13. Angststoornissen Flashcards
Angst
Angst is een normale, functionele emotie, maar in sommige gevallen is de angst disfunctioneel en
buitenproportioneel
Angstreactie
Een Angstreactie bestaat uit verschillende componenten:
* Cognitieve component van angst: het ervaren van een subjectief gevoel van angst.
* Gedragsmatige component van angst: fysiologische reacties, zoals een versnelde hartslag en
ademhaling, verhoogde bloeddruk, vermindering van maag/darm activiteit en hormonale
veranderingen zoals de toename van adrenaline en cortisol spiegels.
Fight-or-flight respons
afhankelijk van van de dreiging en de situatie kan het angstige individu
beslissen zich te verweren of te vluchten.
Ook al wordt angst vaak gezien als laf of zwak, toch zijn angstgevoelens in veel gevallen adaptief
en functioneel, omdat ze een beschermende werking hebben en de overlevingskans vergroten.
Angst is een dimensioneel begrip en het onderscheid tussen normale angst en pathologische angst
is niet scherp te trekken. Onderscheidend voor pathologische angstreacties zijn de intensiteit, het
soort gedrag en de duur en/of aard van de uitlokkende gebeurtenis.
Angststoornis
Wanneer pathologische angsten iemand in het dagelijks functioneren belemmeren en/of iemand
lijdt sterk onder deze reacties, dan spreekt men van een klinisch relevante angst of
angststoornis. De verschillende angststoornissen hebben als gemeenschappelijke kenmerken:
subjectief ervaren angst, fysiologische reacties, vermijdingsgedrag en irrationele gedachten, maar
verschillen van elkaar mbt de stimuli die de angstreacties oproepen.
Separatieangststoornis
De separatieangststoornis kenmerkt zich door extreme angst gescheiden te worden van degene
aan wie men gehecht is, terwijl dit niet past bij de ontwikkelingsleeftijd. Wanneer zo’n scheiding
daadwerkelijk plaatsvindt, ontstaat een hevig angstreactie. Er is tegenzin of weigering om bij
hechtingsfiguren weg te gaan, men kan hierover ook nachtmerries krijgen.
criteria waaraan voldaan dient te zijn om van een separatieangststoornis te spreken.
Om van een separatieangststoornis te spreken moet deze angst +6 maanden aanwezig zijn bij de
volwassene en dient aan minstens 3 van onderstaande criteria voldaan te zijn:
* Steeds opnieuw extreem van streek zijn als een belangrijke persoon weggaat of wanneer
verwacht wordt dat die zal weggaan.
* Extreme of aanhoudende angst voor het verliezen van belangrijke personen of bezorgdheid
dat hen iets zal overkomen.
* Extreme of aanhoudende angst over het meemaken van een gebeurtenis die zou kunnen
leiden tot de scheiding van een belangrijke persoon.
* Niet weg willen gaan van huis vanwege de angst voor scheiding van een belangrijk persoon.
* Extreme angst of tegenzin om alleen te zijn of zonder belangrijk persoon.
* Niet ergens anders dan thuis willen slapen zonder die belangrijke persoon.
* Lichamelijke klachten wanneer men gescheiden is van een belangrijk persoon of wanneer dit
verwacht wordt.
Selectief mutisme
Men spreekt van selectief mutisme wanneer iemand gedurende meer dan een maand consequent
niet kan spreken in sociale situaties waarin dat wel vereist is, terwijl de persoon wel in staat is te
spreken in andere situaties. De klachten ontstaan meestal voor het 5e levensjaar, maar komen
vaak tot uiting wanneer het kind naar de lagere school gaat. De stoornis is zeldzaam, zeker bij
volwassenen.
Specifieke fobie
Men spreekt van een specifieke fobie wanneer er een duidelijke en aanhoudende (+6 maanden)
buitenproportionele angst is voor een bepaald object of situatie. Blootstelling aan het gevreesde
object of situatie leidt tot een angstreactie en wordt dan ook zo veel mogelijk vermeden. In de
DSM- 5 worden er 5 subcategorieën onderscheiden:
* Fobie voor dieren.
* Fobie voor natuurverschijnselen (onweer, hoogte, water,..).
* Fobie voor bloed-injectie-verwonding.
* Fobie voor situaties (bvb tunnels, liften, vliegen,..).
* Overige fobieën (bvb situaties die kunnen leiden tot stikken of overgeven).
Kenmerken van een specifieke fobie:
- Angst voor een specifiek object of situatie.
- Het object of de situatie roept vrijwel altijd onmiddellijk angst op.
- Het object of de situatie wordt bewust vermeden of met spanning doorstaan.
- De angst staat niet in verhouding tot het werkelijke gevaar.
- De angst is persistent en 6+ maanden aanwezig.
Sociale angststoornis
De sociale angststoornis is een hardnekkige angst voor, of het vermijden van sociale contacten
of situaties waarin de kans bestaat beoordeeld te worden. De persoon is bang om zich zodanig te
gedragen dat de angstsymptomen zichtbaar worden (bvb blozen, zweten,..) zodat hij negatief
beoordeeld wordt. Deze angst kan algemeen zijn of ‘performance only’ (bvb spreken in het
openbaar, sollicitaties,..).
Kenmerken van een sociale angststoornis:
- Angst voor sociale situaties waarin met kritisch beoordeeld kan worden.
- Men vreest een negatief oordeel over het eigen gedrag of de angstsymptomen.
- De sociale situaties roepen bijna altijd angst op.
- De sociale situaties worden vermeden of met spanning doorstaan.
- De angst staat niet in verhouding tot het werkelijke gevaar.
- De angst is persistent en +6 maanden aanwezig.
Paniekstoornis
Bij een paniekstoornis ondervindt de persoon recidiverende paniekaanvallen die onverwacht en
zonder duidelijke aanleiding optreden. Men heeft ook minstens 1 maand anticipatieangst en
men past het gedrag aan om nieuwe aanvallen te voorkomen.
Kenmerken van een paniekstoornis:
- Steeds terugkerende en onverwachte paniekaanvallen: abrupte golven van intense angst en
ongemak die binnen enkele minuten een piek bereiken en gepaard gaan met minstens 4 van
van onderstaande fysieke en cognitieve symptomen: - Hartkloppingen.
- Transpiratie.
- Trillen, beven.
- Gevoel van verstikking.
- Gevoel naar adem te snakken.
- Pijn op de borst.
- Misselijk of maag/darm klachten.
- Duizelig, onvast, licht in het hoofd.
- Koude rillingen of opvliegers.
- Verdoofd of tintelend gevoel.
- Derealisatie of depersonalisatie.
- Angst om gek te worden.
- Angst voor de dood.
- Minstens 1 van deze aanvallen wordt gevolgd door minstens 1 maand waarin men
aanhoudend bezorgd is over nieuwe paniekaanvallen en/of zich significant anders gedraagt.
Agorafobie
Agorafobie zijn gevoelens van angst in situaties waaruit men moeilijk weg kan of waarin geen
hulp beschikbaar is als men last krijgt van paniekachtige symptomen of andere verschijnselen
die schaamtevol beleefd worden. Pas sinds DSM-5 is agorafobie een zelfstandige diagnose ipv
een specifier van de paniekstoornis.
Kenmerken van agorafobie:
Intense angst voor minstens 2 van volgende situaties:
* Reizen met openbaar vervoer.
* In een afgesloten ruimte zijn.
* In een rij of menigte staan.
* Alleen buiten zijn.
* Men vreest deze situaties omdat ontsnappen moeilijk lijkt en hulp niet beschikbaar is moest
men in paniek geraken of omdat men zich schaamtelijk zou gedragen.
* De betreffende situaties roepen bijna altijd angst op.
* De betreffende situaties worden vermeden of enkel in gezelschap ondergaan.
* De angst is persistent en +6 maanden aanwezig.