Belangrijke experimenten Flashcards

1
Q

Set up Capilano-brug experiment, Dutton&Aron

A

Misattribution of arousal werd onderzocht

In dit experiment vroegen de onderzoekers mannen om een vragenlijst in te vullen op een hoge, wiebelige en smalle hangbrug (de Capilano Suspension Bridge) of op een lagere, stevige brug. Een vrouwelijke onderzoeksassistent gaf na het invullen van de vragenlijst haar telefoonnummer aan de deelnemers, zodat ze “later vragen konden stellen.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Conclusie Capilano-brug experiment, Dutton&Aron

A

De mannen die op de hoge, wiebelige brug stonden (en dus meer fysieke opwinding ervoeren door angst) waren significant vaker geneigd om de onderzoeksassistent later te bellen dan de mannen die de vragenlijst op de veilige brug invulden. De verhoogde fysieke arousal (hartkloppingen en zenuwen van de brug) werd door veel mannen verkeerd geïnterpreteerd als romantische interesse of aantrekking tot de assistent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Conclusie in lijn met verwachting? Brug experiment

A

Ja, de bevindingen waren in lijn met de hypothese dat fysieke opwinding (arousal) verkeerd kan worden toegeschreven aan romantische of emotionele aantrekkingskracht. Het experiment toonde hoe emoties kunnen worden beïnvloed door contextuele factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Shock experiment - Dutton en Aron, set up

A

Rol van angst bij romantische aantrekking werd onderzocht

Mannen werden ingedeeld in groepen en kregen ofwel een “milde schok” of een “zware schok.” Vervolgens ontmoetten ze een vrouwelijke onderzoeksassistent die hen observeerde tijdens de schok.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Shock experiment - Dutton en Aron, conclusie

A

De mannen die de zwaardere schok kregen en dus meer angst en fysieke arousal voelden, rapporteerden een grotere aantrekkingskracht tot de vrouwelijke assistent. Dit bevestigde de bevindingen van het brugexperiment: fysieke opwinding door angst of stress kan worden geïnterpreteerd als romantische opwinding.

Dit was in lijn met de verwachting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Epinephrine Experiment - Schachter & Singer, set up

A

onderzochten het idee dat emoties ontstaan door zowel fysiologische arousal als cognitieve interpretatie.

Deelnemers kregen een injectie met epinefrine (adrenaline), dat fysiologische opwinding veroorzaakt, zoals een verhoogde hartslag en zweten. Ze werden ingedeeld in drie groepen:
* Groep 1 werd verteld over de effecten van de injectie (correct geïnformeerd).
* Groep 2 kreeg een verkeerde uitleg (verkeerd geïnformeerd).
* Groep 3 kreeg geen uitleg (onwetend).
Vervolgens werden ze blootgesteld aan een “euforische” of “boze” acteur, afhankelijk van de conditie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Epinephrine Experiment - Schachter & Singer, conclusie

A

De onwetende en verkeerd geïnformeerde deelnemers ervoeren sterkere emoties in lijn met de acteur (euforie of woede), omdat ze hun lichamelijke reacties toeschreven aan de situatie. De correct geïnformeerde groep ervoer minder sterke emoties, omdat ze hun reacties toeschreven aan het effect van het medicijn.

Dit was in lijn met de verwachting: emoties worden gevormd door fysiologische arousal, maar de interpretatie van die arousal hangt af van de context.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Intercom & Epileptische Aanval - Darley & Latané, set up

A

Bystander effect werd onderzocht

In dit experiment werden deelnemers in een aparte kamer geplaatst en kregen ze via een intercom te horen dat een andere deelnemer (die eigenlijk een acteur was) tijdens de sessie een epileptische aanval kreeg. De onderzoekers manipuleerden het aantal “omstanders” dat de noodsituatie kon horen: deelnemers geloofden dat ze alleen waren, met één ander persoon, of met meerdere anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Intercom & Epileptische Aanval - Darley & Latané, conclusie

A

Deelnemers die dachten dat ze alleen waren, boden veel sneller hulp dan degenen die dachten dat er meerdere omstanders waren. Naarmate het aantal vermeende aanwezigen toenam, daalde de kans dat iemand hulp bood. Dit bevestigde het bystander effect: hoe meer mensen aanwezig zijn, hoe minder verantwoordelijkheid elk individu voelt om in te grijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Camerabeelden in Kopenhagen - Liebst et al, set up

A

Liebst en collega’s bestudeerden het bystander effect in real-life situaties door camerabeelden van Kopenhagen te analyseren. Ze bekeken beelden van mensen in nood, zoals mensen die struikelden of fysiek aangevallen werden, en noteerden hoe vaak en hoe snel omstanders hulp boden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Camerabeelden in Kopenhagen - Liebst et al, conclusie

A

de onderzoekers zagen dat mensen in stedelijke, openbare ruimtes vaak wel snel hulp boden, zelfs als er meerdere omstanders waren. Meer dan de helft van de gevallen liet zien dat meerdere mensen bereid waren om te helpen.

