6- Bloed & Bloedsomloop Flashcards
Bloedsomloop
de constante circulatie van het bloed
Samenstelling van het bloed
Rode bloedlichaampjes Witte bloedlichaampjes Bloedplaatjes Rode beenmerg bloedplasma
ca 5 L bloed bij volwassene = bestaat uit ongeveer gelijke delen bloedplasma(vooral water) en bloedlichaampjes bestaande verschillende onderdelen:
Rode bloedlichaampjes(rode bloedcellen):
ronde schijfjes aan randen iets dikker (geen celkern)
belangrijkbestanddeel is ijzer bevattende hemoglobine > kan zuurstof opnemen en af staan op plaatsen waar weinig zuurstof is.
na ca 120 dagen sterft bloedlichaampje > afbraak in lever > ontstaat galkleurstof - hebben vaste vorm
Witte bloedlichaampjes:
groter dan rode en bezitten wel een celkern, komen veel minder voor dan rode bloedcellen
verhouding per l3 = 5500 : 5.000.000 - kunnen van vorm wijzigen
Bloedplaatjes
fragmenten van cellen, zonder kern vaak in groepjes bij elkaar
Rode beenmeg
hier worden bloedplaatjes en witte/rode bloedlichaampjes aangemaakt
Bloedplasma
bloed zonder bloedlichaampjes - waterige vloeistof met verschillende stoffen:
Water (bloed)
functioneert als oplosmiddel voor andere stoffen
eiwitten functies
belangrijk voor transport van niet oplosbare stoffen(vetten/hormonen) maken een tijdelijke verbinding hiermee
- dient als eiwitreserve voor organisme
Zouten Functies
dragen vooral bij voor osmotische druk van het bloed
natrium, kalium, kalkverbindingen
Antistoffen
afweer van het organisme
Functie van bloed
Vervoer uiteenlopende stoffen
Voedingstof: van darm naar lever
Zuurstof: van longen naar lichaamscellen
Koolstofdioxide: van cellen naar longen
Afvalstoffen: cellen naar nieren of lever(onschadelijk)
Hormonen: Klieren naar specifieke locaties
Antistoffen: van milt/lymfeklieren naar virussen/bacterie
Bescherming tegen infecties en bloedverlies
Witte bloedlichaampjes maken bacteriën en virussen onschadelijk -
ook bloedplaatsjes beschermen: bij bloedingen stollen deze bij de wond en voorkomen bloedverlies
Verdeling lichaamswarmte
bloed neemt warmte op waar veel geproduceerd wordt en laat staat dit bij de huid af aan de omgeving
3 soorten bloedvaten in de bloedsomloop: Slagaders, aders, haarvaten
Slagaders :
voeren bloed vanaf het hart naar verschillende lichaamsdelen, dikke en gespierde elastische wanden (kunnen dus wat uitrekken) > hoge bloedruk > liggen diep
Aders :
vervoeren bloed terug richting het hart > dunne en minder elastische wand, lagere bloeddruk > hebben daarom zakvormige kleppen zodat bloed niet terugstroomt > liggen oppervlakkig
Haarvaten :
Fijnste bloedvaten, één cellaag dik > doorlaatbaar voor zuurstof, voedingstof, afvalstoffen, witte bloedcellen