3.3 Klimaat en ligging van de belangrijkste landschappen Flashcards

1
Q

Welke landschappen kunnen voorkomen in het poolgebied?

A

Landschappen met een poolklimaat

Landschappen met een toendraklimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke landschappen kunnen voorkomen in gematigd gebied?

A

Landschap met een landklimaat met alleen naaldbos
Landschap met een landklimaat (loof en gemengd bos)
Landschap met een zeeklimaat (loof en gemengd bos)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke landschappen kunnen voorkomen in het subtropisch gebied?

A

Landschap met een Middellandse Zeeklimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke landschappen kunnen voorkomen in het woestijngebied, soms tropisch gebied?

A

Landschap met een woestijnklimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke landschappen kunnen voorkomen in het tropisch gebied?

A

Landschap met een savanne- en steppeklimaat

Landschap met een tropisch regenwoudklimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke landschappen kunnen voorkomen in een berg gebied?

A

Landschap met een hooggebergteklimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar ligt de Sahara?

A

Noord-Afrika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat groeit er vooral in de tropen?

A

Tropisch bos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar groeien vooral loofbomen en naaldbomen?

A

In de gematigde zone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is de meridiaan van 30° belangrijk? En die van 60°?

A

Omdat dit grensgebieden zijn van meer regen en minder regen, wind en temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar groeien bijvoorbeeld naaldbomen?

A

In grote delen van Canada, Scandinavie en Rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly