21. Trainingsleer Flashcards
Vak trainingsleer + strength & conditioning LO UGent
Wat is de definitie van training?
training = planmatig gestructureerd proces waarbij op systematische wijze een ontwikkeling van de sportmotorische prestatie wordt nagestreefd
Welke 4 factoren bepalen de sportmotorische prestatie?
Lichamelijke basiseigenshappen (uith, kracht, snelheid, lenigheid, vaardigheid),
Technische vaardigheden (tactisch inzicht),
Constitutionele factoren (antropometrie, basketspeler moet groot zijn),
Persoonlijkheidsfactoren (intellect, motivatie, psychologisch)
Genetica en training hebben een grote invloed hierop
Wat is de definitie van trainingsleer?
Systematische samenvatting van de voor training en wedstrijd wetenschappelijke bevindingen, in regels en methodieken, waarmee spelers/ploeg optimaal voorbereid worden op de wedstrijd
Wat zijn belangrijkste elementen om een traniningsprogramma te maken?
- Kennis profiel sport (fysiologisch, biomechanisch), daaruit prestatiedeterminanten bepalen.
- Kennis fysiologisch profiel sporter (labo- en veldtesten)
-> afstellen op prestatiedeterminanten van de sport
Wat zijn de 6 biologische basisprincipes van training?
- Specificiteit
- Overload
- Initieel niveau & verminderde meeropbrengst
- Duurzaamheid & reversibiliteit
- Supercompensatie & periodisering
- Individuele verschillen trainingsgevoeligheid & individualisering
Wat zijn de 5 algemene oefen- en trainingsmodaliteiten?
- Type oefening
- Intensiteit
- Duur
- Frequentie en omvang
- Recuperatie
FITTR
Wat zijn verschillende prestatiedeterminanten in sport?
- aerobe uithouding (VO2max, aërobe drempel, anaërobe drempel, loopeconomie)
- Anaërobe prestatie (snelheid, wendbaarheid, sprongkracht)
Welke prestatiedeterminanten zijn belangrijk bij voetballers?
Intermittente activiteit
* Hoge VO2max (heraanvulling creatinefosfaat)
* Hoge aërobe drempel (basisconditie: ze kunnen snel lopen zonder dat dit lastig is + recupereren tussen trainingen)
* Hoge anaërobe drempel: we leggen veel afstand aan deze intensiteit af
* Hoog anaëroob vermogen (creatinefosfaat nodig voor sprintjes)
* Hoge anaërobe prestatie (snelheid, wendbaarheid, sprongkracht - wedstrijdbepalend)
Anaerobe drempel belangrijk voor middenvelder
Anaërobe prestatie (springen enz) belangrijker voor spits, keeper
Wat is het verschil tussen goede sprinters en topsprinters in wielrennen?
Topsprinters kunnen meerdere keren hoge prestaties leveren, goede sprinters vervallen na herhaaldelijke inspanning
Welke prestatiedeterminanten zijn belangrijk voor welk type wielrenner?
Sprinter, Klimmer, Tijdrijder, baanwielrenner
- Sprinter: vnl anaëroob vermogen en anaërobe capaciteit belangrijk.
- Klimmer: vnl VO2max, aërobe drempel en anaërobe drempel belangrijk.
- Tijdrijder: vnl VO2max, anaërobe drempel en weerstand belangrijk.
- Baanwielrenner: vnl weerstand, anaëroob vermogen en anaërobe capaciteit belangrijk.
Wat is de Wingate-test?
Wat bepalen we ermee?
All-out test van 30 seconden: vanaf seconde 1 alles geven.
We meten de anaërobe prestatie (sprintvermogen) -> anaëroob alactisch systeem (ATP & creatinefosfaat)
Wat is het SAGE- of SAID principe?
Biologische basisprincipes
Principe van specificiteit: fysiologische en metabole aanpassingen aan de oefeningen zijn specifiek naargelang type oefeningen, belasting, spiergroep,…
Dit kan cardiorespiratoir, spierkrachtuithouding, explosieve kracht, neuromusculair
Specifieke Aanpassingen aan Gestelde Eisen
Specific Adaptation to imposed demands
Hoelang duurt het totdat detraining toeslaat?
Sedentairen & prof atleten?
Sedentair (opbouw 8w): na 8w niets doen, alles kwijt.
Prof atleet: prestatie -20% na 8w, dan stabilisatie (comeback mogelijk)
Hoeveel tijd plan je best tussen verschillende trainingen?
aëroob (extensief, intensief), anaëroob (extensief, intensief), snelheid, maximale kracht, wedstrijd
Aëroob
* Extensief: 8-14u
* Intensief: 24-30u
Anaëroob
* Extensief: 36-48u
* Intensief: 40-60u
Snelheid: 48-60u
Max kracht: 48-72u
Wedstrijden: 48-72u
Dit is duur van herstelproces
Recuperatie verschilt tussen atleten: topatleten herstellen sneller => meer intensieve trainingen mogelijk
Welke 2 factoren bepalen recuperatie?
- Lengte, duur en omvang van de recuperatie (volledig herstel of principe supercompensatie?)
- Intensiteit recuperatie (afh van niveau, aard recup & voorafgaande inspanning)
recuperatie kan actief of passief
Bij welk 5 soorten inspanning heb je volledige recuperatie nodig?
- Coördinatie
- Maximale kracht
- Opeenvolgende wedstrijden
- Techniek
- Snelheid, reactievermogen, explosiviteit
Welke 4 soorten oefeningen kunnen we na onvolledige recuperatie?
- Snelheidsuithouding
- Krachtuithouding
- Uithouding
- Wilskracht
Wat zijn de modaliteiten voor maximale krachttraining?
80-100% 1RM
2-6 HH
4-6 reeksen
3-5min rust
vnl type 1 vezels worden aangesproken. Dit geeft een grote neuromusculaire belasting waardoor er veel recuperatie nodig is. Doel hierbij is 1 RM verhogen
Wat zijn de modaliteiten voor snelkracht?
20-50% 1RM
6-12 HH
3 reeksen
3-5min rust
Traag exc, snel conc
belangrijk voor neuromusculaire coördinatie, sneller gewicht wegwerken, krachttraining < 30% 1RM heeft weinig nut
Wat is het verschil tussen adaptaties en respons op training?
Adaptatie
Langere termijn: hypertrofie, UH, slagvolume,…
Respons
Acuut: hartslag stijgt, lactaat stijgt,…
Wat is het exercise intensity continuum?
Volledige range van intensiteit dat een individu aankan in verhouding tot de volhoudtijd.
Gaat van bovengrens (max inspanning, korte duur) tot ondergrens (rust, zitten)
Wat is het verschil tussen vermogen en capaciteit van energielerevende systemen?
Welk energiesysteem heeft grote capaciteit/vermogen?
Vermogen: Snelheid waarmee systeem ATP kan leveren
Capaciteit: Hoeveelheid energie dat systeem in totaal kan leveren
Anaëroob alactisch systeem heeft groot vermogen
Aërobe systemen hebben grotere capaciteit
Welke zijn de verschillende energieleverende systemen?
- Anaëroob alactisch systeem
- Anaëroob lactisch systeem
- Aërobe glycolyse
- Aërobe vetoxidatie
Deze systemen werken samen, de ene triggert de andere
Hoe werkt het anaëroob alactisch systeem?
Type 2x vezels
Max 3-7 sec
CP + ADP -> ATP + C
Hoe werkt het anaëroob lactisch systeem? (glycolyse)
Type 2a & 2x vezels (ook beetje type 1 vezels)
Max 2-3min
Glycogeen -> 2/3 ATP + Pyruvaat (of melkzuur)
Systeem vind plaats in cytoplasma (niet mitochondriëen!)
Hoe werkt de aërobe glycolyse?
Type 1 en type 2a vezels
Tot 90min
Glycogeen -> pyruvaat + O2 -> 38 ATP + CO2 + H2O
Systeem vind plaats in mitochondriëen (krebscyclus)
Ook mitochondriale oxidatie genoemd
Hoe werkt de aërobe vetoxidatie?
Type 1 vezels
Meer dan 90min
VVZ + O2 -> 128 ATP + CO2 + H2O
Vetzuren verbrand in vuurtje KH (max 60% vetten)
Hoe kwantificeren we anaëroob vermogen?
- Spronghoogte squat jump
- Piek wingate-test
Hoe meten we anaërobe capaciteit?
- Herhaaldelijke sprongen (bosco jump test): 10x na elkaar springen & totale hoogte meten
- Verval wingate-test
Wanneer is de lactaatconcentratie maximaal?
- Hoogste bij 400-800m sprints (anaëroob lactisch & alactisch systeem)
- Hoogst 2-6min na zeer grote inspanning
Concentratie-gradiënt 75% bloed (waar we meten) tov spier (waar het aangemaakt wordt)
Wat is MET?
Metabole equivalenten: liggen = 1 MET = 3.5 ml/min.kg
Wandelen, ADL = 3.5 MET = 12 ml/min.kg
Dus bij VO2max van 14 ml/min.kg zal een activiteit van 3.5 MET zeer lastig zijn
Hiermee kunnen we ook de calorie-verbranding meten: aantal MET activiteit * gewicht (kg) * tijd (uur) = Kcal
bv: joggen (6 MET), 60kg, 2u -> 6 * 60 * 2 = 720 Kcal
Welke factoren hebben een invloed op de VO2max?
- Genetica
- Training (25%)
- Gewicht (ml/min.kg)
- leeftijd (daalt vanaf 30j bij sedentairen, bij training stabiel tot 40-45j)
Cardiac output is limiterende factor voor VO2max
Welke zijn de 4 intensiteitsdomeinen met respectievelijke grenzen?
Moderate (wandelen)
Aërobe drempel
Heavy (lopen)
Anaërobe drempel
Severe
VO2max
Extreme
Wat gebeurt er wanneer we in het moderate intensiteitsdomein sporten?
mbt O2-verbruik en lactaatconcentratie
We bevinden ons onder de aërobe drempel. ATP wordt aëroob geleverd, O2-verbruik stijgt tov rust. Als we sneller gaan zal dit O2-verbruik proportioneel stijgen, zolang we onder de drempel blijven. Stijging is 10 ml/min per Watt.
Lactaatconcentratie blijft constant
Wat gebeurt er wanneer we in het heavy intensiteitsdomein sporten?
mbt O2-verbruik en lactaatconcentratie
We bevinden ons boven de aërobe drempel. Lactaatconcentratie stijgt en bereikt dan een steady state. De efficiëntie daalt: we hebben verbruiken meer zuurstof, nl. 14 ml/min.W
Wat gebeurt er wanneer we in het severe intensiteitsdomein sporten?
mbt O2-verbruik en lactaatconcentratie
We bevinden ons boven de anaërobe drempel. Zuurstofverbruik krijgt geen steady state (deze blijft stijgen tot VO2max). Ook lactaat stijgt tot maximale waarde. Hier hebben we > 14 ml/min.W zuurstof nodig.
Wat is GET?
Gas exchange threshold = aërobe drempel = vetdrempel = LT1.
Scheidt moderate & heavy domain
Wat is CP?
Critical power = anaërobe drempel = LT2 = verzuringsgrens = maximal metabolic steady state.
Scheidt Heavy & extreme domain
Anaërobe drempel betekent niet dat inspanning op anaëroob systeem werkt. We kunnen deze inspanning 30-45min volhouden, dus is deze inspanning aëroob. Maximal metabolic steady state of threshold seperating heavy from severe is goede beschrijving.
Welke spiervezelstypes gebruiken we wanneer we de aërobe drempel overschreiden?
Welke invloed heeft dit op de energiesystemen?
Wanneer we in het heavy domain komen, zullen volgens het size pinciple meer type IIa vezels gerekruteerd worden. Er zal via de glycolyse een hogere productie pyruvaat plaatsvinden, met overflow krebscyclus tot gevolg (omdat IIa vezels minder mitochondriën hebben). Hierdoor is er een procentuele stijging van lactaat & H+, wat weggebufferd wordt door HCO3-. Er wordt meer glycogeen gebruikt ipv vvz.
Deze stijging in lactaat is dus LT1 & kan vastgesteld worden in lactaattesten wanneer deze stijgt van de rustwaarde (1.5-2 mmol/L)
Welke spiervezelstypes gebruiken we wanneer we de anaërobe drempel overschreiden?
Welke invloed heeft dit op de energiesystemen?
We gebruiken steeds meer type 2a & type 2b vezels (size principle). Dit zorgt voor een grote stijging van H+, Wat nu niet meer weggebufferd kan worden -> daling pH -> verzuring
De anaërobe drempel is dus de hoogste intensiteit waarbij even H+ gemaakt wordt, als weggebufferd
Wat is ‘tegen de muur aanlopen’ in bv een marathon?
We lopen boven de anaërobe drempel (normaal kunnen we dit 30-90min volhouden met goede voeding, totdat glycogeenvoorraad intramusculair op is)
Wanneer we dit te lang doen is de glycogeenvoorraad dus op, we schakelen over op vetten (met tragere ATP turnover) => intensiteit zal snel verlagen
Wat is de MaxLass test?
** Maximal lactate steady state **
Test voor opzoeken anaërobe drempel. We laten sporter 30min aan constant wattage rijden & meten lactaatniveau iedere 5min. Als het verschil tussen min 10 en min 30 in lactaat minder dan 1 mmol/L is, definiëren we dit als steady state (dus onder anaërobe drempel) => we testen opnieuw met 1 dag tussen tot we geen steady state zien.
Deze test is dus niet ideaal aangezien de sporter 3x moet komen & 3x een zware inspanning moet doen
Wat is het Critical power model?
aka critical velocity model
Test voor anaërobe drempel te bepalen.
We laten de sporter 3-5 max inspanning van 2-20min uitvoeren, dit is dus boven de anaërobe drempel.
Dit geeft een hyperbole relatie tussen inspanning (Power) en volhoudtijd.
De critical power is dan de asymptoot aan deze relatie (wat de sporter mathematisch oneindig lang kan)
In welke zone laat je een sporter een marathon lopen?
Dit is een inspanning van >90min dus tussen de aërobe en anaërobe drempel. Waar precies hangt af van conditie van de sporter: wie sneller loopt doet er minder lang over dus kan dichter bij de anaërobe drempel lopen.
Wat zijn drie redenen waarom men een inspanningstest doet?
- Prestatiediagnostiek (hoe snel zal ik kunnen lopen)
- Hoeveel progressie kan ik nog maken?
- Trainingszones bepalen
Hoe kan je vanuit een inspanningstest afleiden of je atleet nog kan verbeteren?
- VO2max nog verbeteren (sinds wanneer & hoeveel traint de sporter)
- Aërobe drempel: kan getraind worden tot 70% van VO2max
- Anaërobe drempel kan getraind worden tot 90-92% VO2max
Hoe kunnen we de aërobe en anaërobe drempels beïnvloeden?
Positie van de drempels is puur trainen (moderate domain is fundament huis, heavy 1e verdiep & severe 2e verdiep -> fundament belangrijk)
Het is dus belangrijk om fundament op te bouwen en niet steeds tussen de drempels te trainen
Waarom nemen we geen inspanningstesten af 1 dag na zware inspanning?
- lactaatwaarde zal initieel lager zijn & nooit stijgen tot wat het normaal kan
- Intramusculair glycogeen zal nog uitgeput zijn
Wat zijn de trainingszones rekening houdend met Wattages?
- Recuperatie
- LSD (long slow distance)
- EDT (extensieve duurtraining)
- IDT (intensieve duurtraining)
- Threshold
- LDI (long duration interval)
- SDI (short duration interval)
- SIT (sprint interval)
Wat zijn de trainingszones rekening houdend met hartslag?
- Recuperatie
- LSD (long slow distance)
- EDT (extensieve duurtraining)
- IDT (intensieve duurtraining)
- Threshold
- HIIT
Hoe trainen we in de zone EDT en wat is het doel?
** Extensieve duurtraining**
* We trainen korter dan LSD (bv 1u lopen), tegen of net voorbij aërobe drempel
* Doel = max verbruik vetten, AT opschuiven
Hoe trainen we in de zone IDT en wat is het doel?
** Intensieve duurtraining **
* Lange blokken / langere training aan hogere intensiteit tussen de drempels
* We rekruteren meer type 2a vezels waardoor het glycogeenmetabolisme begint te werken
* Prestatie AT verbeteren
* AnT drempel verbeteren
Waarom zijn er verschillende trainingszones als het over wattage of hartslag gaat?
In de hoog-intensieve zones (boven anaërobe drempel) heeft hartslag weinig zin, want die kan niet snel genoeg stijgen. Wattages kunnen wel een onderscheid maken in deze zones.
Hierdoor beter dus geen hartslag gebuiken bij intervaltraining
Hoe trainen we in de zone LSD en wat is het doel?
** Long slow distance **
* we trainen redelijk stuk onder aërobe drempel om er zeker niet over te gaan. 60-80% HFmax.
* Doel = vermoeidheidsdrempel uitstellen, basisuithouding, prestatie aërobe drempel, type 1 vezels
Hoe trainen we in de zone threshold en wat is het doel?
- Tempo inspanningen 30-90min (99% aëroob)
- prestatie AnT, VO2max, 2a vezels, buffercapaciteit
Hoe bepalen we best de maximale hartslag zonder een inspanningstest af te nemen?
Sporter laten 5min vollebak lopen -> max hartslag.
Hier kan je dan de zones op afstellen.
Vanaf welke tijd is een inspanning grotendeels aëroob?
vanaf 2min inspanning is sws > 50% aëroob
In welke zone lopen we een halve marathon?
Rond de anaërobe drempel (90min)
Wat is het aandeel aëroob en anaëroob bij 1500m lopen?
Duur: ong 4min30
- 70% aëroob
- 30% anaëroob
Hoe verloopt de pacingstrategie bij de meeste wedstrijden van middellange duur?
middenlange duur = 1500m, 3000m, roeien,…
* Pacing loopt parabool:
* snelle start
* midden constant (rond anaërobe drempel om lactaat constant te houden)
* Eindsprint
Wat zijn de belangrijkste prestatiedeterminanten voor 1500m lopers?
- VO2max
- lactaattolerantie
- anaërobe drempel
Wat is TID?
Training Intensity Distribution
Hoeveel tijd besteed sporter aan welke intensiteit over zijn training
Wat is het drempel model?
Groot aandeel van volume (50-60%) wordt tussen de drempels (LT1 & LT2) besteed
Welke zijn de bekendste modellen voor TID?
- Drempel model (threshold model)
- Gepolariseerd model
- Pyramidaal model
Wat is het risico van het drempelmodel?
Fysiologische risico’s: als sporter 12x traint zal hij 7x snelle trainingen uitvoeren.
Deze inspanningen zijn gericht op glycogeen als substraatverbruik (in cytoplasma omgezet in pyruvaat)
Hierdoor wordt intramusculair glycogeen dag na dag uitgeput, terwijl deze 24-48u nodig heeft om heraangevult te worden.
Dit lijdt tot glycogeendepletie & dus overreaching
Daarnaast zal ook OS beïnvloed worden
Wat is HRV & hoe interpreteer je het?
Hartslagvariabiliteit
* Hartslag aangestuurd door autonoom zenuwstelsel (laag -> PS meer actief; hoog -> OS meer actief)
* Als we goed uitgerust zijn, zal autonoom zenuwstelsel prikkelbaar zijn, dus zijn OS en PS allebei actief & is de HRV hoog. Dit is dus goed
* Als we moe zijn zal HRV dalen, dit betekent dat de belasting te hoog is
Wat is het gepolariseerd model?
Veel trainen onder LT1, dan op juiste momenten HIIT boven LT2
Bij welke sporten laat je je sporter gepolariseerd/pyramidaal trainen?
Elke sport die meer dan 50% aëroob is (dus vanaf 800m, 2min & langer)
Vanaf wanneer trainen we met blokjes (interval) & waarom?
Vanaf inspanningen boven de anaërobe drempel, zo kunnen we meer volume doen aan deze snelheden.
Hoelang zal een sporter een inspanning kunnen volhouden op zijn VO2max-intensiteit?
5 minuten
Wat is de definitie van HIIT?
