4.2 Hoog-Nederland Flashcards

1
Q

Waar ligt het heuvellandschap?

A

In het zuidoosten (Zuid-Limburg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het oudste landschap van Nederland?

A

Het heuvellandschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar ligt het zandlandschap?

A

Voornamelijk in het oostelijk deel van Nederland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen zandlandschap en heuvellandschap?

A

Het heeft een veel minder groot relief dan in Zuid-Limburg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar ligt het hoogveenlandschap? Bestaat dit uberhaupt nog?

A

In een groot deel van Drenthe. Het is echter erg afgegraven en daardoor wordt het voormalig hoogveenlandschap genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de hoogste bergtop van het heuvellandschap?

A

De Vaalserberg (ruim 300 meter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is Loss en waar vinden we het?

A

Een vruchtbare grondsoort met geelbruinachtige kleur, die uit heel fijn zand bestaat, waarmee het heuvellandschap bedekt is. Het is afgezet tijdens de laatste ijstijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is kalkgesteente en waar vinden we het?

A

Ook wel mergel genoemd. Het bevindt zich onder de lossgrond. Denk aan de mergelgrotten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vertel over de eigenschappen van zandgrond

A

Het is een onvruchtbare grondsoort. Vroeger werden de akkers vruchtbaar gemaakt met mest. Omdat er veel gegrazen werd, zijn er nauwelijks bomen en struiken. Wel heide. Tegenwoordig vind je alleen op de hogere delen nog heide of bossen. Daar werd heide niet ontgonnen omdat de grond te droog is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom zijn in bv Soest, Drunen, stuifduinen te vinden?

A

In de middeleeuwen werd veel bos gekapt voor hout. De wind had vrij spel en stoof het zand op tot duinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een ijstijd/glaciaal?

A

Een koudere periode van ca 50.000 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoever kwam het landijs in de voorlaatste ijstijd?

A

Tot de HUN-lijn. Lijn van Haarlem via Utrecht naar Nijmegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn stuwwallen?

A

Heuvelruggen die ontstonden door het landijs. bv Utrechtse heuvelrug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn zwerfkeien?

A

Deze kwamen uit Scandinavie en weerden meegevoerd door het landijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is dekzand?

A

De deklaag met stuifzand op het rivierzand, dat door de wind is verstoven omdat er vanwege de kou weinig planten waren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar komt voormalig hoogveenlandschap voor?

A

Grote delen van Drenthe en in de Peel in Midden-Limburg.