18. Pols-Hand Flashcards

Theorie + Praktijk

1
Q

Wat is het kanaal van Guyon?

A

Het kanaal van Guyon, of canalis ulnaris, is een fibro-osseus kanaal aan de ulnaire zijde van de palmaire pols. Het vormt een doorgang voor de nervus ulnaris en de arteria ulnaris van de onderarm naar de hand. Dit kanaal wordt begrensd door het os pisiforme en het os hamatum (hamulus ossis hamati) aan de dorsale zijde, en door het ligamentum carpi palmare aan de palmaire zijde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke vingers zijn door de n. ulnaris bezenuwd?

A

Pink
Ringvinger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een bennet fractuur?

A

Basis MC I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de verschillende vormen van arthrose in de vingers?

A
  • DIP = Heberden arthrose
  • PIP = Bouchard arthrose
  • Duim (CMC1) = Rhizarthrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke plaatsen zien we meestal RA?

A

CMC, MCP, PIP, Radiocarpaal, Intercarpaal (zowel handen als voeten dit)
CWZ

Nooit DIP!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 5 meest voorkomende distale radiusfracturen?

A
  • Colles/Pouteau (radius naar dorsaal)
  • Smith (radius naar ventraal/volair)
  • Barton (radius naar schuin proximaal + ant/post)
  • Die-punch
  • Chauffeur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke inklemmingssyndromen zien we thv de pols?

A
  • Carpal tunnel syndrome (meest)
  • De quervain tenosynovitis
  • Flexorpees tenosynovitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke peesletsels zien we thv de pols/hand?

A
  • Boutonnière
  • Mallet vinger
  • Flexor pees letsels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van carpal tunnel syndrome? Bij wie zien we het meest? Symptomen? Behandeling?

A
  • Tenosynovitis, tumoren, diabetes
  • Mannen middelbare leeftijd EN zwangere vrouwen
  • Paresthesie N. medianus, nachtelijke pijn, krachtsverlies en thenar atrofie
  • NSAID, mobilisatie, nachtspalk, infiltratie corticosteroiden, daarna chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Dupuytren? Bij wie zien we het? Symptomen? Plaats? Gevolgen? Behandeling?

A
  • Palmaire fibromatose: Nodulaire verdikking en contractie van de palmaire fascia
  • 50% Bilateraal, vnl mannen >50j
  • Progressieve aandoening
  • Agressief bij jongeren en aantasting radiale zijde
  • Begint met pijnloze nodule en putjes
  • Ringvinger meest aangetast, dan pink, dan middenvinger
  • Flexiecontractuur MCP (daarna PIP)
  • Chirurgische resectie strengen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is Paronychia en Felon?

A

Vingertip infecties
* Paronychia: rond vingernagel
* Felon: in pulpa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Boutonnière? Gevolgen? Behandeling?

A
  • Peesletsel central slip extensor tendon PIP
  • PIP in FL
  • DIP in EXT
  • Spalk voor 6w
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een Mallet vinger? Gevolgen? Behandeling?

A
  • Peesletsel
  • Ruptuur of avulsie extensorpees basis distale phalanx
  • Geen actieve EXT DIP mogelijk
  • Spalk 6w DIP (PIP vrijlaten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke carpale beenderen krijgen meest osteonecrose?

A
  • Os lunatum (Kienböck) -> meestal idiopathisch
  • Os Scaphoideum -> meestal post-traumatisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de ziekte van Kienböck? Bij wie zien we het? Oorzaken? Gevolgen? Behandeling?

A
  • Osteonecrose os lunatum
  • Meer bij mannen, 20-40j
  • Meestal idiopathisch
  • Pijn, krachtsverlies, bewbep
  • Partiële polsfusie, resectie proximale carpusrij, volledige polsartrodese (vastzetten gewricht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de lichtman classificatie?

A
  • Voor ernst osteonecrose os lunatum (kienböck)
  • Stadium 1: Normale RX, botscan positief
  • Stadium 2: Toename botdensiteit
  • Stadium 3A: Inzakking os lunatum
  • Stadium 3B: stadium 3A + Carpale instabiliteit
  • Stadium 4: Secundaire osteoarthrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de meest voorkomende carpale fractuur?

A

Os scaphoideum (80%) door hyperextensietrauma

18
Q

Wat is De Quervain? + Bij wie?, Oorzaken, symptomen, onderzoek en therapie

A
  • Tendinopathie/tenovaginitis/verdikking retinaculum van de APL of EPB; inklemming peesschede APL/EPB
  • Frequentste peesproblematiek pols
  • Vnl vrouwen van middelbare lft
  • O: Vaak idiopathisch/ vaak radiale polsdeviatie/ peeselongatie
  • S: Pijn bij stretch en ADL
  • KO: Drukpijn, pijn bij contractie tegen R, Finkelstein test (duim in ADD + uln dev pols - duim in je vuist) -> triade
  • T: Rust, NSAID, Kine, infiltratie, chirurgie
19
Q

Wat is het intersectiesyndroom? + Symptomen, oorzaken, therapie

A
  • Peesproblematiek thv kruising APL & EPB met ECRL pees
  • Pijn 4-8cm proximaal van tuberculum van lister
  • Door roeien, powertraining, kayak
  • RR, Kine, infiltratie
20
Q

Wat doen we in het KO voor het opsporen van Carpal tunnel syndrome?

