1 - inleiding Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Biologie

A

afgeleid van Bios(leven) en logos(kennis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Organismen

A

alle levende wezens > vormen samen de levende natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken levend wezen van niet levend(5):

A

-Groei en ontwikkeling:
Uitgroeien van bijvoorbeeld een spar tot een boom / ontwikkeling van rups tot vlinder.

-Voortplanting:
organisme is in staat zich te vermenigvuldigen

-Reageren:
organisme kan rageren op invloeden vanut de omgeving

-Aanpassing:
aanpassing aan leefomgeving handhaven

-Voedselopname:
Stoffen opnemen uit de omgeving > ter gebruik van processen>omzetting van deze stoffen heet stofwisseling > afval/niet bruikbare stoffen afstoten via uitscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De vier Rijken(hoofdgroepen):

A

Bacteriën

Schimmels

Planten

Dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bacteriën

A

bestaan altijd uit één cel en vermeerderen zich simpelweg door dat deze cel zich in tweeën deelt. heeft geen celkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Schimmels

A

bestaan meestal uit meerdere cellen met een celwand (eencellig bestaat ook=gist) heeft een celkern > planten voort middels sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Planten

A

Onderscheiden zich omdat ze organische stoffen maken met behulp van zonlicht en bladgroenkorrels(chloroplasten) welke in de stengels en bladeren bevinden. Meeste zijn meercellige organismen. voorplanting middels: Deling(eencellige wieren) / sporen (meercellige wieren, mossen, varens) / Zaden (dennen, grassen, bloemen etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dieren

A

Bestaan uit meerdere cellen, niet omgeven door celwand > meeste dieren beschikken over zenuwstelsel en zijn in staat tot zintuigelijke waarneming. Voorplanting middels eieren / levend baren / of deling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verdeling kan ook gemaakt worden op basis van wel/geen celkern:

A

Prokarioten:
ontbreekt celkern, DNA zit vrij in het cytoplasma

Eukarioten:
Wel een celkern welke DNA string bevat (chromosomen) (schimmel/plant/dier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Virus

A

bestaat uit DNA of RNA en is omgeven door eiwitmantel > vermenigvuldigen enkel in levend weefsel en vertonen geen stofwisseling > behoren daarom niet tot de vier rijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Levenloos

A

alles wat niet leeft en nooit geleefd heeft (water,steen,lucht etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dood

A

wanneer een organisme sterft > stoffelijke resten > worden door schimmels omgezet in bruikbare voedingszouten > leven planten van > leven weer dieren van Sterfte is in de biologie dus een functioneel element

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Experiment

A

een waarneming doen om een veronderstelling te testen > uit resultaat een conclusie trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly