Practicum 15 Flashcards

1
Q

Voor het snijden. Waar moet je aan denken?

A

Ga ervan uit dat in principe elk dier waar sectie op verricht wordt besmet kan zijn met een infectieus agens. Denk in anamnese bij dood aangetroffen dier eerst aan miltvuur voor het openen van het kadaver.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe positioneren we dieren?

A

Grote en kleine herkauwers: linker zijligging (pens)
Paard, varken, hond, kat en overig: rechter zijligging of op de rug
Kan ook hangend, maar liggingsveranderingen van maagdarmkanaal zijn dan minder goed te beoordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke volgorde verloopt de uitwendige inspectie?

A
  • Ras, geslacht, leeftijd, gewicht, voedingstoestand, bijzonderheden lichaamsbouw
  • Rigor en rottingsverschijnselen
  • Huid en beharing
  • Oog, oogslijmvliezen oogleden (bij varken insnijden, evenals de kophuid)
  • Neusslijmvlies, neussiegel
  • Mondslijmvlies, tong, gebit (haaktanden big, tandsteen)
  • Oren, slijmvlies vulva en praeputium
  • Buikomvang (ascites)
  • Voetzolen, hoeven, klauwen, bijklauwen, tussenspleet
  • Navel (jonge dieren)
  • Mammae, testikels en epididymes (nu al insnijden en beoordelen)
  • Anus, perineum, staart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doe je bij het varken al bij de uitwendige inspectie?

A

Insnijden van het oog, oogslijmvliezen en oogleden en insnijden van de tong.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf de eerste sectie.

A

Bovenliggend voorbeen wegnemen, bovenliggend achterbeen wegnemen (heupgewricht exarticuleren en losprepareren, let bij hond op ligamentum teres voor HD). Inspecteren hepkom, ligament en femurkop. Huid klieven in ventrale mediaanlijn van bekken tot kin en lospreprareren buikwand, ribwand en halsvlakte tot dorsale mediaanlijn. Huid tussen kaaktanden en wanghuid losprepareren tot en met oorbasis. Subcutis, vet en spierweefsel beoordelen. Mondholte aan ventrale zijde openen door twee sneden binnen de kaaktakken, tong via rechter of linker snede naar buiten en, na afsnijden van tongriem, naar achteren. Verleng snede caudaal tot een goed zicht op farynx en larynx. Bij dieren met weinig ruimte tussen de onderkaaktakken (paard, rund) beide takken van elkaar scheiden in symphysis met zaag of beentang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke lymfeknopen zoek je op en beoordeel je? Beoordeel op gvkcs.

A
  • Mandibularis
  • Subparotideus
  • Cervicalis superficialis
  • Axillaris proprius
  • Inguinalis superficialis
  • Popliteus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarop beoordeel je de lymfeknopen tijdens sectie?

A
  • Grootte
  • Vorm
  • Kleur
  • Consistentie
  • Sneevlakte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke verschillende popliteus lymfeknopen hebben verschillende dieren?

A

Vleeseters: superficialis
Paard en herkauwer: profundus
Varken: superfaciales en/of profundus
Soms geen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke lymfeknoop heeft het varken niet? Welke lymfeknoop hebben paard, het varken en de herkauwer wel?

A

Varken heeft geen ln axillaris. Paard, varken en herkauwers hebben een subiliaci (vanglymfknoop).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat bekijk je bij het controleren van de stand van het diafragma?

A

Normaal goed naar voren gekoepeld en gespannen door negatieve intra-thoracale druk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar beoordeel je het peritoneum parietale op?

A

Glad, glanzend, vochtig, doorschijnend. GGVD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe noem je ligging der ingewanden ook wel?

A

Situm viscerum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke rib laat je zitten en waarom?

A

Eerste rib. Zo houd je een goed overzicht in de borstholte in verband met het verloop van grote vaten daar ter plaatse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar let je als eerste op bij het openmaken van de borst- en buikholte?

A

Abnormale inhoud, verklevingen en vergroeiingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe beoordeel je de pleura costalis?

A

Glad, glanzend, vochtig, doorschijnend. GGVD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat volgt er na de eerste sectie?

A

Situsbespreking. Opening pericard, hart eruit en inhoud beoordelen. Ook bovenliggende snier van kapsel ontdoen en bekijken, onderliggende nier insnijden

17
Q

Hoeveel inhoud zit er normaalgesproken in het hart?

A

1 à 2 eetlepels bij kleine huisdieren, tot wel 20 cc bij grote huisdieren

18
Q

Hoe leg je het hart neer? Waarop beoordeel je het hart?

A

Met linkerhart rechts (binten van de harten-oren naar boven, arteria pulmonalis boven). Groote vorm en kleur beoordelen. Vervolgens eerst linker kant openen en dan rechter kant. Beoordeel nu grootte vorm kleur inhoud, lumenwijdte, wanddikte, spierprofiel en endocard. Sneevlakte beoordelen op vezelstructuur en consistentie (bepalen door duimtop op sneevlakte te plaatsen)

19
Q

Wanneer zaag je de neus door voor onderzoek van respiratietractus?

A

Bij verdenking op artrofische rhinitis (varken) of tumor (hond). Bij paard luchtzakken beoordelen.

20
Q

Waarop beoordeel je de longen?

A

Grootte, vorm, kleur, consistentie en sneevlakte. Consistentie door de gehele long. Met de hand oppervlakkig en diep palperen. Soortelijke massa vergelijken met water door stukje in water te doen (hoort te drijven door lucht).

21
Q

Waarop beoordeel je de milt?

A

GGVKCS. Beoordeel ook pulpa door voorzichtig afstrijken van mes.

22
Q

Wat doe je in geval van icterus?

A

Lever samen met maag en gedeelte duodenum verwijderen zodat galafvoer naar darm kan worden beoordeeld (anders bij herkauwers).

23
Q

Waar ligt de milt bij herkauwers?

A

Links tegen de pens.

24
Q

Waarop beoordeel je de bijnieren?

A

GGVKCS

25
Q

Waarop beoordeel je de lever en hoe verwijder je hem?

A

Verwijder met deel diafragma. Beoordelen op GVKCS. Consistentie bepalen door palpatie van de sneevlakte. Maak enkele sneden, beoordeel portale lymfeknopen, galblaaswand en inhoud. Let op galafvoer.

26
Q

Wat doe je met de nieren?

A

Beide nieren verwijderen en nierkapsel van beide nieren verwijderen. Beoordelen op GVKCS, consistentie door subtiele palpatie oppervlak na verwijderen kapsel (indrukbaarheid nierweefsel). Sneevlakte in één nier, andere nier niet insnijden i.v.m. eventueel bacteriologisch onderzoek. Bekijk regionale lymfeknopen.

27
Q

Wat beoordeel je bij het mannelijk geslachtsapparaat?

A

Testikels, epididymis, prostaat, accesore geslachtsklieren op GVKCS. Ook urethra en scrotum beoordelen.

28
Q

Wat beoordeel je bij het vrouwelijk geslachtsapparaat?

A

Ovarium, oviduct, cervix, vagina, vulva.

29
Q

Waarop beoordeel je de pancreas?

A

GVKCS

30
Q

Hoe noem je de verzameling van materiaal voor voortgezet onderzoek?

A

Sampling

31
Q

Hoe fixeer je ogen?

A

In 10% formaldehyde (in plaats van 4%).

32
Q

Wat vermeld je in elk geval op het sectieverslag?

A

Houdt de volgorde van sectietechniek aan. Vermeld sectiedatum, mate van versheid en de voortgezette onderzoekingen

33
Q

Hoe beschrijf je een ontstekingshaard of tumor?

A
  • Aantallen
  • Grootte
  • Kleur
  • Overige afwijkingen