4.3 Osmoregulatie vs. Volumeregulatie Flashcards
Wat is de osmolaliteit?
De moleculaire concentratie van alle in een oplossing osmotische werkzame stoffen
Kan geschat worden als 2 keer de plasma [Na]
Normaal 290 mosmol/L of Kg/H2O
Hoe gaat de osmoregulatie van de cel?
Cel wordt groter of kleiner afhankelijk van de osmolariteit (cel wilt wel terug naar originele situatie)
Iedere cel heeft osmoregulatie
Wat gebeurd er bij een cel in een hyper osmolaire omgeving (zoute omgeving)?
De cel gaat krimpen. Hij gaat water uitscheiden (naar extracellulair), omdat hij wilt dat het buiten de cel minder zout wordt en wil de [Na] laten dalen
Cel gaat wel meer deeltjes maken, totdat de toniciteit zelfde is binnen als buiten
Wat gebeurd er met een cel in een hypo-osmolaire omgeving?
- De cel zal zwellen (door teveel water)
- Er zal meer water in de cel gaan. Het is te waterig buiten de cel
- Hypo-natriemie (gevaarlijk in de hersenen)
Cel zet veel osmolen naar buiten
Door wat wordt ADH/secretine en osmoreceptoren geactiveerd en wat is het effect?
Verlies van meer water dan zout leidt tot volume deletie en hypernatriemie -> Verhoogde osmolaliteit
De verhoogde osmolaliteit activeert ADH en de osmoreceptoren en dit zorgt voor:
- Dorst
- Toegenomen water absorptie in de verzamelbuis
- Vasoconstrictie
Welke 2 vormen van osmoregulatie zijn er?
- ADH -> Meer H2O reabsorptie in de CD
- Meer drinken -> Veel Natrium in het bloed zorgt ervoor dat je dorst krijgt
Wat gebeurd er als je teveel getranspireerd hebt?
Je zal dorst krijgen doordat je een tekort hebt aan water -> Osmolariteit is te hoog
Wat is altijd de oorzaak van te weinig water?
- Te weinig drinken
- De nier kan namelijk alleen reageren op teveel water
Waar gaat de volumeregulatie over?
De hoeveelheid natrium (mmol) (Natriumbalans)
Hoe verloopt de volumeregulatie?
Via RAAS-systeem
Hoe wordt het RAAS-systeem geactiveerd?
- Verlies van water en zout leidt tot volume depletie. Dit leidt tot een verlaging van de HMV, BD en renale hypoperfusie
- Er is een verminderde NaCl aanbod aan de macula densa
- Dit activeert RAAS-systeem -> Vasoconstrictie en toegenomen Natrium reabsorptie
Waaruit bestaat het Juxtaglomerulaire apparaat?
- De Macula densa: Laatste deel van de Lis van Henle
- Extraglomerulaire mesangium cellen
- Renine producerende cellen rondom de afferente arteriole
Wat is de functie van het Juxtaglomerulaire apparaat?
- Productie Renine
- TGF
Wat zijn de effecten van aldosteron in de CD?
- Natrium reabsorptie
- Aldosteron werkt op de NCC in de Distale tubulus en op het ENaC-kanaal in de verzamelbuis
- Aldosteron werkt op de nucleaire receptoren (in de kern) en zorgt dat die kanalen tot expressie komen
- Aldosteron zorgt voor activiteit voor Natrium-Kalium-ATPase en daarmee indirect voor intracellulaire pH regulatie en kaliumconcentratie
(Aldosteron zorgt voor na Na/K uitwisseling)
Wanneer krijg je ADH secretie?
- Als de osmolaliteit toeneemt
- Bij bloeddepletie
ADH zorgt ervoor dat water wordt gereabsorbeerd. Wat doet het nog meer?
- Het zorgt voor constrictie
- ADH = Vasopressine
Waar zitten baroreceptoren en waar zorgen ze voor?
- Ze vangen snel veranderingen op voor de volumeregulatie
- Ze zitten in de a. carotis communis, de aortaboog, atria en in de afferente arteriole van de nier
- Ze stimuleren het RAAS-systeem, sympathisch zenuwstelsel, AVP en ANP
Via de sympathicus:
- Vasoconstrictie
- Toename contractiliteit
- Toename HF
- Afgifte Renine
Wat doen de osmoreceptoren en waar zitten ze?
Ze zitten in de hypothalamus en zorgen voor afgifte van AVP (Arginine vasopressine)/ADH -> Water retentie, dorst, vasoconstrictie
Osmoregulatie