1.4 Intermoleculaire krachten

Question 1

specifieke eigenschappen vaste toestand

Answer 1

intermoleculaire krachter&raquo_space;> Ekin

• niet vrij bewegen = trillen
• vast volume & vaste vorm
• kristalijne/amorfe stoffen
  -> verschillende eenheden bouwen een kristal op
• kubische/bodycentertedkubisch/vlakkengecentreerd
• MOF’s = metali organic frameworks = metaal als ion verbonden door organische leakers die een netwerk vormen
• COF’s = covalent … = covalente leakers

Question 2

specifieke eigenschappen vloeitbare toestand

Answer 2

inetermoleculaire krachten ≈ Ekin
- vrijbewegen
- vast volume & geen vaste vorm

• viscositeit = weerstand bij vloeien
  – hoog = traag bewegen
  – temperatuur omhoog = viscositeit omlaag
  – oppvervlakte spanning
• dampdrukken: maxwell & boltsmancurve
  – lage T = nauwe verdeling

-> molaire verdampings & smelt enthapie

Question 3

specifieke eigenschappen gassen

Answer 3

intermoleculairekrachten «< Ekin
- vrij bewegen
- geen vast volume & geen vaste vorm

• ideale gassen
  – onafhankelijke beweging van elkaar
  – geen volume van moleculaen
• druk: 1 pa = 1N/m -> 1 bar 10^5Pa
• ideale gaswet: P x v = n x R x T
  Vm= 22,7 l
• totaaldruk & partieeldrukken
  P = Pa + Pb + …
  P = Ntot/v
  Ntot = Na + Nb + …

Question 4

medisch toegepast: meten van bloeddruk

Answer 4

samentrekken hart = 100-120 Torr = bovendruk
ontspannen hart = 60-80 Torr = onderdruk

1) drukverband op 200 Torr = geen doorlating bloed
2) langzame afnamen bloed
3) druk bij eerste zwakken stoten = bovendruk
4) verder zakken
6) druk wij verwijnen pompen -> stromen = onderdruk

Question 5

medisch toegepast: ademhaling

Answer 5

= partieel drukken
02 & CO2 diffunderen spontaan bij bij verschillen
in longen & cellen
-> CO2 productie door glucose omzettingen