High Intensity Interval Training
* HIIT = Repeated bouts of short to moderate duration exercises (5s-10min)
* Completed at an intensity greater than the anaerobic threshold,
* Seperated by brief periods of low-intensity work or inactivity, This allows partial (often not full) recovery
Wat zijn de aandachtspunten bij het toeschrijven van intervaltraining?
- Intensiteit blokken aangeven
- Lengte blokken
- Intensiteit recuperatie (passief, actief)
- Lengte recuperatie (volledig, onvolledig)
- Aantal herhalingen
Wat zijn de verschillende vormen intervaltraining?
- Lange intervallen
- Short intervals
- Repeated sprints
- Sprint intervals
Aan welke intensiteit voeren we lange intervallen uit?
- Vanaf anaërobe drempel tot net boven VO2max snelheid (110%) (dit is snelheid incrementele inspanningstest)
- blokken van 1-10min
Aan welke intensiteit voeren we short intervals uit?
- Vanaf snelheid incrementele inspanningstest (VO2max) tot 120-130% VO2max
- Blokken tot 1min
Aan welke intensiteit voeren we repeated sprint training uit?
- Vanaf 120% VO2max tot 180% VO2max
- 3-10s
- meer bij teamsporters
Aan welke intensiteit voeren we sprint intervals uit?
- Vanaf 160% VO2max tot All-out
- 20-60s
Hoelang moeten we recupereren na een sprint?
- ATP & CP zijn na 10s volledig uitgeput
- Deze vullen zich exponentieel terug aan: na 30-40s is 60-70% aangevuld met behulp van O2
- Voor de laatste 30-40% hebben we 3-6min in totaal nodig
Wat is het verschil mbt actieve & passieve recuperatie bij intervaltraining?
- Actief: lactaat wordt sneller afgebroken, dus pH zal sneller op basisgehalte komen. Bij passief zal lactaatconcentratie langer hoog blijven
- Actief: O2-verbruik zal zakken, maar zal niet tot rustwaarde gaan zoals bij passief
Waar moeten we op letten bij het voorschrijven van VO2max training?
- Sporter kan dit 5min aan 1 stuk volhouden
- Het duurt 1min tot O2 verbruik op VO2max waarde zit => blokken goed kiezen
- We zullen dus kiezen voor lange intervallen (2-4min in dit geval)
- We moeten 8-12min op VO2max lopen, willen we VO2max verbeteren
- Actieve recuperatie om O2-verbruik niet te laten zakken tot rustwaarde (sneller VO2max terug bereiken)
Waar moeten we op letten bij het voorschrijven van training om alactisch vermogen/capaciteit te verbeteren?
- Dit is sprinter die wilt werken op pieksnelheid => we willen ATP maximaal uitputten & dan volledig weer laten aanvullen voor volgende herhaling (6-7min rust)
- Zo kan hij zelfde snelheid halen, dus hogere trainingskwaliteit
- Inspanning 6-10s (repeated sprints)
- Recuperatie kan actief of passief (eerder passief)
Wat is belangrijk mbt belastingsdynamiek?
Er moet een balans zijn tussen overload en recuperatie:
* niet elke dag hetzelfde
* dagen van overload afwisselen met recuperatie
* Ook variatie in weken
Hoe kunnen we trainingsbelasting kwantificeren? Waarop moeten we letten?
TL = V x I
* Volume = aantal kilometers/minuten
* Intensiteitsfactor is ingewikkelder: naargelang hoe intens je training is vermenigvuldigen we meer of minder (lineair of exponentieel)
- Het is belangrijk dat je altijd op dezelfde manier de trainingsscore maakt!
- Trainingsbelasting op weekniveau (dag tot dag) en op langere termijn (week tot week) goed afstellen
- Elke kilometer die gelopen wordt vermenigvuldigen met die IF
Wat zijn de intensiteitsfactoren als we trainingsbelasting lineair willen bepalen?
Lineaire IF
* RT = 0,5
* EDT = 1
* IDT = 2
* Threshold (EITa, aëroob) = 3
* EITb (weerstand) = 4
* IIT = 5
Wat zijn de intensiteitsfactoren als we trainingsbelasting exponentieel willen bepalen?
exponentiële IF
* RT = 0,5
* EDT = 1
* IDT = 2
* Threshold (EITa, aëroob) = 4
* EITb = 7
* IIT = 12
Wat is een 3-1 cyclus bij belastingsdynamiek? (Uithoudingstraining)
- 3 weken belasting opbouwen
- 4e week recupereren (40% minder load)
- We stijgen ong 10% per week bij sporten met hoge mechanische belasting (lopen)
- Bij fietsen, roeien,.. kunnen we evt 20% stijgen per week
Wat is een motorische eenheid? Verschil FT en ST?
Een motorisch neuron bezenuwd via axonen verschillende spiervezels, dit is een motorische eenheid.
* FT -> grotere motorische eenheden -> direct grotere krachtproductie
* ST -> kleinere motorische eenheden -> kleinere veranderingen in geleverde kracht mogelijk (houding)
Hoe is een skeletspier opgebouwd?
- Een skeletspier bestaat uit spiervezels die als spierbundels samengepakt zitten. (De spiervezels zijn omgeven door capillairen, die zuurstof brengen naar de spiervezels en mitochondriëen.)
- Deze spiervezels bestaan uit myofibrillen met sarcomeren
- sarcomeren zijn de kleinste contractiele eenheden van een spier, ze bestaan uit myosine- en actinefilamenten
- Myosinefilamenten zijn relatief dik
- actinefilamenten zijn dunner
Hoe komt contractie tot stand in een spier?
- ATP wordt gesplitst in ADP en een energierijkefosfaatbinding in het troponinehoofdje van myosine. Dit laat het fosfaat los en bindt aan actinefilamenten. Het troponinehoofdje ondergaat structurele veranding, wat lijdt tot power stroke (spiercontractie)
Wat is het belang van sarcoplasmatisch reticulum in de spiervezels?
Productie calcium wat belangrijk is voor het creëren van een actiepotentiaal bij spiercontractie
Wat is de functie van mitochondrieën in de spiervezels?
ATP-productie door middel van ademhaling
Welke systemen kunnen ATP maken?
- Beta-oxidatie (vvz)
- aërobe glycolyse (mitochondriëen)
- anaërobe respiratie (verzuring)
Wat is de definitie van kracht?
Kracht is de eigenschap van een spier om door het ontwikkelen van spanning samen te trekken tegen een uitwendige weerstand
Wat is velocity based training? (krachttraining)
Contracties uitvoeren met maximale snelheid, als snelheid daalt reeks stoppen
Wat is vermogen? (Krachttraining)
Kracht x Snelheid
belangrijk voor prestatie die sporter zal leveren, hoger vermogen => betere prestatie
Definieer maximale kracht
De hoogste kracht die een spier kan ontwikkelen bij een willekeurige contractie.
Wat is de 1RM?
Maximale gewicht dat je op een technisch correcte manier 1x kan verplaatsen
Wat is krachtreserve?
De grenskracht min de maximaal willekeurige kracht.
Met een willekeurige contractie kunnen we slechts 70% van de spiervezels rekruteren
Hoe kunnen we de maximale kracht verhogen?
- Hypertrofie (grenskracht en max kracht zal stijgen, krachtreserve blijft gelijk)
- Neuromusculaire adaptaties (max kracht zal stijgen zonder dat grenskracht stijgt) => je massa zal niet toenemen -> sporten waar gewicht van belang is
Wat is snelkracht/explosieve kracht?
de eigenschap van het spier-peessysteem om weerstanden met een zo groot mogelijke contractiesnelheid te overwinnen
Wat is het verschil tussen snelkracht en explosieve kracht?
Bij snelkracht overweegt de snelheid, bij explosieve kracht overweegt gewichtscomponent
Wat is elastische kracht?
de snelkracht in de rek-verkortingscyclus. De eigenschap om vanuit een excentrische contractie zo snel mogelijk over te gaan in een concentrische contractie.
Dit komt veel meer voor in de sport dat zuivere snelkracht/explosieve kracht
Waarom kunnen we hoger springen bij een counter-movement jump dan bij een squat jump?
