2.7 Respiratoire insufficiëntie Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van Respiratoire Insufficiëntie?

A

Falen van de gasuitwisseling ten gevolge van het ontbreken of onvoldoende functie van het ademhalingssysteem

Onvoldoende oxygenatie van de weefsels en falen van de CO2 homeostase. Kan acuut of chronisch zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de risicofactoren van een Respiratoire Insufficiëntie?

A
  • Leeftijd
  • Co-morbiditeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Type I en Type II Respiratoire Insufficiëntie?

A

Type I:
- Long falen
- pO2 omlaag
- Lage saturatie

Type II:
- Pomp falen
- pO2 omlaag
- pCO2 omhoog
- Hypercapnisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de kenmerken van een Type I Respiratoire Insufficiëntie?

A
  • Meest voorkomende vorm type van respiratoire insufficiëntie
  • Meestal bij longziekten
  • pO2 < 60 mmHg (8 pKa)
  • pCO2 is normaal (De ventilatie is niet of nauwelijks aangedaan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de oorzaken van een Type I Respiratoire Insufficiëntie?

A

Pathologische veranderingen in het longweefsel:
- Lage zuurstofdruk van de omgeving (Grote hoogte)
- (Milde) Hypoventilatie
- Ventilatie/perfusie stoornis (Bijv. obstructieve longziekten, emfyseem, vasculair/LE, interstitiële longziekten)
- Diffusiestoornis (Emfyseem, interstitieel longlijden, idiopathische pulmonale fibrose, non-specific interstitial pneumonia, ARDS, pneumonie, overvulling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de kliniek van het dalen van de pO2?

A
  • Onrust
  • Euforie
  • Convulsies (Krachtige spiersamentrekkingen)
  • Coma
  • Cyanose als >15% van Hb onverzadigd is
  • Tachycardie
  • Dyspnoe
  • Polyglobulie (teveel rode bloedcellen, pas na enkele weken van hypoxie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een oorzaak van Type I Respiratoire Insufficiëntie is de ventilatie/perfusie stoornis. Wat zijn nog meer voorbeelden?

A
  • Anatomische shunt (aa. bronchitis naar vv. pulmonales)
  • Rechts/links shunt in de long (ADS, VSD)
  • Fysiologische shunt (Emfyseem)
  • Dode ruimte (Longembolie, Hartfalen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Type I kan ook worden veroorzaakt door een diffusiestoornis. Hoe kan een diffusiestoornis ontstaan?

A

Verdikking alveo capillaire membraan:
- Long oedeem
- Virale pneumonie
- Alveolitis
- Pneumoconiose
- Lymfangitis carcinomatosa

Verkleining van het oppervlak:
- Emfyseem
- Resectie longdelen
- Longfibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de gevolgen van de daling van pCO2?

A
  • Grote ademteugen -> Hoge AF
  • Hart gaat proberen te compenseren: Hypoxie of bij inspanning 5x de rustwaarde aannemen
  • Redistributie van de bloedstroom -> Mensen raken bewusteloos
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een Type II Respiratoire Insufficiëntie?

A
  • Stoornis in de luchtverversing: Ventilatie, ademexcursie verstoord
  • pCO2 >50 mmHg (6 kPa)
  • Hypoxemie altijd aanwezig
  • pH afhankelijk van HCO3-
  • HCO3- evenredig met de duur van de hypercapnie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de oorzaken van een Type II Respiratoire Insufficiëntie?

A
  • Toegenomen CO2 productie
  • Hypoventilatie
  • Toegenomen dode ruimte ventilatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Type II heeft neurogene oorzaken. Wat zijn enkele voorbeelden?

A
  • Hersentumoren
  • Dwarslaesie
  • CVA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Type II heeft myogene oorzaken. Wat zijn enkele voorbeelden?

A
  • Myasthenie
  • Spierziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Type II heeft diafragma gerelateerde oorzaken. Wat zijn enkele voorbeelden?

A

Paralyse n. phrenicus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Type II heeft thoraxwand gerelateerde oorzaken. Wat zijn enkele voorbeelden?

A
  • Kyfoscoliose
  • Ribfracturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Type II heeft pleura gerelateerde oorzaken. Wat zijn enkele voorbeelden?

A
  • Pleuritis (veel vocht)
  • Veel lucht -> Pneumonie thorax
17
Q

Wat is het gevolg van de stijging van CO2 met betrekking tot op de nieren?

A

De nieren gaan HCO3- terug reabsorberen
Ook vindt er Na terug reabsorptie plaats -> Vocht retentie

18
Q

Wat zijn andere gevolgen van de pCO2 stijging?

A
  • Toename adrenaline -> Toename HF
  • Toename noradrenaline -> Hypertensie, rode huidskleur, zweten
  • Parasympathicus actief -> Maagzuur, speeksel
  • Cerebraal -> Sufheid, slaperig
  • Verhoging pulmonale vaatweerstand
19
Q

Wanneer neemt de vaatweerstand toe?

A

Anatomische vaatbedverlies:
- Emfyseem
- Fibrose
- Resectie
- Embolie

Vasoconstrictie in kleinere arteriole:
- Hypocie
- Hypertonie
- Respiratoire acidose

Polyglobulie:
- Viscositeit neemt toe bij hematocrietwaarde > 0.6

20
Q

Wat is cor pulmonale?

A

Hartfalen ten gevolge van Respiratoire Insufficiëntie

21
Q

Wat zijn de verschijnselen bij een patiënt met cor pulmonale?

A
  • Verhoogd Centraal Veneuze Druk (CVD)
  • Hepatomegalie
  • Enkeloedeem
  • Ascites
22
Q

Welke factoren bepalen de ernst van de decompensatie bij cor pulmonale?

A
  • Snelheid van het ontstaan
  • Aanwezigheid van anatomische afwijkingen zoals emfyseem
  • Grootte HMV (Hypoxemie geeft toename HMV)
  • Toestand hartspier
23
Q

Hoe kan Respiratoire Insufficiëntie worden behandeld (en cor pulmonale)?

A
  • Behandeling onderliggend lijden
  • Behandelen uitlokkend moment
  • Oxygenatie verbeteren:
    - Zuurstoftherapie
  • Ondersteuning/ontlasting van rechter ventrikel:
    - Diuretica
24
Q

Hoe werkt de O2 therapie bij hypercapnie?

A

Ademhalingscentrum wordt normaal geprikkeld door een laag CO2. Bij Hypercapnische patiënten is de CO2 erg hoog. De ademhalingscentrum stapt daarom over op O2 als trigger

Een hypercapnische patiënt (Patiënt met Type II Respiratoire Insufficiëntie) moet niet gelijk veel zuurstof krijgen. De hersenen zullen dan denken dat alles in orde is en zal gaan hypoventileren

Hypercapnie mag geen reden zijn een patiënt extra O2 te onthouden, maar moet aansporen tot het nemen van aanvullende maatregelen