3. Bloedvaten Flashcards
Wat is de radius en de snelheid van de aorta en de vena cava?
1 AORTA - straal 1,13 cm - snelheid 21 cm/s 1 VENA CAVA - straal 1,38 cm - snelheid 14 cm/s
Wat is de radius en de snelheid van de arteries, arteriolen en capillairen?
8000 ARTERIES - straal 0,5 mm - snelheid 1,3 cm/s 20 x 10^7 ARTERIOLEN - straal 15 μm - snelheid 0,6 cm/s 1 x 10^10 CAPILLAIREN - straal 3 μm - snelheid 0,03 cm/s
Welke parameters zorgen voor een grote variabiliteit doorheen de circulatie?
1) aantal vaten
2) diameter of radius van een typisch individueel bloedvat
3) globale cross-sectional area
4) gemiddelde snelheid van bloedstroom
5) debiet doorheen een enkel bloedvat
6) relatief bloedvolume
7) circulatie of transit tijd
8) drukprofiel
9) opbouw en structuur van bloedvatwand
10) elastische eigenschappen van bloedvatwand
Op welke manieren kan je het relatief bloedvolume opdelen?
1) systemisch (85%) - pulmonaal (10%) - hart (5%)
2) hoge druk (15%) - lage druk (80%) - hart (5%)
3) systemisch arterieel (20%) - systemisch veneus (65%) - pulmonaal (10%) - hart (5%)
4) systemisch (85%) - centraal bloedvolume (15%)
Wat is de circulatietijd?
= tijd voor een volume om de circulatie te doorlopen = bloedvolume op debiet
Een patiënt met hartfalen kan een verminderd debiet of een verhoogd volume hebben. Circulatietijd wordt gemeten door een injectie van ether in een antecubitale vene of een bittere/zoete stof op de tong.
Hoe verschilt het drukprofiel doorheen de circulatie?
Druk verandert omwille van weerstandsverandering en vertoont een cyclische variatie in de tijd. De grootste drukval gebeurt thv. de arteriolen en niet thv. de capillairen, die voor hun kleine diameter compenseren door hun groot aantal. De lokale druk in de microcirculatie is, afhankelijk van Rpost/Rpre, meer gelijk aan de arteriële of de veneuze druk. De vasculaire weerstand is ook kritisch afhankelijk van de gladde spiercel gemedieerde vasoconstrictie of -dilatatie.
In welke mate verschilt de compliantie doorheen de circulatie?
1) Musculaire arteries met lage compliantie: weinig verandering in volume bij toename druk → weerstandsvaten: weinig verandering r, dus weinig verandering R en T
2) Elastische arteries met matige compliantie: kunnen hoge druk weerstaan, maar zijn meer elastisch
3) Venen met hoge compliantie: grote verandering in volume bij lage drukveranderingen → capaciteitsvaten met een reservoir-functie (vormverandering)
Wat zijn het Marfan en het Ehlers-Danos syndroom?
1) Marfan syndroom: defect vouwing fibrilline-1
- aantasting hartkleppen, aorta dilatatie en aorta aneurisma
2) Ehlers-Danos syndroom: defect synthese collageen
- aantasting hartkleppen of bloedvaatwand → verandering in structuur, productie of processing
Hoe verschillen arteries en venen in hun compliantie?
1) Arteries: lage volume capaciteit, maar weerstaan grote drukveranderingen → weerstandsvaten met lage compliantie
2) Venes: hoge volume capaciteit, maar weerstaan slechts kleine drukveranderingen → capaciteitsvaten met hoge compliantie
Wat is de invloed van actieve tensie en elasticiteit op de wandspanning?
In kleinere, musculaire arteries kan de radius verminderen door contractie van SMC. De totale spanning is dan de som van de actieve spanning (SMC) en de passieve spanning (compliantie). De elasticiteit stabiliseert de bloedvaten die onder vasomotor controle staan, anders kan dit leiden tot een blow out of een collaps.