A
  • Teken van Phalen (handen met handrug tegen elkaar naar onder wijzen voor 1min)
  • Teken van Tinel (Op zenuw kloppen thv carpale tunnel om paresthesieën uit te lokken)
  • Omgekeerde Phalen (handpalmen tegen elkaar omhoog wijzen)
  • Sensibele en motore stoornissen handspieren volair
  • Predikershand
21
Q

Welke perifere zenuwletsels thv het BL zien we? Wat is hun motorische en sensorische functie?

A
  • N. ulnaris (FCU, FDP 4&5, intrinsieke handmm.; ulnaire handrug & hypothenar)
  • N. Medianus (FCR, PL, FDS; Thenar)
  • N. Radialis
  • N. Axillaris
22
Q

In welke UH voeren we het KO vd hand uit?

A

Aan hoofduiteinde van de tafel

23
Q

Uit welke onderdelen bestaat het KO?

A
  • Inspectie (algemeen, specifiek en functioneel)
  • Oriënterende palpatief
  • BFO (actief, passief, R)
  • TO (articulair, stabiliteit, musculotendinogeen, neurogeen, vasculair)
  • Objectieve metingen
24
Q

Wat doen we in het actief BFO van de pols/hand? Wat is UH P & T?

A

Pols
* DF
* PF
* UD
* RD
* Pro
* Sup
P in zit OA gesteund, handen afhangend, VA in PRO, zo alles bilateraal uitvoeren (PRO/SUP kan met potloden)

Duim
* CMC1 FL-EXT
* CMC1 ABD-ADD
* CMC1 oppositie - repositie
* MCP1 FL-EXT
* IP1 FL-EXT
P in zit OA gesteund, handen afhangend, VA in SUP, zo alles bilateraal uitvoeren

Vingers
* FL-EXT (EB verticaal)
* ABD-ADD (EB horizontaal in PRO)

25
Q

Wat doen we in het Passief BFO van de pols/hand? Wat is UH P & T?

A

Pols
* DF
* PF
* UD
* RD
P in zit, EB gesteund in PRO, hand afhangend
T fixeert VA en pakt steeds ulnaire zijde hand vast (behalve bij UD)

Duim
* CMC1 FL-EXT
* CMC1 ABD-ADD
* MCP1 FL-EXT
* IP1 FL-EXT
* CMC1 oppositie - repositie
P in zit, EB gesteund in SUP, hand afhangend
T fixeert trapezium (behalve bij oppositie-repositie)

Vingers
* FL MCP ( VA neutraal)
* FL PIP ( VA neutraal)
* FL DIP ( VA neutraal)
* EXT MCP ( VA neutraal)
* EXT PIP ( VA neutraal)
* EXT DIP ( VA neutraal)
* ABD - ADD MCP alle vingers samen ( VA in PRO)

26
Q

Wat doen we in het R BFO van de pols/hand? Wat is UH P & T?

A

Pols
* DF
* PF
* UD
* RD
* Pro
* Sup
* VingerEXT (MCP) vanuit 90° MCP
* VingerFL (IP), aanhanken aan vingers, VA neutraal
P in zit, EB gestrekt(!) in PRO, hand afhangend
T ondersteund EB, fixeert VA

Duim
* MCP en IP FL (VA neutraal)
* MCP en IP EXT (VA neutraal)
* CMC1 en MCP ABD (VA in SUP)
* CMC1 en MCP ADD (VA in SUP)
P in zit, EB gesteund, hand afhangend
T fixeert

Vingers
* VingerEXT (MCP) vanuit 90° MCP (VA in pro)
* VingerFL (IP), aanhanken aan vingers (VA neutraal)
* ABD - ADD MCP vinger per vinger (VA in pro)

27
Q

Welke articulaire testen voor de pols kunnen we doen in het TO? Wat is het doel van deze tests? Wanneer doen we ze?

A
  • Differentiatietest DRU gewr & radiocarpaal gewr (passieve SUP en PRO)
  • Radiocarpale tractie
  • Radiocarpale translaties
  • Intercarpale translaties

Als er in BFO bewbep is, uitzoeken welk gewricht stoornis heeft

28
Q

Wat is de differentiatietest voor het DRU en radiocarpale gewricht met passieve SUP en PRO? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A

TO articulaire test pols
* P zit aan hoofduiteinde tafel, EB in FL en SUP.
* T tegenover P, pak VA vast
* T supineert VA max
* T pakt nu carpalia vast en brengt SUP torsie aan
* Nu wordt SUP VA naar submax verminderd ipv max, als klachten afnemen is het DRU & als ze toenemen is het radiocarpale gewricht
* T fixeert VA in submax SUP en brengt meer SUP torsie op carpalia, als klachten toenemen is het radiocarpaal
* Nu doen we weer carpalia naar submax en VA naar max SUP, bij toename klachten probleem DRU gewricht

29
Q

Wat is de Radiocarpale tractietest? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A

TO articulaire test pols
* P Zit alsof hij gaat armworstelen, VA in SUP
* T aan ulnaire zijde hand
* T fixeert VA en omgrijpt carpus
* T voert tractie uit loodrecht op gewrichtsvlak radius in distale, palmaire en ulnaire richting
* Evalueer pijnreductie (articular release), pijnprovocatie (kapsulaire irritatie) en evt afweerspanning

30
Q

Welke radiocarpale en intercarpale translatie voeren we uit in het toegevoegd articulaire onderzoek van de pols? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A
  • P zit OA in PRO gesteund op tafel
  • T zit aan radiale zijde bij ulnaire of centrale translatie; aan ulnaire zijde bij radiale of centrale translaties
  • T fixeert hand tegen romp en fixeert proximale gewricht
  • T transleert distale gewrichtspartner naar distaal en palmair

Translatie -> Fixatie
Radiale keten
* Scaphoideum -> Radius
* Trapezium-trapezoideum -> scaphoideum
* MCI en MCII -> trapezium-trapezoideum

Centrale keten
* Lunatum -> radius
* Capitatum -> lunatum
* MCIII -> Capitatum
* Trapezoideum -> Capitatum
* Hamatum -> Capitatum

Ulnaire keten
* Triquetrum -> ulna
* Hamatum -> triquetrum
* MC4 -> Hamatum
* MC5 -> hamatum

31
Q

Welke stabiliteitstests kunnen we uitvoeren in het TO van de pols/hand?

A
  • Scapholunate-ballotmenttest (translatie SL)
  • Test van Watson (Radiale deviatie)
  • Lunatotriquetraal-ballotmenttest (translatie LT)
32
Q

Wat is de Scapholunate-ballotmenttest (translatie SL)? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A
  • TO stabiliteitstest pols/hand voor lig scapholunate
  • P OA in PRO gesteund tegen romp T
  • T aan ulnaire zijde, fixeert hand met romp
  • T Fixeert lunatum met duim en wijsvinger en transleert scaphoideum naar dorsaal en palmair
  • Evalueer mobiliteit, pijn en afweerspanning
33
Q

Wat is de Lunatotriquetrale-ballotmenttest (translatie LT)? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A
  • TO stabiliteitstest pols/hand voor lig lunatotriquetrale
  • P OA in PRO gesteund tegen romp T
  • T aan radiale zijde, fixeert hand met romp
  • T Fixeert lunatum met duim en wijsvinger en transleert triquetrum (en pisiforme) naar dorsaal en palmair
  • Evalueer mobiliteit, pijn en afweerspanning
34
Q

Wat is de test van Watson? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A
  • TO stabiliteitstest pols/hand voor lig scapholunate
  • P OA verticaal in PRO, EB gesteund aan hoofduiteinde tafel met pols in ulnaire deviatie en lichte DF
  • T tegenover P
  • T Fixeert met duim palmair scaphoid naar dorsaal (duwen in extensiestand); vingers omvatten OA dorsaal
  • Andere hand T omvat hand P om ulnaire deviatiestand te behouden
  • T voert radiale deviatie uit bij P terwijl hij scaphoid fixeert
  • Evalueer pijnlijke klik tijdens RD = positieve test -> scheur lig scapholunate
35
Q

Welke articulaire tests voeren we uit in het TO van vingers/duim?

A
  • CMC 2-5 translatieonderzoek
  • MCP-PIP-DIP 1-5 Translatieonderzoek
  • MCP-PIP-DIP 1-5 Tractieonderzoek
  • Test collaterale ligamenten MCP 2-5
  • Test collaterale ligamenten MCP 1
  • Test collaterale ligamenten PIP-DIP 2-5 & IP 1
36
Q

Wat is het CMC 2-5 translatieonderzoek? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A
37
Q

Wat is het MCP-PIP-DIP 1-5 Translatieonderzoek? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A
38
Q

Wat is het MCP-PIP-DIP 1-5 Tractieonderzoek? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A
39
Q

Wat is de Test collaterale ligamenten MCP 2-5? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A
40
Q

Wat is de Test collaterale ligamenten MCP 1? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A
41
Q

Wat is de Test collaterale ligamenten PIP-DIP 2-5 & IP 1? Wat doen P & T? Leg volledig uit.

A
  • P in zit, OA gesteund in PRO, pols afhangend
  • T naast P, fixeer proximale gewrichtspartner
  • Eerst radiaal collateraal ligament, dan ulnair
  • Stress brengen op lig
  • Eerst met PIP/DIP in lichte flexie (0-10°) - CPP
  • Dan met PIP/DIP in 70° flexie - LPP
  • L-R vgl, Pijn, uitgesproken gapping in CPP -> positieve test