Werkgroep 3. Inner drives Flashcards
Begrippen volgens Freud
- conscious
- preconscious
- unconscious
conscious
het deel van het brein dat zorgt voor hetgene waar je bewust van bent
preconscious
geheugen, maar kunnen makkelijk naar voor worden gehaald
unconscious
een deel van het brein dat niet direct toegankelijk is voor het bewustzijn
o Hebben een invloed op dingen die later gebeuren
o Worden gevoed voor thanatos en libidos (eros)
Wat is structural model of personality
id, ego, superego
Wat is id?
ontwikkeling eerste 18 maanden
originele component, al aanwezig bij de geboorte. Dit functioneert volledig in het onbewustzijn. Het is de brandstof van je persoonlijkheid.
Wat speelt een rol bij id?
o Pleasure principle: alle behoeften moeten meteen vervuld worden.
o Primary process: denken zonder logische regels om spanningen (van niet bevrediging) proberen te ontladen.
Wish fulfillment: inbeelden van iets wat de behoefte bevredigd, werkt alleen op korte termijn Bij een hongerig kind zal dit een flesje kunnen zijn
ego
ontwikkeling tussen 1,5 en 3 jaar
komt voort uit het ID en gebruikt daar een deel van. Het houdt wel rekening met de buitenwereld = reality principle. Kijkt wat er mogelijk is, rationeel kijken of het kan.
o Functioneert dus in het conscious en preconscious, door relatie met id
o Doel van het ego is om de ontlading van de spanning van het ID uit te stellen, totdat er een geschikte context voor is
Wat speelt rol bij ego
Secundaire proces: het afstemmen van het onbewuste beeld van een spanningsverminderend object op een echt object.
o Bron van intellectuele processen en probleem oplossing, realistisch denken
o Reality principle: je wilt verlangen bevredigen maar je houdt rekening met realiteit.
o Reality testing: stelt het ego in staat om actieplannen te vormen om behoeften te bevredigen en de plannen mentaal testen om te zien of ze zullen werken.
superego
is de belichaming van ouderlijke en maatschappelijke waarden, komen vaak voort uit de waarden van je ouders.
o Ego-ideaal: omvat regels voor goed gedrag of normen
Geeft dingen aan waar je naar streeft
o Geweten (conscious): regels over welk gedrag ouders afkeuren en straffen
Geeft dingen aan die je moet vermijden
o Het werkt op alle 3 de niveaus. Het oefent een beschavende invloed uit op de persoon.
Wat zijn 2 soorten instincten van id?
life (voortplanting en leven) and death
Wat is een freudian slip?
Een onbedoelde fout in spraak of handeling, die een verborgen, onbewust verlangen of gedachte onthuld. Volgens Freud is het geen toeval wanneer iemand een verkeerde naam zegt of een verkeerd woord gebruikt; het kan een uitdrukking zijn van iets dat in het onbewuste sluimert, zoals een onderdrukte emotie of geheime wens. Je kunt de unconscious niet goed onderdrukken.
Wat is een methode om erachter te komen wat iemand denkt?
alles loslaten en dan maak je de ruimte voor je unconscious om naar boven te laten komen. Iemand de ruimte geven om in zijn puurheid te komen.
o Hypnose: je geeft iemand de ruimte om puur te zijn
3 types of anxiety
reality, neurotic, moral
reality anxiety
komt door gevaren in de wereld (beet van een hond, ongeluk)
o Hiermee gaan we om door het te vermijden of op te lossen etc.
neurotic anxiety
onbewuste angst dat door je id komt waardoor je impulsen uit de hand lopen en zorgen voor iets waarvoor je gestraft kan worden.
moral anxiety
de angst wanneer je een moreel overtreedt. Het wordt gevoeld als schuld of schaamte.
o Strijd tussen ego en superego
soorten defence
- repression
- ontkenning
- projectie
- rationalisatie
- intellectualization
- regression
- reaction formation
- undoing
- isolation
- displacement
- sublimation
repression
het onderdrukken van pijnlijke of ongewenste gedachten in het onbewuste
ontkenning
het weigeren om de realiteit van een bedreigde situatie te herkennen. Je zal niet toegeven aan jezelf.
projectie
het toeschrijven van eigen ongewenste gevoelens aan anderen
o Helpt om ware verlangens in een vorm te krijgen, waardoor een deel van de energie ervan nodig is om ze weg te drukken.
o Het ego en het superego herkennen het niet als behorend tot jou
rationalisatie
het bedenken van een acceptabele verklaring voor gedrag dat eigenlijk door onbewuste motieven wordt gedreven.
intellectualization
de neiging om over bedreigingen te denken in koude, analytische en emotioneel afstandelijke termen. Je kunt zo de gedachten loskoppelen van gevoelens.
regression
terug naar een fase door opgeven huidige manieren (oral: roken/eten, anal: koppig) terugrelateren naar de wereld die effectief was
reaction formation
benadrukken/gedragen tegenovergesteld van je onacceptabele impuls/mening/gedrag (positieve beoordeling terwijl je iemand haat). Je vindt het niet kunnen dat je op mannen valt als man, je doet dan naar de buitenwereld alsof je er niet tegen kunt.
undoing
fout gedrag compenseren met een andere actie. Je verwaarloost je kind een jaar, maar geeft wel een groot cadeau op de verjaardag.
isolation
gedachte en gevoelens onderdrukken. Ervaring wel erkennen, maar gevoelens isoleren.
displacement
impuls van het ene naar andere doel verplaatsen. Het vervangen van een oorspronkelijk doel naar een minder bedreigend doel vermindert angst. Stel je bent boos op je baas, dan uit je het op je collega.
sublimation
maakt het ook mogelijk om impulsen uit te drukken door ze te transformeren naar een ander vorm. Er wordt iets gedaan aan de impuls ipv het doelwit. Als je snel boos bent en je wilt iemand in elkaar slaan aanmelden voor boksles.
o Het is een proces dat voorkomt dat problemen zich voordoen, in plaats van te functioneren nadat een angst is opgewekt.
Waarom verschillen mensen in hun reacties volgens Freud?
Freud geloofde dat onopgeloste conflicten in de vroege psychoseksuele stadia van de ontwikkeling kunnen leiden tot fixaties, wat ervoor zorgt dat volwassenen op verschillende manieren omgaan met problemen en stress.
Waarom onderdrukken mensen hun ware verlangens?
Mensen onderdrukken hun ware verlangens omdat deze vaak in strijd zijn met sociale normen of morele waarden, die door het superego worden gehandhaafd. Het uiten van deze verlangens kan leiden tot schuldgevoelens of angst, waardoor het ego ervoor kiest om deze gevoelens te verdringen of te verbergen.
Kritiek op Freud
- Theorie is moeilijk te meten
- Overschatting kracht onbewustzijn
- Seksueel thema
- Kleine datagrootte en ook selectief
- Vond het niet nodig om te testen
- Kan niet worden gefalsificeerd (erg uitgebreid en kan niet worden bewezen)
- Paste theorie aan
- Focus op ontwikkeling als kind
oral stage, 0-18 mnd (id)
door de mond: bijten, eten. Dit is terwijl je id aan het vormen is.
o Oral incorporative: afwennen van speen en loslaten moeder
o Oral sadistic fase (tanden) – agressie, sarcasm
o Oral carachter: roken, drinken, verbale agressie
o Als je deze stage niet goed voltooit: er ontstaan fixaties zoals nagelbijten, snoepen
anal stage (19 mnd - 3 jaar, ego)
zindelijk worden, toilet training
o Belonen (productiviteit) of straffen
o Als je dit niet goed doorloopt: rommelig zijn of super veel bezig met schoonmaken
phallic stage (3-5 jaar, eerste superego)
libido voor opposite seks ouder krijgen, vijandig same seks. Als je dit goed doorloopt oedipus complex en electracomplex
Oedipus complex
Freud stelde dat jonge jongens onbewust verliefd worden op hun moeder en hun vader als rivaal beschouwen voor haar affectie.
De jongen ervaart hierdoor gevoelens van jaloezie en vijandigheid richting zijn vader, maar tegelijkertijd ook angst dat de vader hem zal straffen, wat Freud de “castratieangst” noemde.
Om met deze angst en rivaliteit om te gaan, onderdrukt de jongen zijn seksuele verlangens naar zijn moeder en begint hij zich te identificeren met zijn vader. Dit proces helpt hem om zijn rol als jongen te begrijpen en zijn plaats in de samenleving te vinden.
Electracomplex
Freud geloofde dat meisjes in deze fase een verlangen ontwikkelen voor hun vader en hun moeder als concurrent zien voor zijn liefde en aandacht. Dit wordt soms ook gekoppeld aan het idee van “penisnijd” (penis envy), waarbij het meisje zich minderwaardig voelt omdat ze geen mannelijk geslachtsorgaan heeft.
Net zoals bij het Oedipuscomplex, lost het meisje deze gevoelens uiteindelijk op door zich te identificeren met haar moeder en vrouwelijke rolmodellen, waardoor ze de culturele en morele waarden internaliseert.
o Fixaties: overdreven flirten/verleiden. Man: carriere, mannelijkheid (machogedrag). Vrouw; niet bewust sexuele lading.
latente periode (6 jr - puberteit, superego)
sociale ontwikkeling
o Rustige fase, levensdriften inactiever
o Meer libido en agressie behoeftes in puberteit
genital fase (eind puberteit)
Behoefte seksuele bevrediging met anderen