4. Beeldvorming van de hersenen en gebieden Flashcards
T1 vs T2 MRI
- T1: hersenanatomie (voor het gehele hoofd)
- T2: Wittenstofintensiteit
Isotrope vs anisotrope diffusie
- Isotroop: watermoleculen kunnen vrij bewegen
- Anisotroop: beperkte bewegingsvrijheid van watermoleculen in weefsel.
Hans Berger
Heeft als eerste de elektronische velden van het brein op kaart gezet. Hij onderscheidde onder andere het alpha- en betaritme. Gebruikt bv in EEG
Event-related potential (ERP)
Uit een gemiddeld (EEG) signaal kan informatie over het tijdsverloop en sterkte van de neurale reactie worden afgeleid.
Temporale resolutie
Tijd tussen neurale activiteit en neurale respons bv: toevoer van zuurstofrijk bloed is 2 sec later dan de neurale activiteit (fMRI).
Hemoglobine (Hb)
In fMRI gebruikt als natuurlijke contrastvloeistof. Molecuul dat zorg draagt voor transport van zuurstof naar weefsel. IJzerdeeltjes in Hb reageren pas op signaal wanneer zuurstof is afgedragen. De scanner krijgt minder signaal terug en dit vertaalt zich in donkerpuntje op beeld.
Bij veel activiteit neemt signaal juist toe doordat er meer zuurstofrijk bloed naar gebied stroomt dan nodig is.
Apotose en wear en tear
Geprogrammeerde celdood (syteem bij het ouder worden). Zorgt voor selectieve veroudering van het brein. Wear en tear is slijtage van de cellen.
Frontaalkwab
primaire, supplementaire en (pre)motorische cortex, gebied van Broca, executieve functies, werkgeheugen, taalverwerking, impulscontrole, sociaal en seksueel gedrag.
Pariëtaalkwab
primaire, secundaire somatische cortex, sensorische info. Verschillende vormen van neglect.
Occipitaalkwab
Visuele info, feedback loop
Temporaalkwab
gehoor, geheugen, leren, emotie, auditorische cortecc, gebied van Wernicke
Basala ganglia
(vrijwillige) beweging en verschillende cognitieve en emotionele functies. Belangrijke kernen: striatum, substantia nigra, nucleus accumbens. Schade lijdt tot grote verscheidenheid symptomen.
Ventrikels
Kamers gevuld met hersenvocht (Cerebro Spinal Fluid CSF).
12 hersenzenuwen bestaan uit?
opgedeeld in sensorische (laterale gedeelte), motorische (mediale gedeelte) en samengestelde zenuwen.
Substractiemethode bij fMRI
Het gemeten energieverschil tussen hersengebied in rust en actieve toestand.