de maanden en de weekdagen Flashcards
1
Q
Januar
A
de januari
2
Q
Februar
A
de februari
3
Q
März
A
de maart
4
Q
April
A
de april
5
Q
Mai
A
de mei
6
Q
Juni
A
de juni
7
Q
duli
A
de juli
8
Q
August
A
de augustus
9
Q
September
A
de september
10
Q
Oktober
A
de oktober
11
Q
November
A
de november
12
Q
Dezember
A
de december
13
Q
Montag
A
de maandag
14
Q
Dienstag
A
de dinsdag
15
Q
Mittwoch
A
de woensdag