5.1.2 Groei van de bevolking Flashcards

1
Q

Wat is vergrijzing

A

meer ouderen dan jongeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door vergrijzing is het sterftecijfer … dan verwacht

A

hoger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geboorteoverschot

A

Er worden meer mensen geboren dan er overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is er in Nederland een natuurlijke bevolkingsgroei?

A

Omdat er een geboorteoverschot is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er in Nederland omstreeks 2030 en waarom?

A

Dan komt er een sterfteoverschot. Dat komt door de toenemende vergrijzing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een demografisch transitiemodel?

A

Dit model laat het verloop van het geboorte-en sterftecijfer in de afgelopen 150 jaar zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe heet het model dat het verloop van het geboorte- en sterftecijfer in de afgelopen 150 jaar laat zien?

A

Demografisch transitiemodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de transitiefase?

A

De fase van de overgang waarbij de lijnen van het geboorte- en sterftecijfer uit elkaar lopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke drie fasen zijn er in het demografisch transitiemodel te zien?

A

De pre-transitiefase
De transitiefase
De post-transitiefase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar bevinden arme landen die een economische groei doormaken, zich in het demografisch transitiemodel?

A

In het tweede deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vertel wat over de pre-transitiefase?

A

In de pre-transitiefase is het geboortecijfer hoog. veel kinderen en veel sterfte van kinderen en kraamvrouwen. Hygiene was nog niet zo goed. Veel slachtoffers bij griep, cholera etc. Daarom ook grillig verloop geboorte- en sterftecijfers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vertel wat over de transitiefase, fase 1

A

Begint in Nederland omstreeks 1870. Er kwam meer hygiene en medicijnen. bevolking groeit snel vanwege hoog geboortecijfer en lager sterftecijfer. Vanaf 1890 ook daling geboortecijfer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vertel wat over de transitiefase, fase 2

A

1890 daling geboortecijfer. 1874 kinderwetje van van Houten. 1900 kinderen verplicht naar school kinderen kostten steeds meer geld dus. Anticonceptiemiddelen kwamen. Na 1965 katholieken geen grote gezinnen meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vertel wat over de post-transitiefase

A

begint in Nederland rond 1975. geboortecijfer stabiel. Sterftecijfer stabiel. Mensen worden gemiddeld steeds ouder. vergrijzing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een bevolkings/leeftijdsdiagram?

A

dat ding met blauw/rood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe ziet het bevolkingsdiagram eruit bij een groeiende bevolking?

A

Als een piramide

17
Q

Hoe ziet het bevolkingsdiagram eruit bij een afnemende bevolking?

A

Als n ui

En dan zie je in Nederland dus nog wel die piek he.

18
Q

Hoe ziet het bevolkingsdiagram eruit bij een stabiele bevolking?

A

Als n granaat (ik vond het meer n soort huisje)