5. Herstel en behandeling Flashcards

1
Q

Positieve en negatieve symptomen volgens john Hughlings-Jackson

A
  • Positieve: pogingen om met functieverlies om te gaan

- Negatieve: functieverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Directe vs indirecte symptomen van kurt Goldstein

A
  • Directe: verlies/ verandering van gedrag of mentaal proces dat het rechtstreeks gevolg is van schade aan hersensysteem.
  • Indirecte: poging om met bovenstaande veranderingen om te gaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Restauratieve vs compensatoire stroming

A

herstel van hersenniveau vs revalidatie op psychologische niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Growing into deficit

A

Hersenschade die op jonge leeftijd is opgelopen komt door rijping pas op latere leeftijd tot uiting zoals executieve functies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diaschisis volgens Monakow

A

Functioneren van aangrenzend hersengebied valt ook uit als door bv bloeding naastgelegen hersengebied uitvalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Consistent Mapping vs varied mapping volgens Mulder

A
  • Consistent Mapping: Stevige verbinding tussen stimulus en respons (leerresultaat) wordt gelegd wanneer deze herhaaldelijk in dezelfde combinatie optreden.
  • Varied mapping: verschillende responses bij zelfde stimulus (geen leerresultaat).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

State dependent learning vs generalisatie

A
  • State dependent learning: Makkelijker vertonen van geleerd gedrag wanneer toepassingscontext sterk overeenkomt met aanleercontext.
  • generalisatie: geleerd gedrag toepassen in andere context.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Variability of practice (VP)

A

Vroegtijdig variaties aanbrengen in leerproces om generalisatie te bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Linkage to the site of application (LA)

A

Leergedag koppelen aan doel bv: patiënt leren agenda op latere tijdstippen in te kijken zodat afspraken nagekomen kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Functietraining en repeated practice approach. Onderdeel van welk model?

A

Herhaaldelijk aanbieden van eenzelfde taak die beschadigde cognitieve functies aanspreken om beschadigde hersenfunctie dusdanig te stimuleren dat deze sterker wordt.
Onderdeel van restauratief model.
Generalisatie blijft vaak uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vaardigheidstraining. Onderdeel van welk model?

A

Het leren van een situatiegebonden gedragsroutine die uit meerdere deelhandelingen bestaat zonder generaliseerbaarheid als doel bv. leren lopen van vaste route in revalidatiecentrum zonder doel verbeteren van ruimtelijke oriëntatie. Dit kan al verbetering van functioneren veroorzaken.
Onderdeel van compensatiore model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ICIDH-model en bestaande uit welke 3 niveau’s?

A

Model van WHO uit 1980 dat het mogelijk maakt om de gevolgen van letsel op het individu te onderscheiden. Classificatiesysteem voor de gevolgen van ziekte.

Bestaande uit 3 niveau’s:

  • Stoornis: aandoeningen van de ziekte op organisch niveau.
  • beperking: gevolgen van stoornis op persoonsniveau (mogelijkheid van uitvoeren van activiteiten).
  • handicap: gevolgen op maatschappelijke functies (rolvervulling).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ICF-model en bestaande uit welke 3 niveau’s

A

Model van WHO uit 2001
Classificatiesysteem voor componenten van gezondheid.

Bestaande uit 3 niveau’s:

  • Lichaamsfuncties (ook mentale functies)
  • activiteiten
  • Participatie (deelname aan maatschappij)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Niveau’s van leerbaarheid van Gross en Schutz

A

Niveau’s:
1e. omgevingsaanpassingen: leervermogen van patiënt is uiterst gering. Veranderingen in gedrag volledig vanuit fysieke en sociale omgeving.

2e. S-R-conditionering: gedrag beïnvloeden dmv conditionering. Weinig generaliseerbaar. Rol omgeving groot.
3e. Vaardigheidstraining: situatiegebonden gedragsroutines en activiteiten bestaande uit meerdere deelhandelingen. Generaliseerbaarheid naar andere taaksituaties is beperkt.
4e. strategietraining: aanleren van compensatiestrategieën voor toepassing in verschillende situaties. Hoge inbreng individu.

Hoogste niveau. Cognitieve cyclus: gezond individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly