2.2 Eenvoudige suikers & Aminozuren Flashcards
basis suikers
= biopolymeren opgebouwd uit monomeren
= opslag van energie in lever
structuur
CnH2nOn met n < 3
= polyhydroxylaldehyden
- carbonylfunctieC(=O)-OH
- meerdere hydroxylfuncties C-OH
onderverdeling monosacchariden
aldosen = carbonyl op 1e C
ketosen = carbonyl in keten
naamgeving
aldo/keto - X - ose met X = tri, tetr, pent, …
stereoisomeren suikers
= enantiomeren
bij glucose C2-5 = AKA
-> spiegel-isomerie
= andere vorm
= anderenamen
functionele groep = hydroxyl
D/L-nomenclatuur
D-glucose
glucose C6H12O6
lineair = aldohexose
-> fisher-projectie
= D-vorm voor moleculaire herkenning
–> links fisher = boven haworth
- O van C1 bind op C5
-> ook OH op C1
= nieuwe vormen
cyclisch = glucopyranose
-> haworth-projectie
alfa & beta-D-glucopyranose
–> beide worden herkent maar beta is stabiler
complexe suikers
- disachariden = 2 monosachariden
- polysachariden = 3+ monosachariden
-> lineaire of vertakte ketens - glycoconjugaten = covalente koppelingen met monosachariden
OH op C1 kan binden met OH op C2-5
= glycosidische binding
- cis binding = alfa-glycosidische binding
- trans binding = beta-glycosidische binding
voorbeelden complexe suikers
- disachariden
1) alfa-1,4-glycosidische binding van glucose
= maltose = zetmeel
2) beta-1,4-glycosidische binding van glucose
= lactose
- polysachariden
1) glycogeen
alfa-1,4-glycosidische binding in lineaire keten
beta-1,4-glycosidische binding in vertakkingen
2) hyaluronzuur in slijmlagen
basisstructuur eiwitten
centraal = C-alfa
boven = carboxyl-functie = C2 -> fysiologische pH = COO-
onder = restgroep
rechts = H
links = aminefunctie -> fysiologische pH = NH3+
zowel + als - = zwitter-ion
C-alfa = AKA
-> functionele groep = aminefunctie
enkel L
pH dalen = COO- -> COOH want lage pKa
pH stijgen = NH3+ -> NH2 want hoge pKa
onderverdeling aminozuren
1) niet polair
alfatisch
- glycine GLY
- alanine ALA
- leucine LEU
- isoleucine ILE
aromatisch
- phenylalanine PHE
- tryptofaan TRP
andere
- methionine MET
- proline PRO
2) polair
ongeladen OH
- serine SER
- threonine THR
- tyrosine TYR
ongeladen NH2
- asparagine ASN
- glutamine GLN
andere
- cysteïne CYS
geladen O-
- aspartate ASP
- glutamate GLU
geladen NH3+
- lysine LYS
- arginine ARG
- histidine HIS
gemodificeerde aminozuren
= tijdelijk
= regulatie
1) fosforylering
-> kan enkelijk op AZ met ongeladen OH groep
= ser, thr & tyr
AZ-OH + PO3,2- <=> AZ-PO4 + H+
2) acetylering
AZ + C(=O)CH3
3) hydroxylering
AZ + OH
4) methylering
AZ + CH3
5) carboxylering
AZ + COO-
gebruik AZ & deviaten
voornamelijk = opbouw eiwitten
- neurotransmitters
-> glycine, GABA = gamma-amin-boter-zuur & dopamine - allergische reactie = histamine
- schildklierhormoon = thyroxine
de peptide binding
= vorming van polypeptide keten uit aminozuren
= endo-energetisch = niet-spontaan
1) aminegroep & carboxylgroep
2) nucleofiele substitutie van vrij e- paar op N x OHbinding
3) vorming R-C(=O)-NH-R
4) soorten polypeptide ketens
- altijd lineair = geen vertakkingen
- oligopeptiden = di/tripeptiden
- polypeptiden
5) eindes
- N-terminus = NH3+
- C-terminus = COO-
-> totale lading wordt enkel bepaald door zijketens