7. Regeling

Question 1

Hoe wordt de systemische bloeddruk geregeld?

Answer 1

1) Korte termijn controle: seconden tot minuten
- via neurale reflexen
- mechanismen die inwerken op hart, bloedvaten en bijniermerg
2) Middellange en lange termijn controle: uren tot minuten
- mechanismen die inwerken op regeling extracellulair volume

Question 2

Wat is de hoge druk baroreceptor reflex?

Answer 2

Een negatieve feedbackloop die bij een hoge bloeddruk zorgt voor bradycardie en vasodilatatie. De stretch-gevoelige baroreceptoren zijn naakte sensorische zenuwuiteinden in de wand van de sinus caroticus (50 tot 200mmHg) en de arcus aortus (110 tot >200mmHg), tussen de elastische lagen. De signalen zijn frequentie-gemoduleerd: hogere druk → hogere frequentie → meer rekrutering zenuwuiteinden.
- OS: inhibitie vasomotorzone → vasodilatatie bij hoge druk
- PS: activatie cardioinhibitorische zone → bradycardie bij hoge druk
→ verlaging bloeddruk!

Question 3

Wat is de chemoreceptor reflex?

Answer 3

Perifere chemoreceptoren (thv. glomuscellen en aortaboog) voelen primair een daling in de zuurstof druk, ze zijn dus enkel van belang bij ernstige hypoxie. Centrale chemoreceptoren voelen vooral dalingen in pH en verhogen de sympatische activiteit. De reflex zorgt voor vasoconstrictie en bradycardie, maar geïntegreerd met de verhoogde ventilatie en de geactiveerde pulmonale stretch-receptoren is de respons tachycardie en vasoconstrictie.

Question 4

Hoe wordt de cardiac output geregeld?

Answer 4

1) Intrinsieke mechanismen: geen onderdeel van cardiovasculaire feedback loop
2) Extrinsieke mechanismen:
- cardiovasculaire feedback loop: regeling arteriële bloeddruk
- lage druk baroreceptoren thv. hart

Question 5

Wat is de lage druk baroreceptor reflex?

Answer 5

Lage druk baroreceptoren thv. het hart zijn stretch-gevoelige naakte zenuwuiteinden. Ze liggen in zones van lage druk (vb. atria) en worden gestimuleerd door overvulling. Er zijn twee types atriale receptoren te onderscheiden: het A-type (rechteratrium) en het B-type (venae cavae). Bij een verhoogde vulling zal de hartritme toenemen (Bainbridge reflex) en wordt de diurese bevorderd door lokale vasodilatatie thv. de nieren, een verminderde productie ADH en meer productie ANP.

Question 6

Wat is de relatie tussen het effectief circulerend volume en de cardiac output?

Answer 6

1) Toename relatieve ondervulling = daling cardiac output
- SV daalt door daling veneuze retour (Frank-Starling), versterkt door stijging contractiliteit (hoge druk baroreceptor-reflex)
- HR stijgt door daling bloeddruk (hoge druk baroreceptor-reflex)
2) Toename relatieve overvulling = stijging cardiac output
- SV gelijk door stijging veneuze retour (Frank-Starling), gecompenseerd door daling contractiliteit (hoge druk baroreceptor-reflex)
- HR stijgt door atriale vulling (Bainbridge reflex)