- Door excentrische contractie van de spiervezels hebben we hogere rekrutering (zonder dat hersenen eraan te pas komen, vgl patellapeesreflex) -> reflexboog
- Spier-peessysteem is soortvan rekker-systeem -> bij excentrische contractie zal dit op rek gebracht worden, bij concentrische contractie laten we rekker lost => elastische energie komt vrij
- Squat jump = doorbuigen, 5sec blijven staan (excentrische contractie weggewerkt), dan springen
- Counter-movement jump = explosief doorbuigen en krachtig springen
Wat is duurkracht/krachtuithouding?
Duurkracht of krachtuithouding: de eigenschap om een krachtinspanningen zo lang mogelijk vol te houden of een zo groot mogelijk aantal herhalingen binnen bepaalde tijd uit te voeren.
Roeien, zwemmen, kajak
Met welk materiaal trainen we isotoon/dynamisch?
Krachttoestellen (fitness), losse halters, lichaamsgewicht, medicine ball, rekkers,…
Wat is het CAM-systeem bij krachttraining?
Om spiertonus gelijk (isotoon) te houden is katrol niet rond maar soortvan ovaal zodat tonus spier steeds gelijk kan blijven naargelang hoe gewricht verandert
Wat is de negatief dynamische methode?
We werken excentrisch met een gewicht groter dan de max kracht. Dit zorgt voor hypertrofie maar ook zeer grote micro-traumata en dus DOMS.
We gebruiken dit in praktijk niet veel
Wat zijn de voor- en nadelen van de isotone/dynamische methode van krachttraining?
Voordelen
* Goede krachttoename
* We kunnen sportspecifiek werken (open keten)
* Intra- en intermusulaire coördinatie verbeteren (vnl bij open keten)
* We kunnen veel soorten kracht trainen
Nadelen
* Zonder CAM-methode geen maximale krachtwinst
Vanaf wanneer laten we kinderen beginnen met krachttraining?
Hoe vroeger hoe beter. initieel met eigen lichaamsgewicht.
Vanaf ong 10j kan techniek van open keten oefeningen aangeleerd worden (bv squat met bezemsteel in nek)
=> super veel voordelen
Hoe bepalen we de 1RM?
- Via trial & error
- Extrapolatie 1RM door met ander gewicht bepaald aantal herhalingen te kunnen
Welke effecten willen we bekomen bij verschillende intensiteiten van krachttraining?
- 80-100% -> Neuromusculaire adaptaties (maximale kracht)
- 60-80% -> hypertrofie, basiskracht, explosieve kracht
- 20-60% Krachtuithouding, snelkracht
Wat is basiskracht?
Initiële krachttraining bij beginnelingen om lichaam te versterken en klaar te maken voor volgende stap in krachttraining
Hoe bepaal je hoeveel rust je geeft tussen reeksen bij krachttraining?
afhankelijk van welke vorm kracht je traint -> nadenken over welk energiesysteem gebruikt wordt:
* 5 contracties van 3 sec = 15sec => anaëroob alactisch
* Langere reeksen -> lactaateleminatie belangrijk
Hoeveel rust geven we bij neuromusculaire krachttraining tussen reeksen? Waarom?
We willen meer spiervezels rekruteren & coördinatie tussen spiervezels verbeteren
=> we willen spiervezels elke reeks optimaal kunnen activeren, er moet dus veel ATP beschikbaar zijn
=> ATP volledig geregenereerd na 3-5min, dan doen we 4-5 herhalingen
Dit doen we via verticale sequentie om meer recuperatie te bieden.
Maximale kracht, snelkracht, explosieve kracht zijn vormen van neuromusculaire training
Wanneer organiseren we onze krachtsessies volgens verticale sequentie?
Wanneer er meer recuperatie nodig is (3-5min). We gebruiken dan andere spiergroepen bij de verschillende oefeningen: Power, max kracht (neuromusculaire adaptaties)
Wat is power?
Snelkracht/explosieve kracht
Wanneer organiseren we onze krachtsessies volgens horizontale sequentie?
Wanneer we spier willen uitputten om zo een mechanische/metabole prikkel te geven. We werken dan met onvolledige recuperatie (30-60s):
Hypertrofie, krachtuithouding