- Oppervlakkig versus diep
- Lokaal versus globaal
- Primair of secundair probleem
Wat zijn onze behandeldoelen bij myofasciale pijn? (5)
- MTrP deactiveren
- Release spierspanning + functieherstel
- Preventie chronische klachten/ centrale sensitisatie
- Indien secundair probleem: oorzaak aanpakken
- Onderhoudende factoren identificeren en aanpakken
- Eerst vermindering pijn, later functieherstel (spierkracht)
Via welke technieken kunnen we myofasciale pijn behandelen? (5)
Combinatie van:
- Manuele behandeltechnieken (wat wij verder gaan zien)
- Oefentherapie
- Dry needling
- Stretching/foamrollen
- Warmte applicatie
- …
Volgens welke 6 stappen verloopt de manuele myofasciale behandeling?
- Compressie triggerpunt
- Compressie triggerpunt + taut band op lengte brengen (A, AG, P)
- Intramusculaire release (strijken,..)
- Intermusculaire release
- Stretch door therapeut (met steunpunt, CR, CRAC,..)
- Pt thuis: Stretch door pt, auto pressure release, oefentherapie, ergonomie,…
Wat zijn absolute contra-indicaties voor myofasciale behandeling? (7)
- Acute infecties
- Spoedgevallen
- Koorts
- Inname anti-coagulantia (bloedverdunners) - advies arts vragen
- Aneurysma
- Haematoom
- Instabiele fractuur
Wat zijn relatieve contra-indicaties voor myofasciale behandeling?
- Kinderen
- Psychiatrische problematiek
- Verhoogd risico op infecties (bv. Diabetes, HIV,…)
- Inname anticoagulantia
- Besmettelijke aandoeningen
- Osteoporose
Via welke mechanismen werkt myofasciale behandeling? (6)
- Verhoogde lokale doorbloeding
- Gate control theory
- Verminderde inflammatie
- Placebo
- Release triggerpunt
- functieherstel spier
Wat is de top 3 voor myofasciale schouder-nekpijn? Wat zijn de jokers?
- M. TRAPEZIUS PARS DESCENDENS
- M. TRAPEZIUS PARS TRANSVERSUS / M. TRAPEZIUS PARS ASCENDENS
- M. LEVATOR SCAPULAE
Jokers: Scaleni, splenius cervicis
Wat is O, I, N, F Trapezius pars descendens?
O:
protuberantia occipitalis externa- mediale boord linea nuchae superior occiput, lig. nuchae, proc. spinosus C7
I: posterieure boord laterale 1/3 clavicula
N: N. accessorius – cervicale spinale zenuw C3-C4
Functie:
- unilateraal: homolaterale lateroflexie, heterolaterale rotatie, elevatie schouder
- bilateraal: extensie nek
Hoe palperen we de trapezius pars descendens bij myofasciale pijn?
- Volledig ontspannen
- evt homolaterale LF
- Pincetgreep of vlakke palpatie
Wat zijn de oorzaken van myofasciale pijn van de trapezius PD? (5)
- Frequent voorkomen bij ADL
- Verkeersongeval
- Houdingsafwijking (bekkenscheefstand, scoliose)
- Werkgerelateerd: houding (secundair tgv forward head posture) / activiteit (anteflexie – abductie)
- Vaak samen met disfunctie van M. Trap. Pars Asc. en M. Levator scapulae
Wat zijn de symptomen van myofasciale pijn van de trapezius PD? (5)
- Pijn in temporale (craniale deel), suboccipitale regio (caudale deel)
- Kan leiden tot TMG- pijn/regio masseter
- Mechanisch patroon: Meestal minder klachten in rust, Toenemende klacht overdag, afnemende klachten tijdens nacht
- Evt. geassocieerd : entrapment n. occipitalis maior (pijn met neurogeen karakter occipitaal ipsilateraal)
- Triggerpunten in de trapezius pars descendens resulteren niet in een zwakte van de spier. We zien vaak een elevatiestand van de aangedane zijde. De krachttest is dus minder relevant. De bewegingsbaan en coördinatie kunnen informatie opleveren.
Wat is de DD van myofasciale pijn van de trapezius PD?
- Hoofdpijn van niet musculaire oorsprong
- Occipitaalneuralgie
- Facettaire dysfunctie C3C4 of C1C2
- MF dysfuncties MTrP M. Trap. p. ascendens, M. Levator scapulae, M. Semispinalis, M. SCM, M. Temporalis, M. Masseter
Hoe voeren we de myofasciale behandeling van de trapezius PD stap voor stap uit? Welke UH, technieken, houdingen,…?
