13/12 complicaties na levertransplantatie Flashcards

1
Q

vroege chirurgische complicaties na levertransplantatie

A
  • trombose a. hepatica/ vena porta
    -obstructie piggy back anastomose
  • lekkage/ obstructie galweganastomose
  • fascie dehiscentie
  • wondinfectie
  • nabloeding
    -ileus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Late chirurgische complicaties na levertransplantatie

A

-obstructie galweganastomose
- ischemische galwegschade
-trombose a. hepatica
- stenose anastomose vena porta en piggy back
-wondhernia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vroege medische complicaties na levertransplantatie

A
  • acute cellulaire rejectie
    -ischemie/ perfusie schade
    -hyperglycemie
    -infectie
    -toxiciteit geneesmiddelen
    -delier/ slaapproblemen
    -nierinsufficiëntie
    -hypertensie
    -overvulling/ oedeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

late medische complicaties na levertransplantatie

A
  • acute cellulaire rejectie
  • humorale rejectie
    -infecties
  • nierinsufficiëntie
    -osteoporose
    -diabetes
    -hypertensie
    -maligniteit
    -terugkeer leverziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

primaire graft dysfunctie

A
  • gerelateerd aan ischemie-reperfusion schade
  • donor-, operatie-, en ontvanger gerelateerde factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

primaire non functie (PNF) graft dysfunctie

A

-ASAT > 10000 U/L
-INR > 3.0
-Lactaat > 3 mmol/L
- geen gal productie

indicatie voor high urgency re-LTx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vroege allograf dysfunctie (EAD)

A

op dag 7
-bilirubine >170 micromol/l
-INR > 1.6
-ASAT of ALAT > 2000 U/L

risicofactor voor mortaliteit en graft loss

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vasculaire complicaties na levertransplantatie

A

-vroege a. hepatica trombose
-late a. hepatica trombose
-vena portae trombose/ stenose
-stenose piggy back cavo-cavostomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

behandeling vasculaire complicaties levertransplantatie

A

-retransplantatie
-radiologische angioplastiek/ stent
-chirurgische revisie
-antistolling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bloedverlies tijdens levertransplantatie (gemiddeld/ weinig/ veel)

A

gem: 3200 ml
weinig: 500 ml
veel: 43 000 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

galwegcomplicaties na levertransplantatie (welke en hoe ontstaan ze)

A

-stenose galweg anastomose
-gallekkage/ biloom
-niet-anatomische stricturen (NAS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling galwegcomplicaties na levertransplantatie

A

-ERCP/ PCT/ drainage
-hepaticojejunostomie
-retransplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

acute nierinsufficiëntie na levertransplantie
(door ontvanger)

A

-ernst van leverziekte
-MELD score
-pre-existente nierfunctie
-HCV/ HBV/ NASH
-warme ischemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

acute nierinsufficiëntie na levertransplantie
(door donor)

A

-koude ischemie
-warme ischemie
-leververvetting
-extended criteria donor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

acute nierinsufficiëntie na levertransplantie
(door intra-operatief)

A

-hemodynamische instabiliteit
-excessief bloedverlies
-post reperfusie syndroom
-IRI (ischemia reperfusion injury)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

acute nierinsufficiëntie na levertransplantie
(door postoperatief)

A

-calcineurine remmer
-nefrotoxische medicatie
-infectie/ sepsis
-ondervulling

17
Q

chronische cellulaire rejectie na levertransplantatie

A
  • kan al > 6 maanden
    -bilirubine/ AF/gGT
    -ductopenie, obliteratieve arteriopathie
18
Q

acute cellulaire rejectie na levertransplantatie (vroeg)

A

<3 maanden
-AF/gGT
-portale ontsteking, endothelitis, cholangitis

19
Q

acute cellulaire rejectie na levertransplantatie (laat)

A

-AST/ALT
-centrale perivenulitis

20
Q

humorale rejectie na levertransplantatie

A

hyperacuut
Donor-specifieke antistoffen, onder immuunsuppressie
* AST/ATL, allograft dysfunctie
* CD4 kleuring

21
Q

bijwerkingen immuunsuppressiva

A
  • verhoogd risico op infecties
    -verhoogd risico op kanker

-Hypertensie
* Nierschade
* Diabetes mellitus
* Hyperlipidemie
* Osteoporose

22
Q

oorzaken verlies levertransplantaat

A

-chirurgische complicaties
-vasculaire ziektes van de graft
-terugkomen initiële ziekte
-hepatitis
-de novo nonalcoholic steatohepatits
-slechte graft kwaliteit
- door immunosuppressie
-immunologische complicaties

23
Q

factoren van invloed op overleving na transplantatie

A

Leeftijd donor en ontvanger
* Oorspronkelijke leverziekte
* Co-morbiditeit
* Transplantaatschade
* Ischemie/ Reperfusie
* Afstoting
* Chirurgisch-technisch
* Complicaties na transplantatie
* Bijwerkingen immunosuppressieve medicatie

24
Q

welke leverziektes kunnen terugkomen

A
  • virale hepatitis (B en C)
    -Auto-immuun leverziekten (PSC, PBC, AIH)
     Alcohol
     NASH
     HCC
25
Q

milaan criteria HCC

A
  • tumor <5 cm
    -maximaal 3 tumoren <3 cm
26
Q

oorzaken van sterfte na levertransplantatie

A
  1. hepatisch (23,9%)
  2. non-hepatisch (63,3%)
    -CV
    -Infectie
    -renaal
    -maligniteit
    -de rest
  3. onbekend (12,8%)