20/12 zwangerschap Flashcards

1
Q

rol nier in zwangerschap

A

tot 40% meer efgr in nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 stadia van zwangerworden

A
  1. pre-conceptie
  2. antenatale
  3. postnatale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat wordt besproken tijdens een pre-conceptie counselling

A
  • timing van de zwangerschap
    -genetic counselling (erfbare ziekte, zoals ADPKD, alport, reflux)
  • kans op gezonde baby
    -invloed zwangerschap op transplantaat
    -invloed transplantaat op zwangerschap
    -gezond leven; niet roken, gezond gewicht, aspirine en foliumzuur
    -medicijnen: immunosuppressie en co-medicatie
    -andere chronische ziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

anticonceptie na transplantatie

A

bij goede transplantaat functie en geen andere contra-indicaties: gewoon normale anticonceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer ideaal om zwanger te worden

A
  • goede nierfunctie
    -goede bloeddruk
  • geen eiwit verlies in de urine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

overwegingen om niet zwanger te worden

A
  • nu al weinig energie
  • al een nier verloren
  • angst voor aangeboren afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

overwegingen om wel zwanger te worden

A
  • kinderwens is risico waard
  • merkt weinig van niertransplantaat
  • niet goed inlezen op risico’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoelang wachten na transplantatie om zwanger te worden

A
  • 1 jaar wachten
  • of 6 maanden stabiel na stoppen MMF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

transplantaat verlies 2 jaar na zwangerschap (lever, hart, nier en long)

A

lever & hart: 3%
nier: 5%
long: 6%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

complicaties tijdens zwangerschap (antenataal)

A
  1. pre-eclampsie
    -eiwitverlies in de urine
    -hoge bloeddruk
  2. infecties
  3. UWI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer is iets pre-eclampsie en wat moet je geven

A

-<20 weken: nierziekte
->20 weken: pre-eclampsie

geef aspirine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke IS is veilig tijdens zwangerschap en welke niet

A

Veilig: prednison, azathioprine, ciclosporine, tacrolimus
onveilig: mycophenolate (MMF)
te weinig info: sirolimus, antibodies Rx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke anti-hypertensiva is veilig en welke niet

A

veilig: methyldopa, alfa- en beta-adrenergic blockers, calcium-kanaal blockers, thiazide diuretics
onveilig: ace-inhibitors, angiotensine receptor blockers, renine blockers (dus alles op RAAS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het grootste verschil in de baby’s die geboren zijn

A

ze hebben een lager geboortegewicht dan baby’s van gezonde moeders

hoe slechter de nierfunctie, hoe kleiner het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

medicatie tijdens borstvoeding

A

geldt zelfde regels als tijdens zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly