26. Autismespectrumstroornis Flashcards
Macrocefalie
Hoofdomtrek die gemiddeld 2 SD groter is dan het bevolkingsgemiddelde. Komt voor bij 20% van de kinderen met ASS. Groei van hersenmassa (met name frontaal en temporale kwabben).
Waar ontbreekt het aan bij mensen met ASS?
‘Spontaan mentaliseren’: encoderen van sociaal relevante info en automatisch verwerken van mentale toestanden van anderen.
Expliciete TOM
Sociale regels en scripts
Zwakke ‘centrale coherentie’. Bestaande uit 2 factoren
Niet automatisch info verwerken als samenhangende interpretatie van de omgeving. Fragmentarisch op lokaal niveau verwerken.
Wordt gezien als een stijlkenmerk niet als defect. Mensen met ASS hebben een sterke voorkeur voor het verwerken van info op lokaal niveau.
Factor 1: goede analytische waarneming
Factor 2: Zwakke betekeniswaarneming
Cognitieve flexibiliteit en welke test?
Meest genoemd als typisch voor ASS. Wisconsin Card Sorting Test meest gebruikt om zwakte aan te tonen.
De empathizing-systemizing theorie
Zwak inlevingsvermogen, superieur vermogen om systemen te analyseren en te structureren. Extreme vorm van mannelijk denken.
Endofenotypen
Biologische markers die in de bevolking met de ziekte verband houden, erfelijk, aantoonbaar wanneer ziekte niet actief is, etc.
DSM5: sociale communicatiestoornis
Patiënten zonder stereotype gedragingen of interesses