- Pressure: in zit/ruglig/buiklig met evt homolat LF
- Pressure + beweging: flexie/LF hetero/ROT homo in zit/ruglig
- Intramusculaire release: in buiklig
- Intermusculaire release: in buiklig
- Stretch met steunpunt: in ruglig/zit
- Stretch, autorelease,…
Wat is de O, I, N, F van de trapezius PT?
Functie: superieure vezels: scapulaire adductie – krachtenkoppel voor opwaartse rotatie
Inferieure vezels: adductie scapula- stabilisatie scapula bij anteflexie/abductie arm
O: processus spinosus + lig. supraspinale C7-T3
I: laterale deel spina scapulae en acromion
N: N. accessorius (craniale zenuw XI) – C3-C4 sensorische vezels
Wat zijn de oorzaken van myofasciale pijn van de trapezius PT en PA?
- Zeer vaak actief
- Belangrijk bij houding en activiteiten waarbij schouderstabilisatie nodig is
- Bestendigheidsfactoren : posturale overbelasting, scapulaprotractie gekoppeld aan hyperkyfose, militaristische houding (met teveel retractie scapula)
- Bij overdreven krachttraining interscapulaire musculatuur - Komt ook vaak voor bij disfunctie facetgewrichten, ribben
Wat zijn de symptomen van myofasciale pijn van de trapezius PT?
- Pijn paravertrebraal of thv acromion
- Mechanisch: Overdag versterkt, ’s nachts minder pijn, Rust vermindert symptomen
Wat is de DD van myofasciale pijn van de trapezius PT?
- Dysfunctie ribben/ facetgewrichten thoracaal
- Triggerpunten in M. Rhomboidei, M. Serratus posterior superior, Erector Spinae, M. Latissimus dorsi
Wat is de O, I, N, F van de trapezius PA?
Functie: synergist laagste deel M. Serratus anterior + UT voor opwaartse rotatie
adductie en depressie scapula- stabilisatie scapula bij anteflexie/abductie arm
O: processus spinosus lateraal /lig supraspinale T4/T6-T12
I: aponeurose mediale einde van spina scapulae
N: N. Accessorius (motorische vezels), C3-C4 (sensorische vezels)
Wat zijn de symptomen van myofasciale pijn van de trapezius PA?
- Pijn in regio pars descendens
- kan suboccipitale pijn geven
- Pijn midthoracaal
- Overdag versterkend, ’s nachts minder pijn
- Rust vermindert symptomen
Wat is de DD van myofasciale pijn van de trapezius PA?
- Dysfunctie ribben/ facetgewrichten thoracaal
- Triggerpunten in M. Rhomboidei, M. Serratus posterior superior, Erector Spinae, M. Latissimus dorsi
Wat is O, I, N, F van de levator scapulae?
Functie: hoofd: unilateraal: homolaterale lateroflexie, homolaterale rotatie bilateraal : extensie schouder: elevatie schouder - neerwaartse rotatie
O: processus transversus C1-C4
I: angulus superior + deeltje mediale boord scapula
N: cervicale spinale zenuwen C3-C5- N. dorsalis scapulae
Hoe palperen we de levator scapulae best?
- Vlakke palpatie
- Arm passief in ABD ter relaxatie trapezius
Wat zijn de oorzaken van myofasciale pijn van de levator scapulae?
- Activatie bij slechte houding, aanhoudende flexiestand hoofd (bvb fietsen, lezen, …)
- Bij onevenwichtige inwerking van krachten op het hoofd (VKO)
- Soms klachten bij opstaan , tgv slaaphouding
Wat zijn de symptomen van myofasciale pijn van de levator scapulae?
- Pijn in nekhoek, kan ook uitstralen naar arm
- Vaak pijn bij contractie en /of rek (torticollis-like)
- Vaak krampachtige, doffe pijn thv margo medialis scapulae
Wat is de DD van myofasciale pijn van de levator scapulae?
- DD met MTrP van M. Trapezius p. descendens
- Dysfunctie facetgewrichten CWZ
Wat is de top 4 voor myofasciale lage rugpijn?
- M. LONGISSIMUS EN M. ILIOCOSTALIS
- M. ILIOPSOAS
- M. QUADRATUS LUMBORUM
- DIAFRAGMA
Wat is de O, I, N, F van de longissimus thoracis?
