15. Traumatisch hersenletsel Flashcards

1
Q

Hoe kan het overgrote deel THL gekwalificeerd worden? en kenmerken

A

80% licht, 10% middelzwaar, 5-10% zwaar. Mentale traagheid, aandachtsstoornissen. Veel last van (blijvende) geheugenstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Posttraumatische amnesie (PTA). Vaak als gevolg van wat en kenmerken?

A

Bijvoorbeeld na een coma. Gedesoriënteerd en niet in staat om nieuwe dingen op te slaan in geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Islands of memory

A

Korte momenten van helderheid bij een PTA (Posttraumatische amnesie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Neurologische restverschijnselen

A

Lagere snelheid van info verwerking, verminderde aandacht, concentratie, imprenting geheugen en executieve functies. Ook gedrags en emotionele problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Licht hersenletsel. Prevalentie en Prognose

A

in 80% van de gevallen. Prognose gunstig, neurologische gevolgen van tijdelijke aard. Goed herstel binnen 3 maanden. Lichte cognitieve tekorten kunnen blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Licht hersenletsel: subaccute fase. Klachten, voorspeller snel herstel en wat juist niet?

A

Snelheid infoverwerking, aandacht en concentratie, geheugenproblemen, executieve functies. Psychologische factoren voorspeller voor snel herstel (stress). Catastroferen juist niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Licht hersenletsel: subjectieve klachten

A

Hoofdpijn, duizeligheid, verlies van cognitieve efficiëntie, overgevoeligheid voor licht en geluid, hyperemotionaliteit, angst en depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Licht hersenletsel: aanhoudende klachten. Wanneer spreekt met hiervan en andere benaming? Verklaart vanuit welk model?

A

Wanneer klachten langer aanhouden dan 3 maanden . Ook wel bekend als postcommotioneel sydroom/ stoornis. Verklaart vanuit biopshychosociaal model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Licht hersenletsel: twee subgroepen

A

Groep die vlot herstelt en weinig aandacht voor blijvende klachten, groep die gepreoccupeerd is met gevolgen van hersenletsel die niet in verhouding staan met ernst van letsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Licht hersenletsel: NPO: prestatie hierop en vereiste onderdelen?

A

Meesten zullen door angst, somberheid en spanning niet maximaal presteren. Symptoomvaliditeitstaken als vereist onderdeel, daarnaast wenselijk om met vragenlijsten persoonlijkheid, stemming en copingsstijl in kaart te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cogniforme stoornis en Malingering (Delis en Wetter) verschil?

A

in cognito + ik neem je in de maling. Ik weet het wel.

Het hersenletsel wordt kapstok waar eerder bestaande problematiek aan wordt opgehangen. Niet altijd bewust. Malingering is wel bewust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Whiplash: parallellen met en kenmerken. Herstel?

A

Parallellen met licht traumatisch hersenletsel en soms moeilijk van elkaar te onderscheiden. Nekpijn en hoofdpijn. Weinig evidentie voor zichtbare schade. 80% herstelt binnen 6 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

postwhiplashsyndroom en welke factor speelt rol bij in stand blijven van klachten? Wat onderscheid zich van postcommotioneel syndroom?

A

Ontstaat bij 20% visuele stoornissen, duizeligheid, spierzwakte, concentratieproblemen, geheugen en stemmingsstoornissen en angst.
Persoonlijke copingstijlen spelen en rol.
Vereniging voor neurologie pleit voor chronisch pijnsydroom gezien centrale rol van pijn. Onderscheid zich daarmee met postcommotioneel syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Diagnostiek van traumatisch hersenletsel

A

Multidimentionele aanpak. Belangrijke rol voor neuroloog. NP diagnostiek cruciaal om problemen in kaart te brengen en behandeling op maat aan te bieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Coup-contrecoupletsel

A

Corticale schade diagonaal tegenover locatie van letsel als gevolg van harde impact.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Primaire vs Secundaire schade en behandeling in acute fase.

A
  • Primaire: wittestofletsels: difuse axonal injury (DIA) als gevolg van scheuren of beschadigen van axonen.
  • Secundaire schade: Kan zeer schadelijk en zelfs dodelijk zijn. Vaak als gevolg van stoornis elders in lichaam. Falende autoregulatie (shock, hypotensie). Vervolgens ontstaat vaak zuurstoftekort in de hersenen.

Behandeling in acute stadium gericht op beperken van effecten van secundaire processen.