Woorden van de les Flashcards
1
Q
ganz, ganzes
A
heel, helen
2
Q
wohnhaft sein
A
gevestigd zijn
3
Q
Mal
A
de keer
4
Q
einander, sich, euch
A
elkaar
5
Q
Gebäude
A
het pand
6
Q
tagsüber
A
overdag
7
Q
einzige
A
enige
8
Q
bilden
A
vormen
9
Q
Eis
A
het ijs
10
Q
Fahrt
A
de tocht
11
Q
Abfahrtszeit
A
de vertrektijd
12
Q
heraus
A
eruit
13
Q
wieder
A
weer
14
Q
glücklich
A
gelukkig
15
Q
zurechtkommen
A
terechtkunnen
16
Q
danach, daraufhin
A
daarna
17
Q
neben
A
naast
18
Q
abwaschen
A
de afwas doen
19
Q
nach (Ort)
A
naar
20
Q
nach (Zeit)
A
na
21
Q
heute abend
A
vanavond
22
Q
heute
A
vandaag
23
Q
gefallen
A
bevallen
24
Q
(auf)setzen
A
zetten
25
wohin
naartoe
26
vor einem Jahr
een jaar geleden
27
Ehemann
de echtgenoot
28
Ehefrau
de echtgenote
29
Arbeit
HET werk
30
glatt, glitschig
glad
31
womit
waarmee
32
Kleider
de kleren
33
waschen
wassen
34
Apparat, Gerät
HET apparaat
35
aufbewahren, aufheben
bewaren
36
zu
te
37
so dass
zodat
38
Stoff
de stof
39
Staub
HET stof
40
Boden
de vloer
41
entfernen, herausnehmen, entsorgen
verwijderen
42
trocken
drogen
43
verschieden
verschillend
44
Bestandteil
HET bestanddeel
45
Schnittchen
het sneetje
46
knusprig
knapperig
47
zuvor
tevoren
48
Geräusch
het geluid
49
wach
wakker
50
Drachen
de vlieger
51
verliebt
verlieft
52
Radrennen
de wielrennen
53
Mikrowelle
de magnetron
54
Garten
de tuin
55
Zoo
de dierentuin
56
Pflanze
de plant
57
Arbeits/Schreibtisch
HET bureau
58
Ecke
(in) de hoek
59
Waschbecken
de wastafel
60
an der Oberkante
aan de bouenkandt
61
an der Unterkante
aan de onderkant
62
Alles Mögliche
van alles
63
Maler (ei)
de Schilder(ij)
64
streicheln
aaien
65
stutzen
snoeien
66
spät
laat
67
Portrait
Het portret
68
golden
gouden
69
Goldenes Zeitalter
gouden eeuw (de)
70
19. Jahrhundert
DE 19e eeuw
71
Gute Besserung
Beterschap (de)
72
Geschenk
het cadeau
73
Geb. haben
jarig zijn
74
voriges
vorige
75
Rucksack
de rugzak
76
Insel (n)
HET eiland(en)
77
Büro/Amt
het kantoor
78
Test
de toets
79
Prüfung
HET tetamen (t.t.)
80
Examen
HET examen
81
Physik
de fysica, de natuurkunde
82
Forschung, Recherche
HET onderzoek
83
berühmt
vermaarde
84
Patent
HET octrooi
85
Europäisches Patentamt
Europees octrooi bureau
86
heutig, zeitgenössisch
hedendaags
87
Ausstellung
de tentoonstelling
88
Glühlampe
de gloeilamp
89
Kraft
de kracht
90
etwas mögen, lieben
houden van
| iets leuk vinden
91
gern
graag
92
Gern geschehen
Graag gedaan
93
Ich geh gerne ...
ik ga graag naar
