3.2 Klimaat en klimaatverandering Flashcards

1
Q

Het gemiddelde weer wordt meestal bekeken over een periode van … jaar

A

30

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een klimaatdiagram?

A

Hierin staat de neerslag in mm en de temperatuur in °C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke drie verschijnselen hebben met klimaatverandering te maken?

A
  1. De afwisseling van koude tijden (ijstijden) en warme tijden
  2. De opwarming van de aarde door het broeikaseffect
  3. De toename van extreme weersverschijnselen als tropische cyclonen en tornado’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel is de gemiddelde temperatuur in De Bilt toegenomen tussen 1901 en 2013? en hoeveel neerslag?

A

1,8 °C en 172 mm neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welke drie klimaten is de wereld grofweg te verdelen?

A

Koud, gematigd en warm klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij welke temperatuur spreken we van een warm klimaat?

A

Als de koudste maand nog 18°C is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke temperatuur spreken we van een gematigd klimaat?

A

Als de koudste maand -3°C is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij welke temperatuur spreken we van een koud klimaat?

A

Als de warmste maand max 10°C is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de overeenkomst tussen een regenwoud en savanne?

A

Beide tropisch klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de overeenkomst tussen een toendra, pool en hooggebergte klimaat?

A

Allemaal koud klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de overeenkomst tussen steppe en woestijn klimaat?

A

Beide droog klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een belangrijk onderscheidend kenmerk van een landklimaat?

A

Hoge temperatuurverschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een zeeklimaat heeft … winters en … zomers

A

warme en koele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een landklimaat heeft … winters en … zomers

A

koude en warme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly