11/12 orgaandonatie Flashcards

1
Q

soorten orgaan donoren

A
  1. levende donor
  2. DCD
  3. DBD
  4. donoren na euthanasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dode donor regel

A

Je mag geen donatie doen waarbij het verwijderen van het orgaan de doodsoorzaak is (donor moet al dood zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

criteria hersendood

A
  1. Patiënt moet in de diepste vorm van coma zijn (EMV)
  2. Er mag geen andere invloed zijn die op hersendood mogen lijken
  3. Er moet een logische en bewijsbare oorzaak
  4. Alle hersenstam reflexen moeten negatief zijn
  5. EEG moet flat zijn
  6. Er is geen aantoonbare ademhalingsactiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Testen hersenstam zenuwen

A
  • oogreflexen
  • Hoesten en slikreflexen
  • Inner ear ( vestibular reflex, icewater test)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Apneu test

A

patiënt met normale CO2 van beademing afhalen
Dan zal de CO2 stijgen en PH dalen, bij normale mensen ademreflex
bij geen ademreflex, apneu test positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer persoon overleden die hersendood is

A

Als apneu test positief is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

DCD

A

death after cardiac death
iemand moet 2 uur na stoppen behandeling overleden zijn (anders te lange warme ischemie tijd)
5 minuten no touch als: slagader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

DBD

A

Death by braindeath

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly