College 4. Cognitieve psychologie - belichaamde conditie Flashcards

1
Q

traditionele kijk op informatie verwerking

A

Het basis informatie verwerkingsmodel van het geheugen:
* Belangrijk aspect van dit model: seriële verwerking. Niet alles wordt tegelijk verwerkt.
* Onafhankelijkheid van perceptie en cognitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Propositionele code (traditionele kijk)

A

is een soort computer functie taal.
* Waarneming en cognitie zijn onafhankelijk van elkaar
* Interne structuren lijken niet op perceptuele toestanden
* Concepten zijn symbolisch en abstract
* Alles wordt op een abstracte, propositionele manier verwerkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorbeeld propositionele code

Ganzen kruisten de horizon terwijl de wind de wolken meenam.

A

propositie 1: kruisten (ganzen, horizon)
propositie 2: meenam (wind, wolken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is je langetermijn geheugen?

A

dingen die je heel je leven doorgemaakt hebt. Je ervaringen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kritiek op traditionele kijk op cognitie

A
  • Cognitieve processen functioneren niet serieel, maar er is ook sprake van parallelle verwerking
  • Context wordt niet opgenomen in informatieverwerkingsmodellen
  • Niet alleen propositionele code voor het verwerken van stimuli
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is belichaamde conditie?

A

We besteden aandacht aan onze omgeving en reageren erop > suggereert dat cognitie wordt beïnvloedt door interacties van het lichaam en de omgeving.
* Context speelt een centrale rol (omgeving)
* Filosofie speelt ook een rol (bewustzijn)
Met andere woorden, cognitie houdt meestal in dat je met een fysiek lichaam handelt in een omgeving waarin dat lichaam is verzonken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is belichaamde cognitie belangrijk?

A

Belichaamde cognitie is een belangrijke en invloedrijke theorie in de cognitiewetenschap die stelt dat cognitieve processen diep geworteld zijn in de interacties van het lichaam met de wereld.

Deze theorie heeft vergaande implicaties en toepassingen in verschillende aspecten van het dagelijks leven en heeft invloed op hoe we menselijk gedrag, leren en interactie begrijpen en hoe we meer begrijpelijke kunstmatige intelligentiesystemen kunnen maken.

Heeft ook invloed op denken en waarnemen, gedachten worden beïnvloed door lichamelijke ervaringen en interacties met de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Claims van belichaamde cognitie

A
  • Cognitie en ons lichaam zijn gerelateerd aan onze omgeving
    o We verplaatsen cognitief werk naar de omgeving (voorbeeld: een foto nemen met een camera)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Karakteristieken van belichaamde cognitie

A
  • Analoge verwerking van stimuli (visueel/beeldachtig)
  • Representatie lijkt op perceptuele toestand
  • Perceptie en cognitie hebben effect in 2 richtingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Conclusie experiment lichaamshouding (Dijkstra)

A

Reactietijd bij congruente conditie is korter dan incongruente conditie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Congruente conditie

A

vergelijkbare lichaamshouding als de oorspronkelijke ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Incongruente conditie

A

andere lichaamspositie als oorspronkelijke ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Theoretische implicaties - belichaamde cognities

A
  • heeft geleid tot een herwaardering van traditionele cognitiewetenschaptheorieën
  • integreert inzichten uit verschillende disciplines waaronder psychologie, neurowetenschappen, linguïstiek en kunstmatige intelligentie, om tot een uitgebreider begrip van cognitie te komen
  • Deze interdisciplinaire benadering heeft geleid tot nieuw onderzoek methodologieën en theoretische kaders die WEL rekening houden met de rol van het lichaam in cognitieve processen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Onderwijstoepassingen

A
  • Leren met gebaren
    o Leerlingen die gebaren gebruiken tijdens het leren scoren hoger op examens dan leerlingen die dat niet doen
  • Belichaamde leeractiviteiten
    o Rollenspel
  • Interactieve leermiddelen: VR
  • Fysieke fitheid en cognitie: sporten verbetert aandacht, geheugen en probleemoplossend vermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kritiek op belichaamde cognitie

A
  • Mislukte replicaties: facial feedback hypothesis
  • Overwaarderingen: replacement hypothesis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Conclusie traditionele kijk en belichaamde cognitie

A

De traditionele kijk op cognitie en belichaamde cognitie vullen elkaar aan, omdat ze elk een bepaald aspect van cognitie en informatieverwerking verklaren.

17
Q

traditionele zienswijze

A
  • prikkels verwerkt op abstracte, propositionele manier
  • perceptie en cognitie staan los van elkaar
  • interne structuren lijken niet op perceptuele toestanden
18
Q

belichaamde cognitieve zienswijze

A
  • analoge verwerking van stimuli
  • perceptie en cognitie hebben bidirectionele effecten
  • representatie lijkt op perceptuele staat
19
Q
A