15 - Verdeling Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Gentechonologie

A

moleculaire vorm van veredeling waarbij DNA zelf wordt aangepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Selectie

A

proces waarbij ene individu, vanwege gunstiger genotype een grotere kans heeft op opleveren dan een aan andere.

Door selectie veranderd de samenstelling van de erflijke eigenschappen binnen een populatie voortdurend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Recombinatie

A

door selectie en kruising zorgen dat gunstige eigenschappen in één indidvidu samenkomen > hier kan weer een reeks erfelijke nieuwe identieke individuen uit ontstaan > klonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kunstmatige ongeslachtelijke voortplantingGenetische modificatie

A

stekken & weefselkweek

Stekken: Relatief groot gedeelte van plantsenstengel afgesneden > in water of aarde gezet

Weefselkweek:
is sneller dan stekken en ook mogelijk bij houtachtige planten: stukjes weefsel, afkomstig van wortel- of stengeluiteinden worden op kunstamatige voedingsbodem(glucose,voedingszouten,groeihormomen) in leven gehouden en vermeerderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Genetische modificatie

A

Samenstelling van het erfelijk materiaal van een organisme wordt via kunstmatige weg veranderd - is een moleculaire vorm van veredeling waarbij DNA wordt aangepast.

Doel = genensamenstelling zo veranderen dat organisme meer wenselijk eigenschappen krijgt - Er zijn 4 technieken:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mutatie

Genetische modificatie

A

Verandering van structuur van een gen waarbij een ander gen ontstaat = genmutatie > komt niet vaak voor en kan spontaan optreden > kan onder invloed van radioactieve straling en bepaalde stoffen ontstaan > nieuwe gen is meestal reccesief en blijft daarom onopgemerkt.

Chromosoommutatie > deel structuur chromosoom veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Celfusie

A

Samensmelten van twee cellen van twee verschillende oranismen > nieuwe cel heet bastaardcel > kan alleen als soorten niet te veel verschillen
Voorbeeld: Tomaat en aardappel plant > pomatoe plant: groeien tomaten en aardappels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Polyploïdie

A

Door werking van bepaalde chemicaliën kan vorming van spoeldraden in metafase worden belmmerd > chromosomen gaan dan niet uiteen > onstaan polyploïde cellen > beschikken over veelvoud van chromosomen > planten hebben grotere bladeren/bloemen/vruchten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Recombinant DNA-techniek

A

tukje DNA inbrengen in DNA van een andere soort met als doel: bepaalde cellen (gastheercellen) bepaalde eiwitten te laten aanmaken waar ze zelf de genetische code voor missen

Dit samenvoegen gaat in 4 stappen:

-Verhitting van het DNA:
DNA openknippen met restrictie-enzymen:
Verschillenden soorten DNA aan elkaar plakken
-DNA overbrengen door een vector:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

-Verhitting van het DNA:

A

Verhitting tot 94 Graden > DNA strengen laten elkaar los(verbreking waterstofbruggen) > de overige atoombindingen blijven intact.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

-DNA openknippen met restrictie-enzymen:

A

Behandeling met Restrictie-enzymen > komen voor in darmbacterie > deze knippen DNA streng op wanner zij een specifieke combinatie nucleotide volgorde tegenkomen (er zijn meerde restrictie-enzymen)

Vervolgens behandeling met plasmide (is stukje cirkelvormig DNA uit bacteriën)

Na behandeling ontstaan 2 losse uiteinden met ongepaarde nucleotiden (sticky-uiteinden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

-Verschillenden soorten DNA aan elkaar plakken

A

Aan de sticky-uiteinden blijfven vaak ongepaarde nucleotiden over waar het mogelijk is complementaire nucleotiden van het plasmide DNA en het menselijk DNA aan elkaar te “plakken” - voor het plaksel dient een special enzym “DNA-Ligase”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

-DNA overbrengen door een vector:

A

Het DNA kan vervolgens worden opgenomen door bacteriën > deze ondergaan dan transformatie.

Zo kunnen de eigenschappen van een organisme worden veranderd > zo kunnen bacteriën bijvoorbeeld menselijk groeihormoon, insuline, schildklierhormoon aanmaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

-Transgeen organisme

A

wordt een vreemd gen(transgen) uit een ander soort organisme toevoegd aan lichaamseigen DNA van een organisme (vaak voor commercieel nut; insuline-gen aan bacteriën geven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

-Cisgene organismen

A

soorteigen genen van het ene naar andere ras overbrengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly