1.2 organisatie zenuwstelsel Flashcards
hoe is zenuwstelsel ingedeeld?
centraal zenuwstelsel (CNS)
- hersenen (incl n. opticus en retina)
- ruggenmerg
perifeer zenuwstelsel (PNS)
- hersenzenuwen
- zenuwen van/ naar dermatomen (perifere ganglia en receptoren)
autonoom
- functioneel aparte delen van CNS en PNS (sympatisch vs parasympatisch)
wat is de embryologie van de hersenen?
hersenen ontstaan uit de wanden van de neurale buis
embryologisch gezien zijn de hersenen in verschillende delen op te delen welke uitgroeien tot de hersenen
- telencephalon: cerebrum en subcorticale kernen (oa amygdala en basale ganglia)
- diencephaon: thalamus en hypothalamus
- mesencephalon: middenhersenen
- metencephalon: cerebellum (kleine hersenen) en pons
- myelencephalon: medulla oblongata
wat is de hersenstam?
middenhersenen
pons
medulla oblongata
hoe is orientatie op anatomisch niveau in de hersenen?
ventrale zijde ligt aan de onderkant van de hersenen (ipv aan de buikzijde)
anterieur bij de mens is rostraal (frontaal) bij de hersenen
posterieur bij de mens is caudaal (occipitaal) in de hersenen
in ruggenmerg is posterieur wel dorsaal en anterieur ventraal
zeg wat over de anatomie van de hersenen
hersenen bestaan uit gyri (windingen) en sulci (groeven)
sulci liggen tussen de gyri in en splitsen de gyri waardoor er verschillende gebieden ontstaan
wat zijn hemisferen?
de 2 hersenhelften
ze zitten aan elkaar vast door middel van het corpus callosum
zeg wat over de cortex en subcorticale gebieden
cerebrale cortex bestaat uit 4 loben
- frontale lobe
- temporale lobe
- parietale lobe
- occipitale lobe
corpus callosum wat de 2 hemisferen met elkaar verbindt
cerebrale nuclei:
- basale ganglia (beslissingen)
- amygdala (angst en emoties)
- hippocampus (geheugenprocessen)
hoe gaat input en output bij sensorisch en motorisch systemen?
sensorisch:
input–> thalamus–> primaire schors [–> secundaire schors –> …]
motorisch
[…]–> primaire motorische schors–> ruggenmerg–> skeletspieren
waaruit bestaan neuronen centraal en perifeer?
centraal in de hersenen bestaan ze uit:
- grijze stof (cellichamen en dendrieten)
- witte stof (axonen met myelineschede)
- spinale zenuwen
perifeer lopen de zenuwuiteinden naar de dermatomen en myotomen
kenmerken neuronen
- hoeveel
- functie
10^11 zenuwcellen
omzetten chemische–> electrische–> chemische prikkels
integratie van prikkels
geleiding over grote afstand
uit welke onderdelen bestaat een neuron altijd?
dendrieten
soma
axon heuvel
axon
- myelineschede
pre-synaptisch einde (transmitter in vesiculi)
synaps
elektrisch geladen (membraanpotentiaal)
wat is neuronclassificatie
classificatie op basis van structuur
projectie
- lange afstand
- korte afstand
dendritische structuur
- pyramide vorm
- ster vorm
aantal uitsteeksels
- unipolair of bipolair (specialisatie)
- multipolair (integratie)
wat doen synapsen?
chemische overdracht van signalen
- pre-synaptische cel
- neurotransmitter
- receptor
- post-synaptische cel
- fusie synapsblaasjes in pre-synaptisch membraan
- release neurotransmitter in synaps-spleet
- kortdurende hechting aan post-synaptische receptor
neurotransmitter op receptor kan dan inhiberende of exciterende werking hebben.
drugs en geneesmiddelen werken hier op in zoals cholinesterase remmers
wat is de indeling van neuronen op verbindingen?
divergent (een op veel)/ focussed (1 op weinig)
convergent (meer op 1)
noem kenmerken van steuncellen (glia)
2-10x zo talrijk als neuronen
geen axon, geen actiepotentialen