Was niet in lijn met verwachting, mensen in het openbaar boden vaker hulp dan verwacht. Dit laat zien dat sociale omgevingen en normen ook een rol kunnen spelen in noodsituaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Autokinesis Experiment - Sherif, set up

A

Sherif onderzocht groepsnormen en conformiteit door het autokinetisch effect te gebruiken: een optische illusie waarbij een stilstaand puntje licht in een donkere ruimte lijkt te bewegen.

Individuele deelnemers werd gevraagd te schatten hoe ver het licht bewoog. Later werden ze in groepen geplaatst en gevraagd hun schattingen opnieuw te geven, waarbij ze elkaars antwoorden konden horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Autokinesis Experiment - Sherif, conclusie

A

In een groep pasten deelnemers hun schattingen aan om dichter bij de schattingen van anderen te komen, wat leidde tot een gedeelde groepsnorm over de beweging van het licht. Zelfs als ze later alleen werden ondervraagd, bleven ze zich aan de groepsnorm houden.

Dit was in lijn met de verwachting dat mensen geneigd zijn zich aan te passen aan groepsnormen, ook als ze onzeker zijn over hun eigen percepties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Conformiteitsexperiment - Asch, set up

A

Asch onderzocht conformiteit door deelnemers in een groep te plaatsen met acteurs. De groep kreeg een duidelijke perceptuele taak waarbij de deelnemers moesten aangeven welke van de drie lijntjes op een kaartje even lang was als een voorbeeldlijn. De acteurs, die door de onderzoeker waren geïnstrueerd, gaven op sommige momenten opzettelijk het verkeerde antwoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Conformiteitsexperiment - Asch, conclusie

A

Een significant aantal deelnemers stemde in met de foutieve antwoorden van de groep, zelfs als het juiste antwoord overduidelijk was. Dit toonde aan dat mensen geneigd zijn zich aan te passen aan groepsdruk, zelfs wanneer dit in strijd is met hun eigen waarneming.

Dit was in lijn met de verwachting dat groepsdruk mensen kan aanzetten om conform te zijn, zelfs tegen hun eigen oordeel in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kinderen met Picture Books - Haun & Tomasello, set up

A

Haun en Tomasello onderzochten culturele conformiteit bij kinderen door hen bloot te stellen aan een plaatjesboek met afbeeldingen en vragen. Kinderen uit verschillende culturen moesten een keuze maken over wat ze op de plaatjes zagen, terwijl andere kinderen (acteurs) opzettelijk hetzelfde verkeerde antwoord gaven.

17
Q

Kinderen met Picture Books - Haun & Tomasello, conclusie

A

De resultaten toonden aan dat kinderen, zelfs op jonge leeftijd, gevoelig zijn voor groepsdruk en vaak conformeerden aan de verkeerde antwoorden van hun leeftijdsgenoten. Dit wijst op een vroege ontwikkeling van conformiteit in sociale omgevingen.

Dit was in lijn met de verwachting dat zelfs jonge kinderen geneigd zijn om zich aan te passen aan groepsnormen, wat suggereert dat conformiteit een basis heeft in menselijke sociale ontwikkeling.

18
Q

Milgram shock experimenten - set up

A

Milgram onderzocht gehoorzaamheid aan autoriteit door deelnemers (de “leraren”) te vragen elektrische schokken toe te dienen aan een “leerling” (een acteur) telkens als deze een fout maakte bij een geheugentaak. De schokken werden steeds sterker, en hoewel de leerling duidelijk leed begon te tonen, bleef de onderzoeker de leraren instrueren om door te gaan.

19
Q

Milgram shock experiment, conclusie

A

Een groot aantal deelnemers ging door met het toedienen van schokken, zelfs tot dodelijke niveaus, onder druk van de onderzoeker. Dit toonde de kracht van autoriteit aan in het beïnvloeden van menselijk gedrag, zelfs als dit indruist tegen het morele kompas van de deelnemers.

Dit was niet in lijn met de verwachting van Milgram, dit experiment veranderde onze kijk op autoriteit en ethiek in psychologisch onderzoek

20
Q

Bobo doll experiment - Bandura, set up

A

Bandura onderzocht sociaal leren door kinderen bloot te stellen aan een model (een volwassene) die agressief gedrag vertoonde naar een opblaasbare pop, de “Bobo doll.” Na het zien van het model kregen de kinderen de gelegenheid om zelf met de pop te spelen.

21
Q

Bobo doll experiment - Bandura, conclusie

A

Kinderen die het agressieve model zagen, vertoonden ook agressief gedrag ten opzichte van de pop, vaak imiterend wat ze gezien hadden. Dit ondersteunde de theorie dat gedrag, zoals agressie, kan worden aangeleerd door observatie en imitatie, zonder directe beloning of straf.

Dit bevestigde de verwachting dat kinderen gedrag kopiëren dat ze zien, vooral als het model het gedrag zonder negatieve consequenties toont

22
Q
A