2.4 behandeling van epilepsie Flashcards

1
Q

wat wil je op cellulair niveau met anti-epileptica bereiken?

A

Algemeen:
Herstellen verstoorde balans tussen excitatie en inhibitie
- rationale strategie moeilijk, omdat epileptogenese nog onvoldoende begrepen is!
- je wilt bovendien zo min mogelijk in het normale synaptische verkeer ingrijpen, om bijwerkingen zo veel mogelijk te vermijden.

Concreet
- Langdurige depolarisatie voorkomen.
- Hoog-frequent, synchroon vuurgedrag voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn basismechanismen van enkele anti-epileptica?

A
  • (vrijwel) alle anti-epileptica hebben meerdere aangrijpingspunten.
  • (vrijwel) alle voorgeschreven anti-epileptica werken anders.
  • de bijwerkingen bepalen vaak de keuze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

met anti epileptica verminder je de prikkelbaarheid van neuronen. hoe doe je dat?

A
  1. Modulatie spannings-afhankelijke ionkanalen
    (bijv. remming Na+, Ca, K kanalen)
  2. Versterken inhibitie
    (bijv. toename GABA concentratie, stimuleren
    GABAa receptorkanalen)
  3. Remmen excitatie
  4. Remmen transmitterafgifte
  5. Remmen metabolisme

Anti-epileptica hebben meerdere aangrijpingspunten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke cyclus doorloopt een natriumkanaal contint

A

na een actiepotentiaal moet een natriumkanaal weer herstellen voordat het beschikbaar is voor de volgende. dit draagt bij aan de refractaire periode. hierin is de cel verminderd prikkelbaar (relatief) of helemaal niet prikkelbaar (absoluut)

cyclus die een natriumkanaal continu doorloopt:
C= closed–> rusttoestand (dicht)
O= open–> geactiveerd (open)
I= inactivated–> geinactiveerd (dicht)

hoe verder een cel depolariseert, hoe groter de kans dat natrium of kaliumkanalen open gaan staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het effect van fenytoine/ carbamazepine/ lamotrigine?

A

fenytoïne/carbamazepine/lamotrigine remmen Na-kanalen door de tijd dat ze open staan te verminderen door:
- remmen activatie
- versnelde inactivatie
- vertraagd herstel van inactivatie

ze doen dit o.a. door te binden aan het open kanaal, met als gevolg een ‘use- dependent block’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe werken use dependent block?

A

als kanaal open staat kan geneesmiddel (zoals carbamazepine) erin gaan en in het kanaal binden.
bij epileptica staat kanaal vaak open en kan medicatie dus makkelijk naar binnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer heeft lamotrigine effect?

A

geen effect op een enkele actiepotentiaal

wel op refractaire periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een GABAa receptor?

A

het is een chloridekanaal

target van o.a. benzodiazepines, alcohol, barbituraten, anaesthetica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is effect van benzodiazepines op GABAa receptorkanaal?

A
  • Toename GABA stromen
  • Geen effekt bij hoge concentraties agonist

=> Verhoogt affiniteit GABA voor de receptor

cl- kanalen gaan al bij lage concentraties GABA open staan–> inhibitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat doen vigabatrine en tiagabine?

A

vigabatrine remt
mitochondriale GABA transaminase

tiagabine remt GABA transporter

werking van GABA wordt hierdoor versterkt, de inhibitie wordt dan duss ook versterkt en balans tussen excitatie en inhibitie wordt hersteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet een EEG?

A
  1. Bepalen herhalingsrisico na eerste aanval
  2. Tijdens aanval bepalen of het epileptisch is
  3. Epilepsiesyndroom diagnose

piekgolf is teken voor epilepsie

EEG kan ook gebruikt worden om herhalingsrisico te bepalen. als je het ziet op EEG meer herhalingsrisico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn kanttekeningen van een EEG

A
  • 1% gezonde schoolkinderen afw EEG maar geen epilepsie
  • 3-5% kinderen met ‘iets’ (migraine, ADHD,
    ontwikkelingsachterstand, autisme)
  • 0,5% gezonde jong volwassenen
  • Bij epilepsie 40-50% in 1x gevangen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vertel wat over beeldvorming bij epilepsie?

A

Niet nodig bij bekend kinderepilepsiesyndroom

MRI verreweg beter dan CT

Correleren aan EEG

Juiste MRI protocol

Wanneer een radioloog gespecialiseerd in MRI en epilepsie kijkt gaat sensitiviteit van 39% > 91%

Standaard MRI (1,5T MRI) meestal niet adequaat om kleine dysplasie uit te sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoeveel % van epileptische gevallen is genetisch?

A

bij kinderen 30-40% genetisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe gaat behandeling van epilepsie/ welke stappen?

A

1) Behandeling van een epileptisch insult

2) Voorlichting en leefregels

3) Medicamenteuze onderhoudsbehandeling
- 1) Wanneer starten
- 2) Welke middel kies je?
- 3) Wanneer stoppen
- 4) Ongeveer 2/3 van de patienten wordt aanvalsvrij op medicatie. Andere opties:
epilepsiechirurgie, ketogeen dieet, nervus vagus stimulatie, deep brain stimulation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is algemene uitleg van de behandeling van een epileptisch insult?

A
  • Rustig blijven, tijd opnemen, zorgen dat patiënt zich niet bezeert en bloed of slijm uit de mond kan lopen.
  • Aanvallen duren meestal niet langer dan 3 minuten.
  • > 5 min: dreigende status epilepticus: noodmedicatie toedienen
  • Bij geen effect 112 bellen
17
Q

protocol opname epilepsie?

