2.4 De getijden: Vloed en eb Flashcards

1
Q

In hoeveel dagen draait de maan om de aarde?

A

27

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het oceaan en zeewater staat onder invloed van de … van de maan, de … en een … die ontstaat door de … van de aarde.

A

aantrekkingskracht, zon, kracht, draaiing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontstaat vloed?

A

Het oceean- en zeewater wordt aangetrokken door aantrekkingskracht van de maan, de zon en een kracht die ontstaat door de draaiing van de aarde. De optelsom maakt dat er als het ware twee bulten zijn waar het water wordt aangetrokken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar liggen de vloed- en ebgebieden ten opzichte van de maan

A

Op dezelfde plek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan het dat er eb en vloed is, terwijl de gebieden ten opzichte van de maan niet veranderen?

A

Dat komt omdat de aarde ook om zijn as draait. En dat doet hij sneller. Daardoor draait de aarde als het ware door de gebieden waar eb en vloed is en krijg je voortdurend opgaand tij en afgaand tij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel keer in 24 uur wordt het vloed en eb?

A

twee keer vloed en twee keer eb.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoelang duurt een getij ongeveer?

A

6 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel meter verschil kan er zijn tussen eb en vloed

A

soms wel 3,5 meter, maar niet altijd zo groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly