16. Schouder Flashcards
Theorie + Praktijk
Wat is kenmerkend voor een hoge irriteerbaarheid? (6)(schouder)
- pijn in rust
- pijn ‘s nachts
- niet kunnen slapen op schouder
- hoge VAS score >= 7/10 tijdens bewegen
- passief onderzoek moeten stoppen omdat er teveel pijn is hoewel er nog meer ROM is
- actief onderzoek slechter dan passief
Wat is kenmerken voor een matige irriteerbaarheid? (5)(schouder)
- soms pijn in rust
- soms pijn ‘s nachts
- VAS score 4-6/10 tijdens bewegen
- actief onderzoek ongeveer zelfde als passief
- klein beetje beperking passief onderzoek
Wat is kenmerkend voor een lage irriteerbaarheid? (6)(Schouder)
- geen pijn in rust
- geen pijn ‘s nachts
- pt kan op schouder slapen
- lage VAS score bij bewegen =< 3/10
- actief onderzoek zelfde als passief
- bij passief onderzoek kan je naar eindstand gaan en overdruk geven
Wat is het SSMP?
Shoulder symptom modification procedure
- We doen onderzoek (kan BFO of TO zijn)
- We vinden een beweging/test die pijnlijk is
- Doe nu test opnieuw met een schakel te veranderen en kijk of dit symptoomreductie geven
- Veranderen kan op verschillende niveau’s van kinetische keten: start lokaal -> eerst humeruskop, dan scapula, CWZ, TWZ, kinetische keten
- Verandert dit iets in symptomen pt? (NPRS vragen -> numeric pain scale)
Hoe kunnen we opwaartse rotatie van de scapula bevorderen tijdens oefenen?
- Shrug
- Hoge elevatiestanden
Wat is het verschil tussen hypermobiliteit, laxiteit en instabiliteit? Wat zijn AIOS, TUBS en AMBRI?
Hypermobiliteit = laxiteit = niet pathologisch (AMBRI als niet erg)
Instabiliteit = klachten (AIOS en TUBS, erge AMBRI)
Geef het spectrum van MDI.
Multidirectionele instabiliteit
- aJH (asymptomatic joint hypermobility)
- HSD (hypermobility spectrum disorder): beperkt tot MSS
- hEDS (hypermobiel Ehler danlos syndroom): genetisch syndroom, meer dan enkel gewrichten (bloeddruk, huid,…)
Welk type diagnose is HSD?
Beschrijvende uitsluitingsdiagnose
Welk type diagnose is hEDS?
Beschrijvende uitsluitingsdiagnose
Adhv welke criteria stellen we de diagnose van hEDS? (4)
- Beighton score
- Aantal typische symptomen die wijzen op weefselfragiliteit (zachte en laxe huid, abdominale hernia’s, hartklepproblemen,…)
- Familiale achtergrond
- Chronische wijdverspreide pijn
Wat is de Beighton score?
Test voor veralgemeende gewrichtshypermobiliteit. Je krijgt 1 punt per kant, bij >4,5,6 (afh lft) is het positief
- Hand op tafel en extensie MCP5 (niet PIP of DIP) > 90° (1 punt waard links en rechts)
- Duim tegen onderarm met gestrekte elleboog (1 punt waard links en rechts)
- Hyperextensie elleboog 10° (1 punt waard links en rechts)
- Hyperextensie knieen 10° (1 punt waard links en rechts)
- Handen plat op grond in stand (1 punt waard)
In welke richting zien we de meeste MDI van de schouder?
Anterieur en inferieur
Welke bewegingspatronen zijn anders bij HSD/hEDS ptn tov controle?
- Scapulaire kinematica (minder opwaartse rot en post tilt)
- GH kinematica
- Spieractiviteit (meer IS en MT, stabiliserende spieren moeten meer werken)
Welke zijn de 3 typische barrières voor therapietrouw bij thuistherapie?
- Patientgerelateerd: self-efficacy, pain catastrophizing, bewegingsangst, kinesiophobie, verkeerde verwachtingen therapie
- Kinesitherapeut: oefening goed uitleggen als therapeut, duidelijkheid, bv doorsturen naar pt filmpje
- Niveau oefenprogramma: leuke oefeningen, toegepast op hobby’s pt, nut van oefening zien
Welke zijn onze 3 hoofddoelen in oefentherapie bij ptn met MDI. Wanneer passen we welke best toe?
- Psychosociaal (hoge irriteerbaarheid, bewegingsangst)
- Spierversterkende oefeningen (matige/lage irriteerbaarheid, spierkracht probleem)
- Scapulaire kinematica (bij abnormale bewegingen scapula in KO)
Welke soort oefeningen geven we bij ptn met MDI die psychosociaal niet durven bewegen? Waarom? Geef voorbeelden
Zo veilig mogelijk, GKK, pt moet vertrouwen krijgen in schouder:
- Bench slide (veiligst)
- Wall slide
- Elevatie met exorotatie (al iets uitdagender)
Welke spieren zijn voornamelijk actief bij elevatie met exo schouder?
Lower trap en infraspinatus
Welke spieren zijn voornamelijk actief tijdens wall slides?
Weinig activiteit over algemeen, enkel pectoralis major veel actief wat niet ideaal is
Welke soort oefening zorgt voor meer posterieure tilt scapula?
Elevatie + EXO
Welk soort oefening zorgt voor meer opwaartse rotatie scapula?
Shrug
Welk soort oefening zorgt voor meer scapulaire externe rotatie?
Elevatie met gewicht
Waarop wijst laterale bovenarmpijn ikv schouderklachten?
Rotator cuff pathologie
Welke gevolgen kan repetitieve overbelasting van de schouder hebben mbt instabiliteit en RC-pathologie?
- Repetitieve belasting => microtraumata => laxiteit
- Milde instabiliteit => functioneel subacromiaal conflict vd rotator cuff => secundaire tendinopathie (vaak Supraspin)
Hoe presenteren schouderklachten zich vaak bij zwemmers?
- Supraspinatus tendinopathie door overbelasting
- Subtiele (anterieure) instabiliteitsklachten
Uit welke componenten bestaat het actief BFO van de schouder? Wat doe je als T?
- AF bilat
- ABD bilat
- Elevatie scapulair vlak bilat
- Exo functioneel (hand nek)
- Endo functioneel (hand rug)
Sta achter pt en observeer
Wat evalueer je als T tijdens het actief BFO? (5)
- Pijn
- ROM
- Coördinatie
- Bereidwilligheid pt
- Kwaliteit bewegingspatroon
Wat evalueer je als T tijdens het passief BFO? (4)
- Pijn
- ROM
- Trajectweerstand
- Eindgevoel
Wat evalueer je als T tijdens het weerstands BFO? (3)
- Pijn
- Kracht
- Integriteit motorische bezenuwing
Uit welke componenten bestaat het passief BFO van de schouder?
- AF
- ABD
- ABD GH
- HADD
- Exo (axiaal)
- Endo (axiaal)
Uit welke componenten bestaat het weerstands BFO van de schouder?
- AF
- RF
- ABD
- ADD
- Exo (axiaal)
- Endo (axiaal)
- FL EB
- EXT EB
Welke 5 testen gebruik je om SAPS op te sporen?
- Jobe (empty can)
- Hawkins-Kennedy
- Neer (anterieur)
- Painful arc
- Exo tegen R
Welke zaken kunnen schouderpijn geven?
- RC dysfunctie (tendinopathie, scheur, zwakte)
- Instabiliteit (TUBS, AIOS, AMBRI)
- Biceps-gerelateerd (Tendinopathie, tenosynovitis, SLAP)
- Gedaalde ROM (naar posterieur, anterieur of capsulair)
- Scapulaire dysfunctie (Mobiliteit, spierperformantie)
- Andere SA abnormailiteit (Calcificatie, bursitis, osteofyten)
Wat is TUBS? Wat zijn de gevolgen?
- Traumatic unidirectional bankart (leidt vaak tot bankart letsel) surgery (vaak operatie nodig)
- Is dus structurele, traumatische instabiliteit GH
- Vaak dislocaties, schouder uit de kom, bankart letsels, hill sachs-laesie
Hoe stellen we de diagnose van TUBS?
- Kine: apprehensie, relocatie test
- MBV: hill sachs-laesie op MRI te zien (bankart niet)
Wat is de noodzakelijke behandeling bij sporters met TUBS?
Chirurgische bankart repair indien ze > 2 luxaties / jaar hebben. Daaropvolgend 12-24w revalidatie:
- Aanleren bewuste spiercontrole RC (co-contractie) tijdens immobilisatiefase
- Dynamische oefeningen (eerst GKK, dan OKK)
- Functionele oefeningen
Hoe leer je co-contractie van de RC aan?
In drie stappen:
1. P in zit, doet exo tegen lichte weerstand. T palpeert infraspinatus = contractie exorotatoren
2. Idem, maar T laat los en P moet contractie aanhouden = co-contractie endorotatoren
3. Pt vragen de co-contractie uit te voeren zonder initiële weerstand T
Wat zijn mogelijke complicaties van TUBS?
Letsel N. musculocutaneus of axillaris (dus eerder lateraal deel plexus)
Wat is AIOS? Wat is vaak de oorzaak? Wat zijn de mogelijke gevolgen?
Acquired Instability Overuse Syndrome
- Functionele overbelastingsinstabiliteit GH
- Kom voor door voortdurende rek op het anterieure kapsel, vaak bij sporters (is dus onze populatie als kine)
- Vaak anterieure laxiteit, onzeker gevoel, impingementklachten RC pezen, secundaire SAPS, partiële rupturen antero-inferieure capsulo-ligamentaire complex
Hoe behandelen we AIOS?
Stabiliteit verhogen GH:
- Co-contractie RC
- RC training (focus EXO)
- Scapulothoracale training
- Diagonaalbewegingen en functionele oefeningen
- Kinetische keten en plyometrie implementeren
Wat is AMBRI? Wat zijn de oorzaken en gevolgen?
Atraumatic multidirectional bilateral rehabilitation (reageert op therapie) inferior (bij operatie moet kapsel naar inferieur gereconstrueert worden)
- GH hyperlaxiteit (ligamentair) vnl. in inferieure (dan anterieure/posterieure) richting
- Oorzaken: Aangeboren aandoening
- Gevolgen: Pt kan zelf (sub)luxeren
Welke testen in het onderzoek zullen positief zijn bij AMBRI?
- Load & shift test (anterieure en/of posterieure shift)
- Sulcus sign
- Beighton score (veralgemeende laxiteit)
Welke spier zal bij AMBRI heel belangrijk zijn om oefentherapie voor te geven? Waarom?
Deltoideus pars posterior
Bij AMBRI vnl. inferieure laxiteit, dus we willen superieure translaties bevorderen
Hoe verloopt de behandeling bij AMBRI?
- Co-contractie deltoideus aanleren (bal naar voor rollen tegen weerstand, dan lost T weerstand en aanhouden)
- GKK rekening houdend met de richting van de instabiliteit
- OKK met compressie
Wat is een SLAP laesie?
Een SLAP-laesie (Superior Labrum Anterior to Posterior) is een scheur in het superieure labrum (losgescheurd van glenoid), van anterieur naar posterieur, vaak met betrokkenheid van de lange bicepspees.
Dit is dus labrumpathologie, maar ook bicepsgerelateerd.
Wat zijn de mogelijke oorzaken van een SLAP-laesie?
- Repetitieve overheadbewegingen (Tractie biceps, bijv. bij werpsporten moet biceps afremmen).
- Acute trauma (bijv. een val op een gestrekte arm).
- Schouderluxatie.
- Degeneratieve veranderingen (leeftijd).
Bij welke testresultaten spreken we over primaire (structurele) SAPS?
- Positieve apprehension test
- Negatieve relocatietest
- Negatieve AHD test
Bij welke testresultaten spreken we over secundaire (functionele) SAPS?
- Positieve apprehension test
- Positieve relocatietest
- Positieve AHD test
- Positieve release test
Welke testen gebruiken we om RC dysfunctie op te sporen bij SAPS?
- Supraspinatus: Full can
- Subscapularis: Lift off test (Gerber), belly press test, Internal rotation lag sign
- Infraspinatus/ Teres minor: External rotation lag sign
Welke testen gebruiken we om schouderinstabiliteit op te sporen?
- Apprehensie, relocatie (provocatief)
- Anterieur: Load & shift test
- Posterieur: Test van Jerk
- Inferieur: Sulcus sign
Welke testen gebruiken we om de betrokkenheid van de biceps te bevestigen bij schouderpijn?
- Speeds test
- O’brien test
- Biceps load test
- Bicepscontractietest vanuit rek
Welke testen gebruiken we om de betrokkenheid van scapulaire dysfunctie te bevestigen bij schouderpijn?
- SAT (scapular assistance)
- SRT (Scapular relocation)
Met welke richtlijnen houd je rekening bij het geven van oefentherapie bij type 3 scapulaire dyskinesie?
Oefenen in hoge elevatiegraden
Met welke richtlijnen houd je rekening bij het geven van oefentherapie bij type 2 scapulaire dyskinesie?
- HABD uitvoeren
- romprotaties gebruiken
Met welke richtlijnen houd je rekening bij het geven van oefentherapie bij type 1 scapulaire dyskinesie?
- EXO toevoegen
- GKK vermijden
- Thoracale extensie toevoegen
Op welke manier willen we oefentherapie aanbrengen bij type 1 scapulaire dysfunctie?
Elevatie met EXO
Op welke manier willen we oefentherapie aanbrengen bij type 2 scapulaire dysfunctie?
Protractie en retractie oefeningen in 90° elevatie
In welke stappen bouwen we stabilisatietraining op bij MDI?
- Gesloten keten oefeningen met ‘lage’ belasting
- Open keten oefeningen met ‘lage’ belasting
- Gesloten keten oefeningen met ‘hoge’ belasting
- Open keten oefeningen met ‘hoge’ belasting
Leg het mechanisme uit waarom pijn ontstaat bij SAPS
Bij een subacromiaal conflict wordt een kinematisch conflict uitgelokt tussen de tuberculum majus en het acromion. Hierbij wordt gezorgd voor inklemming van de supraspinatuspees en van de bursa. Dit manifesteert zich voornamelijk met de schouder in abductie en in abductie met endorotatie positie.
Hoe voeren we de Full can test uit?
Armen in 90° elevatie in het scapulaire vlak en exorotatie, therapeut biedt weerstand tegen
elevatie.
Hoe voeren we de test van Jobe uit?
Empty can: Armen in 90° elevatie in het scapulaire vlak en endorotatie, therapeut biedt weerstand tegen elevatie.
Hoe voeren we de Hawkins-Kennedy test uit?
Arm in 90° anteflexie, therapeut voert passief een endorotatie uit terwijl de arm van de P ondersteunt wordt door arm T (hand op schouder)
Hoe voeren we de test van Neer uit?
T achter P. Arm in endorotatie, therapeut fixeert scapula in depressie (duw schouder naar beneden) en voert passief een anteflexie uit.
Hoe voeren we de apprehensie-relocatie-release test uit?
- P ruglig, T aan aangedane zijde.
- Apprehensie: Therapeut brengt passief de schouder naar ABER.
- Relocatie: In de pijnlijke positie voert de therapeut een dorsale translatie uit om de humeruskop te reloceren. Bij een subacromiaal conflict zullen de klachten afnemen.
- Releasetest: Bij het plots loslaten van de humeruskop in de apprehensie positie ervaart de patiënt opnieuw zijn typische (anterieure) klachten.
Hoe voeren we de load & shift test uit? Wat onderzoeken we met deze test?
- P in zit, T achter P.
- De therapeut fixeert de schoudertop/scapula en neemt met de andere hand de humeruskop vast (duim dorsaal, vingers anterieur). Voorafgaand aan de eigenlijke translatie wordt een druk gegeven op de humeruskop naar mediaal (en een beetje naar dorsaal) om de humeruskop te centreren in het glenoïd. Vervolgens wordt de humeruskop via de duim naar anterieur getransleerd.
- Test voor anterieur laxiteit
Hoe voeren we het sulcus sign uit? Wat onderzoeken we met deze test?
- P in zit, T naast P aan aangedane zijde
- De therapeut fixeert de schoudertop/scapula (met hand en voorarm) en palpeert tussen acromion en humeruskop (om te voelen of de ruimte opengaat). De andere hand omvat de bovenarm ter hoogte van de elleboog. De onderzoeker voert een tractie uit op de humeruskop naar inferieur en palpeert de translatie van de humeruskop.
- Test voor inferieure laxiteit
Hoe voeren we de test van Jerk uit? Wat onderzoeken we met deze test?
- P in zit, T aan aangedane zijde (begin schuin-voor en eindig schuin-achter)
- De therapeut brengt de schouder in 70°-90° anteflexie, adductie, endorotatie, elleboog 90° gebogen. De therapeut oefent ter hoogte van de elleboog een druk uit naar posterieur. Tijdens het uitvoeren van de druk brengt de therapeut de arm meer naar horizontale abductie en externe rotatie (van sagittaal naar frontaal vlak).
- Test voor posterieure laxiteit
Hoe voeren we de hyperabductie test uit? Wat onderzoeken we met deze test?
- P in zit, T achter P aan aangedane zijde
- Breng de arm passief in 90° abductie in neutrale stand tussen endorotatie en exorotatie. Therapeut geeft een neerwaartse kracht op de humeruskop. De test is positief wanneer een verschil in laxiteit gezien wordt tussen de beide zijden.
- Laxiteitstest
Wat is scapulaire dyskinesie type I? Wat is mogelijks de oorzaak?
- Anterieure tilt, Angulus inferior laat los en wordt dus prominent
- Zwakte lower trapezius, serratus anterior (doen posterieure tilt)
- Hypertonie pectoralis minor, verstijving postieure kapsel GH
Wat is scapulaire dyskinesie type II? Wat is mogelijks de oorzaak?
- Interne rotatiestand met loslating margo medialis (=> prominent); winging
- Zwakte serratus anterior, lower trapezius (doen externe rotatie)
- Houding: protractie, kyfose, endorotatiestand schouders, forward head posture
Wat is scapulaire dyskinesie type III? Wat is mogelijks de oorzaak?
- Neerwaartse rotatiestand, angulus superior prominent
- Overactiviteit upper trapezius, levator scapulae
- Verzwakking serratus anterior (met disfunctie krachtkoppel UT / SA tot gevolg)
- Minst frequent van de 3
Welke specifieke compensatie zien we bij type 3 scapulaire dyskinesie tijdens elevatie? waarom?
shrug-fenomeen omw onvoldoende opwaartse rotatie
Hoe voeren we de SAT (scapular assistance test) uit?
- P zit of stand, T achter P
- De therapeut plaatst een hand ter hoogte van de angulus inferior en de andere hand haakt
over de scapula (duim aan margo medialis). De patiënt voert de elevatie uit die klachten
uitlokte en de therapeut assisteert manueel de scapulaire beweging naar opwaartse rotatie en posterieure tilt.
Hoe voeren we de SRT (scapular relocation test) uit?
- P zit of stand, T achter P
- De therapeut haakt met een hand over de schoudertop en plaatst de voorarm tegen de
mediale rand van de scapula. De therapeut fixeert met deze hand de scapula in retractie tegen
de thoraxwand en de pijnlijke beweging wordt uitgevoerd.
Hoe voeren we een dissociatietest uit voor het scapulothoracaal vs glenohumeraal gewricht?
De patiënt ligt in buiklig, met de schouder in 90° abductie, de onderarm afhangend. Patiënt
voert een actieve exorotatie/endorotatie uit. De test wordt uitgevoerd met en zonder steun van een handdoek onder de anterieure schouder of fixatie van de bovenarm. Door de
steun/fixatie wordt de stabilisatie door het ST complex uitgeschakeld.
Wat zijn de verschillende types SLAP laesies? Hoe behandelen we ze?
- I Degeneratieve uitrafeling, biceps intact (niet te zien op MRI); Conservatief/debridement
- II Labrum loslating, biceps instabiel want origo hangt los; Labrumfixatie (kan ook conservatief)
- III Bucket-handle (labrum scheurt echt van glenoid), biceps intact; Debridement/reparatie
- IV Bucket-handle met longitudinale bicepsscheur; Reparatie/tenotomie/tenodese
Hoe voeren we de O’brien test uit? Wat onderzoeken we?
- SLAP test
- Pt in zit, Elevatie arm 90°, 10° HADD, ENDO (duim naar beneden); dan isometrische weerstand tegen elevatie
- Daarna zelfde met duim omhoog
- Bij SLAP letsel: enkel deel 1 positief;
- Indien beide positief -> niet per se SLAP, kan ook AC gewricht zijn (want beide stappen geven druk in het AC-gewricht)
Hoe voeren we de Biceps load II test uit? Wat onderzoeken we?
- SLAP test
- Pt in ruglig, 90° EB flexie, 120° ABD, supinatie; vanuit hier hoofd proberen tikken (isometrisch tegen R)
- Positief bij SLAP pijn diep in schouder
Wat is GIRD? Hoe stellen we de diagnose?
- Glenohumeral internal rotation deficit
- > 20° verschil endo of > 10° verschil totale ROM exo-endo
- Vaak zien we compensatoir toegenomen EXO
Hoe behandelen we GIRD best als kine?
- Translaties: Posterieure translatie passief vanuit eindstandige endorotatie (hand rug)(techniek om ENDO te bevorderen)
- Stretching: Sleeper’s stretch (door T of P), cross-body stretch (HADD)
- Sotf tissue technieken: Losmaken infraspinatus door balletje onder spier te leggen en endo-exo te doen in zijlig
- Mobiliteit: Actief bewegen naar ENDO met gewichtje in zijlig
- Kracht: Versterken posterieure RC (train your parachute, check your brakes)
Hoe kunnen we pectoralis minor / lower trap balans herstellen bij scapulaire dyskinesie?
- Inhibitie Pmi: EXO, OKK
- LT activatie: EXO, retractie
- Met handen open oefenen => meer MT en LT (gesloten: meer Pmi & flexoren)
Wat is extern impingement van de schouder?
= SAPS: Beknelling van structuren buiten het gewricht (zoals de supraspinatuspees of bursa) in de subacromiale ruimte. Komt vaak door structurele afwijkingen of slechte scapulaire controle.
Wat is intern impingement van de schouder?
Conflict in het gewricht. Beknelling van structuren binnen het gewricht (zoals de supraspinatus/ infraspinatus en het posterieur labrum, dus ook de weke delen tussen humeruskop en glenoid)
Wat zij de oorzaken van intern impingement van de schouder?
- door overbelasting, typisch bij werpsporters: vooral bij maximale abductie en externe rotatie (= late cocking)
- Hyperangulatie (arm voorbij lijn tussen scapulae)
Wat is hyperangulatie?
Een situatie die gelinkt is aan intern impingement van de schouder en vaak voorkomt bij bovenhandse werpsporters waarbij de arm voorbij de lijn van de scapulae gaat. Het is een kinematisch dysfunctie uitgelokt door:
- De humerus die te ver beweegt tov de scapula (bv bij anterieure instabiliteit)
- OF te weinig retractie van de scapula tijdens late cocking
Geef een voorbeeld van intern impingement waarbij de supraspinatus betrokken is.
Supraspinatus geplet tussen humeruskop en postero-superieure rand labrum => pees geïrriteerd => tendinose/tendinopathie
Welke bevindingen zullen we in ons onderzoek hebben bij intern impingement? Hoe presenteert het zich?
- Pijn posterieur in de schouder thv infraspinatuspees
- Drukgevoeligheid infraspinatuspees
- Pijn tijdens late cocking
- Apprehensie- en relocatietest positief
- Negatief: Jobe, Hawkins-kennedy, Neer
Welke schoudertest zal zowel positief zijn bij intern als extern impingement?
Apprehensie-relocatie-release: posterieur bij intern; anterieur bij extern
Hoe kunnen we met een specificiteit van 90% een SLAP laesie diagnosticeren als kine?
Combinatie van:
Apprehension, O’brien, Biceps load test alle 3 positief
OF
Apprehension, O’brien, speed test alle 3 positief
Waarom is SAPS een vorm van een extern conflict en niet intern?
Schoudergewricht = Glenoid met humeruskop. SAPS is in subacromiale ruimte en dus buiten het gewricht
Welke RC spieren zijn meest gevoelig aan tendinopathie? Hoe pak je de oefentherapie dan aan?
- Supra- en infraspinatus
- Isometrisch of dynamisch oefenen afhankelijk van irriteerbaarheid
Wat zijn de gevolgen van RC zwakte? Hoe pak je de oefentherapie dan aan?
- Leidt tot functioneel kinematisch conflicht (SAPS)
- In OEF focus op exorotatoren
Wat is suprascapular nerve pathology?
Een mononeuropathie van de N. suprascapularis (die in infra- en supraspinatus bezenuwd). Met zwakte en atrofie van deze spieren tot gevolg
Wat zijn mogelijke oorzaken van suprascapular nerve pathology?
Probleem = Tractie zenuw
- Acuut: Tramautisch door geforceerde HADD
- Chronisch: werpsporten (bv. volleyballers doen veel HADD in follow-through)
Hoe presenteer suprascapular nerve pathology zich? Wat zien we in het onderzoek?
- Vage pijn deltoideusregio en posterieur
- Nachtelijk pijn
- Zwakte SS en IS in chronisch stadium (bv zelf geen waarde 3 EXO)
- Atrofie SS en/of IS
- Pijn HADD passief
- Kan soms al aan de gang zijn zonder echte pijn (komt dan pas op het einde van het seizoen op)
Hoe behandelen we suprascapular nerve pathology?
- Een keer dat er echte neurologische atrofie aanwezig is, is het te laat.
- Vroege detectie is dus super belangrijk (krachtmetingen EXO)
- Preventieve krachttraining EXO
Hoe onderscheiden we bij krachttraining naar exorotatie de infraspinatus vs supraspinatus?
- IS: exo doen in neutral stand
- SS: exo doen in 90° ABD
Hoe verloopt deceleratie doorheen de volledige arm/schouder na werpen/slaan?
- Pols: extensoren
- Elleboog: biceps
- GH: exorotatoren
- scapulair: lower trap
Op welke manieren trainen we goed voor de deceleratiefase?
- Catching exercises (liefst in functionele houding)
- XCO
- …
Op welke manier willen we oefentherapie aanbrengen bij instabiliteitsklachten?
Zo functioneel mogelijk! (geen geïsoleerde oefeningen)
Geef een goede opbouw voor een werper om de exorotatoren op te trainen met een rekker bij instabiliteit.
- Diagonaal: rekker van schuin onder trekken naar schuin boven
- Slow throwing -> elastiek komt van voor; belasting postieure cuff groter
- Uithouding -> in ABER (ABD + EXO) houding kleine bewegingen doen naar exo-endo (elastiek voor)
- Werp-beweging snel (elastiek voor)-> je werpt niet tegen weerstand -> je remt af tegen weerstand
Hoe stellen we diagnose van een SLAP-laesie?
MRI
Welke types sporters zijn meest gevoelig aan SLAP laesies? Waarom?
- Werpers: Door afremmen OF door intern conflict (humeruskop duwt tegen labrum)
- Hangers (gymnasten, klimmers): tractie
- Natural dysplacement sporten (roeien, kayakers): continue belasting schouderhoogte
Hoe presenteren SLAP laesies zich? Wat zien we in het onderzoek?
- Localisatie pijn is diep vanbinnen
- Pijn bij overhead activities
- Klikken, crepitaties
- Dead arm syndrome (verlamd gevoel bij werpen)
- gedaalde ROM interne rotatie (GIRD)
- Positieve SAPS testen (apprehension, jobe, hawkings-kennedy, neer)
- Positieve SLAP testen (O’brien, biceps load, Speed)