A
  1. ABC, glucose, temp
    Vitale functies, NO
    O2 geven
  2. Midazolam 5 mg IV
    of 10 mg nasaal
  3. Korte anamnese
    lab, Alcohol, ondervoeding? Thiamine IM, Overweeg LP/CT
  4. Midazolam 5 mg IV
  5. Levetiracetam IV of
    fenytoine IV of
    valproinezuur IV
  6. Refractaire status
    epilepticus, naar IC
18
Q

wat zijn leefregels

A

Uitleg over epilepsiesyndroom van de patiënt

consequenties voor dagelijks leven, beroepskeuze, vrije tijd, anticonceptie, zwangerschap en erfelijkheid

Eisen rijgeschiktheid groep 1:
- Eerste insult: 6 maanden geen rijbewijs
- Eenmalig insult, normaal EEG: 3 maanden geen rijbewijs
- Meer dan 1 insult: jaar aanvalsvrijheid nodig voor rijbewijs
- Bij stoppen medicatie > 2 jaar blijft rijbewijs geldig
- Uitzondering: uitsluitend in slaap of geen invloed op rijgeschiktheid
- Groep 2: 10 jaar aanvalsvrij zonder medicatie (of 5 jaar met 2x EEG en MRI

19
Q

wanneer starten we niet met anti-epileptica?

A
  • koortsstuipen (mensen alleen gevoelig voor medicatie tijdens koorts periode)
  • acuut symptomatische aanvallen (of alleen kortdurend)
  • gelegenheidsinsult
20
Q

wanneer starten we medicatie wel?

A

Als diagnose zeker is

Shared decision making
- 50% aanvalsvrijheid op eerste middel, 70% op 2e en 3e middel
- 15% ervaart bijwerkingen
-1:2000 SUDEP (plotselinge dood) risico (kinderen 1:5000)
- Streven naar monotherapie

Bij epileptische encefalopathie zeker wel

21
Q

hoe kiezen we voor een middel?

A

kijken naar

karakteristieken van de epilepsie
- Focaal of gegeneraliseerd
- Etiologie/epilepsiesyndroom

karakteristieken van de patient:
- Man/vrouw
- Afkomst
- Vruchtbaarheid
- Co-medicatie
- Nier- of leverproblemen
- Psychiatrie

22
Q

wat is eerste keuze bij
- focale epilepsie
- gegeneraliseerde epilepsie
- absences

A

Eerste keus bij focale epilepsie: levetiracetam, lamotrigine, carbamazepine/oxcarbazepine, lacosamide, valproinezuur

Eerste keus bij gegeneraliseerde epilepsie: levetiracetam, lamotrigine, valproinezuur

Absences: ethosuximide, lamotrigine, valproinezuur

23
Q

bijwerkingen van de medicatie
- carbamazepine
- lamotrigine
- benzodiazepine
- levetiracetam
- lacosamide
- vigabatrin

A

Ernstige rash bij carbamazepine bij 15% (HLA-B*1502, Azie)

Bij snel opbouwen lamotrigine, risico op ernstige huidreactie

Benzodiazepines: risico op sufheid, meer slijm/kwijlen

Levetiracetam: agressie, boosheid bij daarvoor gevoelige personen

Lacosamide kan soms eufoor gevoel en verslaving geven

Vigabatrin kan bij langdurige gebruik retina schade geven

24
Q

waardoor wordt de lamotrigine spiegel beinvloedt?

A

door anti-conceptie

25
Q

aan wie schrijf je valproinezuur niet voor?

A

valproinezuur is teratogeen; niet voorschrijven aan vrouwen in vruchtbare levensfase

Foetaal valproaat syndroom
- neurale buisdefecten
- verminderd IQ/ADHD/ASD
- hartafwijkingen
- dysmorfe kenmerken

26
Q

wanneer stoppen met medicatie?

A

na 2 jaar aanvalsvrijheid bespreek je of er gestopt kan worden. kans op recidief neemt dan niet meer heel erg af

Recidiefkans na 2 jaar aanvalsvrijheid (en normaal EEG) :
- Bij volwassenen 40%
- Bij kinderen 30%
- Recidiefkans na 0,5 of 1 jaar aanvalsvrijheid: bij volwassenen: niet bekend, bij kinderen: 50%

Afbouwen: in 4 tot 8 weken

27
Q

wat doen als medicatie niet werkt?

A

epilepsie chirurgie
- 1 focus, goed te identificeren op EEG en liefst MRI
- veilig te reseceren
- 70-90% goed resultaat

ketogeen dieet
- hersenen hebben zelf geen energievoorraad, gebruikt glucose uit bloed
- als brandstof op is ga je over op vetverbranding, je maakt dan ketonen ipv glucose
- ketonen ook gebruikt als energiebron voor hersenen en is signaal voor hersenen dat ze rustiger aan moeten doen waardoor de processen langzamer gaan lopen–> minder epilepsie

neuromodulatie
- nervus vagus stimulatie
- deep brain stimulation

28
Q

hoe kom je in ketose?

A
  • Vasten
  • voeding vooral vet, weinig koolhydraten: Atkins+, klassiek ketogeen
  • Met toevoegen van medium chain triglycerides (MCT dieet)
  • Bijwerkingen/risico’s: hypoglycemieen, groeivertraging, vitamine
    deficiëntie, osteoporose
  • 50% kans op succes (=50-100% aanvalsreductie)