5 Het dagelijkse leven c-d Flashcards
Wasserkocher
de waterkoker
Föhn
de föhn
Mixer
de mixer
Wecker
de wekker
Toaster
de broodrooster
Waschmaschine
de wasmachine
Staubsauger
de stofzuiger
Stereoanlage
de stereo
Kühlschrank
de koelkast
Bügeleisen
het strijkijzer
Apparat
HET apparaat
Kleidung
de kleren (pl)
glätten
gladmaken
Maschine
de machine
erhitzen
verhitten
Schrank
de kast
aufbewahren
bewaren
sodass
zodat
frisch
goed
bleiben
blijven
elektrisch
elektrisch
Staub
HET stof
Ding, Sache
HET ding
Teilchen
het dingetje
Fußboden
de vloer
entfernen
verwijderen
trocknen
drogen
verschieden
verschillend
Bestandteil
HET bestanddeel
vermischen
mengen
zum Beispiel
bijvoorbeeld (bijv.)
Kassette
de cassette
abspielen, vorspielen
laten horen
Scheibe (chen)
HET sneetje
Scheibe
de snee
Brot
het brood
knusprig
knapperig
Uhr
de klok
im Voraus, vorher
van teroven
einstellen
instellen
Geräusch
het geluid
wach
wakker
Herd
HET fournis
Kaffemaschine
HET koffiezetapparaat
Spülmaschine
de vaatswasser
Fernseher
de televisie, tv
Außenseite
de buitenkant