Zelfstudie 9 - Rund en Kleine Herkauwer Flashcards

1
Q

Ziektegeschiedenis

A

Signalement en anamnese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Algemene indruk rijgje

A
    • Gedrag en bewustzijnsniveau
  • Houding en gang
  • Voedingstoestand
  • Verzorgingstoestand
  • IHOSKA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Algemeen onderzoek rijtje

A
  • Ademhaling
  • Pols
  • Temperatuur
  • Huid, Beharing en Hoornige structuren
  • Slijmvliezen
  • Lymfeknopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is normaal gedrag voor een schaap?

A

Een schaap is een koppeldier en zal altijd proberen bij de kudde te blijven. Op het moment dat het dier zich afzondert van de kudde, is het vaak al ernstig ziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Opvallende houding en gang van schaap die vaak gezien wordt

A

Op de voorknieën lopen of staan. Dit komt voor bij ernstige rotkreupel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe beoordeel je de voedingstoestand van een schaap?

A

Dit is moeilijk te beoordelen. Voel naar bespiering op rug en lendenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ademhaling schaap

A

20 - 30

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pols schaap

A

70 - 90 (voel aan a. femoralis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Temperatuur schaap

A

38.5 - 40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar bepaal je de turgor van het schaap?

A

Aan het bovenooglid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar let je extra op bij inspectie wol van schaap?

A

Myasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doe je bij het onderzoek van de lymfeknopen en de slijmvliezen van het schaap?

A

Die worden niet standaard onderzocht. Bij een geit wel van groot belang in verband met het voorkomen van Caseous Lymphadenitis (hele lichaam vergrote lymfknopen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Met welk gegeven kun je het signalement van een rund in één keer omschrijven?

A

Oornummer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welke drie groepen vragen kun je de anamnese globaal indelen?

A
  1. Vragen met betrekking tot de klacht en het orgaansysteem waaruit deze lijkt voort te komen
  2. Vragen over andere orgaansystemen
  3. Vragen die betrekking hebben op onder andere het milieu, de voeding, de huisvesting enzovoorts en koppelgenoten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar let je op bij het beoordelen van de voedingstoestand van runderen?

A

Let op spieren van de rug en de lendenen en de hongergroeve. Beoordeel de voedingstoestand aan de hand van een scorekaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe beoordeel je de verzorgingstoestand van runderen?

A

Let op de verzorging van de vacht (korte termijn) en hoornige structuren (lange termijn) en op omstandigheden waaronder het dier gehuisvest is. De kwaliteit van de verzorging is sterk afhankelijk van de eigenaar en geeft informatie over hem.

17
Q

Hoe beoordeel je de ademhaling van het rund?

A

Rechts schuin achter de koe. Beoordelen op frequentie, regelmaat, type en diepte

18
Q

Waar neem je de pols op bij e koe?

A

a. facialis, a. saphena, a. coccygia.

Beoordelen op frequentie, ritme en kwaliteit

Kwaliteit: equaliteit en kracht

19
Q

Welke 3 handelingen verricht je bij het beoordelen van de huid?

A
  1. Temperatuur oren
  2. Temperatuur voorbenen
  3. Turgor op de hals (verticaal)
20
Q

Waar let je op bij het beoordelen van de slijmvliezen bij runderen?

A

Kleur
Vochtigheid
Bloedingen
Laesies

21
Q

Welke slijmvliezen beoordeel je bij runderen?

A

Sclera (hoofd roteren)
Conjunctiva (twee handen)
Membrana nicitans
Slijmvliezen bek (palatum durum reflex)

22
Q

Welk doel heeft het onderzoeken van de lymfeknopen bij runderen? (2)

A
  1. Indruk krijgen over eventuele afwijkingen in het stroomgebied van de lymfe die de lymfeknoop bereikt
  2. Mogelijke op zichzelf staande lymfeknoop afwijkingen
23
Q

Welke lymfeknopen beoordeel je bij het rund?

A
Mandibularis
Retropharyngealis
Boeglymfeknoop (cervcalis superfacialis of prescapulair)
Vanlymfeknoop (subiliaci)
Mammaire lymfknoop
24
Q

Pols rund

A

50 - 80

25
Q

Temperatuur rund

A

38 - 39

26
Q

Ademhaling rund

A

10 - 30

27
Q

Temperatuur pasgeboren kalf

A

38.5 - 39.5

28
Q

Temperatuur kalf tot een jaar

A

38.5 - 39.5