Functie: extensie + lateroflexie WZ (samen met M. Iliocostalis)
O: facies dorsalis sacrum (met M. iliocostalis), proc. spin. lumbale wervels,
proc. transv. laagste thoracale wervels
I: mediaal: proc. accessorii bovenste lumbale wervels, proc. transversi thoracale wervels
lateraal: proc.transversi bovenste lumbale wervels en de ribben tussen de anguli en tubercula
N: dorsale takken van spinale zenuwen T1-L5
Wat is de O, I, N, F van de iliocostalis lumborum?
Functie: extensie + lateroflexie WZ (samen met M. longissimus)
O: Iliocostalis thoracis: rib 7-rib 12
iliocostalis lumborum : fascia TL, proc spinosus T11-L5, facies dorsalis sacrum, lig. sacroiliacale, crista iliaca (samen met M. longissimus thoracis)
I: iliocostalis thoracis: anguli van de bovenste 6 ribben en proc. transv. 7e cervicale wervel
Iliocostalis lumborum: onderste boord angulus costae 5 -12
N: dorsale takken van spinale zenuwen T1-L5
Wat zijn de oorzaken van myofasciale pijn van de longissimus en iliocostalis?
- Lumbalgie
- Vaak bij posturale overbelasting
- Segmentale dysfunctie
- Direct trauma
- Geblokkeerde rib
Wat zijn de symptomen van myofasciale pijn van de longissimus en iliocostalis?
- Vaak beperkte en painfull arc bij flexie wervelzuil
- Vaak diepe pijn, waardoor ook rotatie beperkt is in beweging (thoracaal)
- Meest craniale MTrP straalt vaak meest distaal uit
- Laag thoracale voorkeurslocalisatie MTrP van M. Iliocostalis (thoracis) : naar ventraal uitstralende pijn
langs ribben, buik, borstkas - Distale voorkeurslocalisatie MTrP van M. Longissimus thoracis : pijn ter hoogte van SI
- Vaak in combinatie met dysfunctie M. Iliopsoas, M. Quadratus lumborum, M. Latissimus dorsi
Wat is de DD van myofasciale pijn van de longissimus en iliocostalis?
- Segmentale dysfunctie
- Sacroiliacale dysfunctie
- Radiculopathie
- MTrP diepliggende musculatuur (bv. M. Iliopsoas), glutei,…
Wat is de O, I, N, F van de quadratus lumborum?
Functie: ademhalingsspier- geforceerde ademhaling
Bilateraal : extensie wervelzuil
Unilateraal:
- Bij fixatie bekken: lateroflexie WZ - controle heterolaterale lateroflexie (excentrische contractie)
- bij fixatie WZ : homolateraal heffen bekken
- werkt bij inspiratie (stabiliseert 12e rib en lagere aanhechtingen diafragma) en geforceerde expiratie
O: aponeurotische vezels lig. Iliolumbale- crista iliaca – onderste boord 12° rib- processus transversus L1-L4, processus transversus of wervellichaam T12
I: processus transversus L2-L3-L4-L5, onderste boord 12° rib
N: T12-L1-2-3 (4) lumbale spinale zenuwen
Hoe palperen we de quadratus lumborum best?
UH belangrijk -> zijlig met benen opgetrokken
Thv L4 direct te palperen onder de huid (boven dit niveau ligt de M. latissimus dorsi ertussen)
Wat zijn de oorzaken van myofasciale pijn van de quadratus lumborum?
- Vaak door onbedachte beweging (flexie+ rotatie+ lateroflexie)
- Houding/bewegingspatroon
- Activatie door MTrP uit zelfde functionele eenheid: buikspieren, M. Iliopsoas, gluteaalspieren, hamstrings
- Koude
Wat zijn de symptomen van myofasciale pijn van de quadratus lumborum?
- Doffe, diep liggende pijn, versterkt bij rompbewegingen of scherpe, ernstige pijn
- Hoesten, niezen kan pijnlijk zijn
- Pijn bij opstaan
- Pijn kan optreden rond bekkenkam, lies, trochanterregio, onderste deel abdomen (laterale triggerpunten); SIG, gluteale spieren (mediale triggerpunten)
Wat is de DD van myofasciale pijn van de quadratus lumborum?
- Discus hernia
- SIG blokkering
- Ischialgie
- Bursa trochanterica
Wat is de O, I, N, F van de iliopsoas?
Functie: flexie heup, stabilisatie WZ, actief bij exo heup (minimaal vanuit functioneel oogpunt)
O:
M. Psoas major : T12, L1-5, discus intervertebralis, anterieur en inferieur proc. Transv lumbale wervels – samen met M. Iliacus
M. Iliacus : fossa iliaca, binnenzijde crista iliaca, bovenste oppervlak van laterale deel sacrum
I: trochanter minor femoris
N: plexus lumbalis spinale zenuwen L2,3,4