2.2 het epileptische neuron Flashcards
wat is een epileptische aanval?
Epileptische aanval (stuip, toeval, convulsie, insult, seizure): klinische manifestatie van een plotselinge, kortdurende functiestoornis van de hersenen ten gevolge van excessieve of synchroon optredende activiteit van cerebrale neuronen
wat is een TIA?
Kortdurende, voorbijgaande aanvallen van neurologische uitvalverschijnselen die worden veroorzaakt door een tijdelijke, focale stoornis in de bloedvoorziening.
Bijv. hemiparese, afasie, dysartrie (vooral negatieve symptomen)
verschil tia en epilepsie
In beide gevallen gaat het over zenuwcellen die hun werk niet doen
Bij TIA echt een uitval van de zenuwcellen door zuurstoftekort ofz waardoor je uitvals verschijnselen krijgt (negatieve symptomen)
Bij epilepsie gaat het eorver dat de zenuwcellen spontaan gaan vuren terwijl ze niet moeten vuren (positieve symptomen)
waar kijkt een Elektro-encefalogram (EEG) naar
elektrische activiteit van de hersenen
kan iets zeggen over localisatie van de aanval
wat gebeurd er in de hersenen tijdens een focale epileptische aanval?
Focale epileptische aanval:
Ontstaat door hypersynchrone neuronale activiteit in een deel van de hersenschors. Een grote groep cellen gaat synchroon salvo’s actiepotentialen afvuren
zeg wat over de prikkelbaarheid van zenuwcellen
hoe zit dat bij epilepsie
Zenuwcellen zijn prikkelbaar (‘excitable’): ze zijn elektrisch actief, ze kunnen actiepotentialen genereren
Het ‘gemak’ waarmee dat gaat, bepaalt hun prikkelbaarheid (‘excitability’).
De prikkelbaarheid is dus een maat voor de neiging van zenuwcellen om
actiepotentialen te genereren.
Bij epilepsie is de prikkelbaarheid van sommige zenuwcellen abnormaal hoog.
hoe ontstaan insulten?
De overmatige ontladingen ontstaan door een abnormale prikkelbaarheid (excitability) van de cellen: het wordt te makkelijk om actiepotentialen te genereren.
hoe ontstaat abnormale prikkelbaarheid?
epileptische neuronen
- neuronen die prikkelbaarder zijn
- bv mutaties in ionkanalen waardoor prikkelbaarheid van neuronen hoger wordt
epileptische neuronale netwerken (balans tussen excitatie en inhibitie verstoord)
wat bepaalt de prikkelbaarheid van 1 neuron?
ion-concentraties (Na+, K+, Cl-, Ca2+, Mg2+)
ionkanalen (type, eigenschappen, dichtheid, verdeling)
synaptische inputs (soort signalen: exciterend of inhiberend)
wat is het evenwichtspotentiaal?
membraan is permeabel voor k+ maar niet voor cl-
kalium kan beiden kanten opstromen en gaat naar de kant met de minste concentratie. er ontstaat dus een elektrische kracht als aan de ene kant van het membraan de concentratie minder is dan aan de andere kant. als de krachten even groot zijn en de netto elektrochemische kracht 0 is, is er sprake van een evenwichtspotentiaal ofwel nernstpotentiaal ofwel omkeerpotentiaal Ex
hoe bereken je evenwichtspotentiaal
nernst vergelijking
Ex= 58 mV log [X]o/[X]i
Ex= 58 mV log (extracellulaire concentratie/ intracellulaire concentratie)
nernst potentiaal is de potentiaal waarbij de netto stroom voor dat ion 0 is
wat is log(10)
log(1)
(log0.1)
(log0.01)
log(10)=1
log(1)=0
log(0.1)=-1
log(0.01)=-2
wat doet Na/k ATPase?
Efflux van 3 Na+
Influx van 2 K+
Hydrolyse van 1 ATP
wat is effect Na/K pomp?
Door de werking van de Na+/K+ pomp is:
- [K+] intracellulair veel hoger dan extracellulair
- [Na+] extracellulair veel hoger dan intracellulair
Hierdoor is de evenwichtspotentiaal voor K+ (EK) negatief en
de evenwichtspotentiaal voor Na+ (ENa) positief.
Dit maakt het mogelijk dat een cel actiepotentialen vuurt.
hoe ontstaat een actiepotentiaal?
De actiepotentiaal ontstaat door een kortdurende toename van de geleidbaarheid van de membraan voor Na+ waardoor de membraanpotentiaal in
de richting van de evenwichtspotentiaal voor Na+ gaat (depolarisatie),
gevolgd door een toename van de geleidbaarheid van de membraan voor kaliumionen, waardoor de
membraanpotentiaal weer teruggaat in de richting van de evenwichtspotentiaal voor K+ (repolarisatie).
Iha geldt dus dat een verhoogde geleidbaarheid voor Na+ dus de prikkelbaarheid verhoogt, terwijl een verhoging van de geleidbaarheid voor K+ de neiging tot vuren verlaagt.
De toename van de doorlaatbaarheid van de membraan voor Na+ is het gevolg van het openen van natriumkanalen.