College 5. Effectief leren volgens psychologisch onderzoek Flashcards

1
Q

Aan welke 3 behoeften moet voldaan worden voor motivatie volgens de self-determination theory van Deci & Ryan, 2000?

A
  • autonomie
  • competentie
  • verbondenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

amotivatie

A

helemaal geen motivatie voelen, intrinsiek en extrinsiek niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

extriensieke motivatie

A
  • externe belongingen/straffen
  • introjectie: betrokkenheid van het ego, goedkeuring van jezelf/anderen
  • identificatie: persoonlijk belang
  • integratie: congruentie, identificatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

intrinsieke motivatie

A

interesses van jezelf, dit is wat jij belangrijk vindt en je doet het niet voor een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zegt de situated expectancy value-costs theory of motivation van Eccles & Wingfield, 2020

A

Motivatie = hoeveelheid moeite die je in de activiteit/doelen steekt, kan over de tijd veranderen. Motivatie bestaat uit expectancy (kan ik het doen), waarde (wil ik het doen) en costs (hoe veel moeite en tijd heeft deze taak nodig).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kun je doen om motivatie te beïnvloeden?

A

In basisvoorwaarden voorzien = voldoende autonoom + voldoende capabel + voldoende verbonden.

  • Waarde verhogen: nuttig maken, leuk maken, belangrijk maken
  • Kosten verlagen: minder andere activiteiten, kosten accepteren: leren hoort erbij etc.
  • Doelen stellen: concreet, korte termijn (bijv. welk cijfer je wil halen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe leer je effectief (generative learning)?

A

Bij effectief leren (gebruiken voor langer termijn) is het belangrijk om desirable difficulties te creëren. Vormen hiervan zijn: flashcards, aan jezelf uitleggen (self explanation), jezelf testen (retrieval practice, oefententamens), spreiden van leren (spacing), afwisselen van leerstof (interleaving), leren met tekst en afbeeldingen (dual coding).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn desirable difficulties?

A
  • Leren kost moeite
  • actief vs. passief leren
  • organiseren van de nieuwe kennis en deze integreren in bestaande kennis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke kennis niveau’s zijn er?

A
  1. Onthouden
  2. Integreren
  3. Toepassen
  4. Analyseren
  5. Evalueren
  6. Creëren

1-3 zijn lage niveaus, 4-6 hoge niveaus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zegt de cognitive load theory?

A

zegt dat ons werkgeheugen een beperkte capaciteit heeft, raakt snel overbelast. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 3 vormen van cognitive load die je kan beïnvloeden:
* Intrinsic cognitive load
* Germane cognitive load
* Extraneous cognitive load

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de intrinsic cognitive load?

A

hoe complex is de informatie, dit kun je verminderen door het te versimpelen voor jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de germane cognitive load?

A

deep processing of new information by integrating it with previous learning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is extraneous cognitive load?

A

distracts working memory from processing new information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan je rekening houden met de soorten belastingen als je iets complex eigen wil maken?

A
  • Activeren van de voorkennis, wat weet je al? Daarmee verlaag je de intrinsic load.
  • Brokjes i.p.v. lappen, je zet kleinere stapjes om bij het einddoel te komen.
  • Zelf aan de slag en zo min mogelijk afleiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is self regulated learning (SRL)

A

Je stuurt je eigen cognitie, je kan je eigen motivatie reguleren, je kunt de moeite (emotie) reguleren, je hebt invloed op de context. Reguleren doe je met je meta-cognitie (stuurt alle processen aan).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A