2.5.2 Aardbevingen, vulkanen en vulkanische verschijnselen Flashcards

1
Q

Waarom ervaren wij aardbevingen?

A

Omdat de beweging van aardplaten, schoksgewijs gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel aardbevingen zijn er gemiddeld op 1 dag op de aarde?

A

ongeveer 25000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar vinden de meeste aardbevingen plaats?

A

Rondom de Grote oceaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de ‘ring of fire’

A

Een ring van vulkanen waar ook veel aardbevingen voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen beleven van aardbevingen in arme en rijke landen?

A

In rijke landen is bij de constructie van gebouwen vaak al rekening gehouden met aardbevingen. De schade valt dan vaak mee. Soms wel branden als gevolg van lekken in leidingen. In arme landen is de schade groter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een zeebeving?

A

Een aardbeving die in zee plaatsvindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontstaat een tsunami?

A

Een aardbeving die in zee plaatsvindt veroorzaakt een golf. Die is eerst niet heel hoog, maar als de golf aan land komt, wordt de horizontale energie omgezet in verticale energie (doordat de bodem oploopt). Dan ontstaat een metershoge vloedgolf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Maakt het bij een tsunami uit of er een (ei)land voor de kust ligt?

A

Ja, want die breekt dan bijvoorbeeld de golven en dan an de vloedgolf niet op het volgende land komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar komt regelmatig een tsunami voor?

A

In Japan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar komen tsunami’s vooral voor?

A

In de kuststreken van de Grote oceaan en de Indische oceaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke twee soorten vulkanen kennen we?

A

1) Kegelvulkanen (ook wel stratovulkanen)

2) Schildvulkanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kegelvulkanen?

A

Deze vulkanen ontstaan doordat magma uit de aardkorst komt. Deze magma zit niet heel diep en is dus relatief stroperig. Daarom vormt de magma een kegel, het stroomt niet zo snel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is stollingsgesteente?

A

Dat is magma dat buiten de aardkorst is gekomen en daar hard is geworden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem bekende kegelvulkanen.

A

Etna en Vesuvius in Italie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een uitbarsting van een … is meestal ruim van te voren te voorspellen

A

Kegelvulkaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn schildvulkanen

A

Deze vulkanen krijgen magma rechtstreeks uit de mantel. Dat is dus veel heter. Meestal gebeurt dat op plaatsen waar de aardkorst dun is, dus in oceanische gebieden. Deze lava is erg vloeibaar en vloeit dus sneller uit in de vorm van een schildpad.

17
Q

Noem bekende schildvulkanen

A

De vulkanen op de eilanden van Hawaii, midden in de Grote Oceaan.

18
Q

Zijn er meer soorten vulkanen?

A

Ja, maar dat zijn steeds variaties op de twee hoofdtypes.

19
Q

Wat is een hotspot?

A

Een schildvulkaan die als het ware opschuift. Dit doordat de stroom uit de mantel steeds op dezelfde plek zit terwijl de aardkorst beweegt.

20
Q

Noem een voorbeeld van een hotspot

A

De schildvulkanen op Hawaii

21
Q

Noem een aantal vulkanische verschijnselen (5)

A

Warmwaterbronnen, kokende modder, stoom, zwaveldamp, geiser.

22
Q

Hoe ontstaan vulkanische verschijnselen?

A

Doordat het grondwater op breuklijnen en bij vulkanen met de hete ondergrond in aanraking komt. Het water wordt dan verwarmd.

23
Q

Bij welke drie situaties kunnen vulkanen gevormd worden?

A

Convergentie (platen naar elkaar toe)
Divergentie (platen uit elkaar) veroorzaakt spleetvulkanen
Hotspots (schildvulkanen, bv Hawaii)