19. De ziekte van Alzheimer Flashcards
Dementie en alzheimer
Alzheimer meest voorkomende vorm van demensie
5 meest opvallendste kenmerken/ stadia: Met uiteindelijk resultaat?
- (Eerste stadium) Geheugenstoornissen: deze nemen geleidelijk toe.
- Verminderd oriëntatievermogen in tijd, plaats (en later in persoon).
- (Later stadium): globale cognitieve achteruitgang
- neuropsychiatrische problemen als angst, depressie en apathie
- afname van taalbegrip
Uiteindelijk verlies van alle zelfstandigheid.
Prevalentie en neemt toe door wat? Verwachting?
200.000. Dubbele vergrijzing: toename levensverwachting en meer oudere in Europa.
Verwachting verdubbeling in 2040
Demensie voor 65ste? prevalentie?
20.000 maar ligt waarschijnlijk hoger omdat het vaak niet als zodanig herkend wordt.
4 grootste risicofactoren voor Alzheimer
Leeftijd, vrouwelijk geslacht, genetische aanleg en vasculaire risicofactoren zoals: hypertensie, diabetes en roken.
Diagnostiek van ziekte van Alzheimer en in welke twee stappen?
exlusionem: uitsluiten van andere mogelijke oorzaken van cognitieve achteruitgang. Tegenwoordig ook inclusieve benadering mogelijk.
stap 1: sprake van demensie? Stap 2: welke vorm van demensie?
Diagnose dementie wanneer?
Sprake van multiple-cognitieve functiestoornis bestaande uit: geheugenstoornis en ten minste een van de volgende: afasie, apraxie, agnosie of stoornis in executieve functies.
Welk onderscheid maakt NINCDS-ADRDA om te komen tot specifieke diagnose van Alzheimer?
- Definite (zekere): kan alleen post-mortem gesteld worden.
- probable (waarschijnlijke) wordt als enige gesteld als levende.
- possible (mogelijke): wanneer er een tweede mogelijke onderliggende oorzaak is.
MCI (mild cognitieve impairment) 4 criteria. Bij welke vorm kans op alzheimer het groots en hoe vast te stellen? Wat betekend MCI voor alzheimer in de toekomst?
- Geheugenklachten
- Objectieve geheugenstoornis bij npo
- relatief normaal presteren op andere domeinen
- relatief intact functioneren, geen sprake van demensie.
kans op ontwikkeling Alzheimer grootst bij amnetische vorm van MCI, sprake van stoornis in episodisch geheugen. Vast te stellen door geheugenleertaken.
Mogelijk om in de toekomst vroegtijdig in te kunnen grijpen.
Plaques en tangles wat zijn dit? Waar leidt dit uiteindelijk toe?
Kenmerken voor Alzheimer
Sensiele plaques: ophopingen van amloid-beta eiwitten tussen hersencellen.
Tangles: kluwens van tau eiwit. Aantal kluwens lijkt te correleren met ernst dementie.
Dit leidt tot afsterven hersencellen en krimpen van hersenen (atrofie).
Amyloïd-cascadehypothese
Hypothese over het ontstaan van alzheimer. Het vroegtijdig knippen van de amyloid precursor protein (APP) zorgt voor een disbalans tussen productie en afvoer van het eiwit amyloïd-beta. Vervolgens ontstaan ophopingen genaamd plaques. Later stadium Tau.
Vasculaire hypothese en gemengde pathologie
vasculaire risicofactoren en schade leidt tot minder bloedtoevoer (ischemie) wat leidt tot verharding en vermindering flexibiliteit van hersenbloedvaten.
Bij veel alzheimerpatiënten ook sprake van schade aan bloedvaten in hersenen.
(Hetero)anamnese en eerste indruk?
Voorkeur niet af te nemen in aanwezigheid van patiënt vanwege terughoudendheid van familieleden.
Eerste grove indruk via screeningtest bijvoorbeeld de mini-mental state examination.
Ante- en retrograde geheugenstoornis. In welk stadium ontwikkelen deze?
Antegrade: Ontwikkeld zich in eerste stadium van ziekte. Ineffectieve consolidatie van nieuwe informatie.
Retrograde: Ontwikkeld zich in later stadium van ziekte. en kenmerkt zich door gestoorde reproductie van episodisch en semantische kennis van voor het ontstaan van de ziekte.
Gevoeligste maat voor cognitieve achteruitgang/ tests
geheugentests voor samenhangende en niet samenhangende woordentests.