Week 8 PD.3 Innate immuundeficientie Flashcards
Primaire imuundeficientie wanneer?
- Recidiverende LWI –> antistof defecten
- Opportunistische infectie, malaise, failure to thrive –> T-cel dysfunctie
- Recidiverende infecties van de huis, slijmvliezen, organen en skelet –> granulocyten dysfunctie
Op een gegeven moment moet je patronen herkennen en kunnen kopppelen aan een hoek van het immuunsysteem. Herkenning van ‘wat is te veel’ en ‘wat is raar” –> 10 warning signs
Immuundeficienties
Primair: aangeboren
Secundair: verworven
- Chemotherapie
- Nierinsufficientie –> verlies van immuuncellen/componenten
- Leverfalen –> zorgt voor immuundeficient, veel overlijden door infectie
- DM : huid gekoloniseerd
- Leeftijd : immuunsysteem verouderd
Hematologische maligniteit is vaak een presentatie van een secundaire immuunstoornis.
Ernstige neutropenie
- Milde neutropenie: ( 1.0 < ANC < 1.5) 10tot9/l minimal risk
- Moderate neutropenie ( 0.50 < ANC < 1.0) 10tot9/l moderate risk
- Severe neutropenia (ANC < 0.5 ) 10tot9/l or expected to develop over next 48h severe risk of infection
- Profound neutropenia as an ANC < 0.1 10tot9/l
Vormen neutropenie
Persisterend
- Differentiatie defecten zoals in PID
Tijdelijk
- Chemotherapie/toxisch
Langdurige neutropenie > 7 dagen
Oorzaken neutropenie
Classificatie
- Hematologisch
- Immunologisch/inflammatoire aandoeningen
- Infecties
- Systeemziekten
- Voeding
- Medicatie/toxisch
Etiologie
- Congenitale neutropenie
- MDS, anaplastiche anemie
- Leukemie
- Autoimmuun neutropenie
- Cyclische neutropenie
- Malaria
- Cytomegalovirus, EBV, HIV
- Sepsis
- SLE, RA,FELTY
- VItamine B12
Drug-induced neutropenia
- Antibiotics: bactrim, ciprofloxacin, clindamycin, vancomycin, metronidazole, doxycycline.
- Analgesics: NSAID, aspirin
- Chemotherapie
- Antihypertensiva, antiarythmics
- Neuropsychotica: respiridone, valproic zuur, phenytoin, carbamazepine, barbituraten
Gestoorde leukocyten functie
Productie
- Ernstige neutropenie, cyclische neutropenie
Migratie: leukocyten adhesie deficiëntie
Destructie oa: CGD, interferon-gamma defect, IL-12 defect
NADPH oxidase enzym complex
- NG herkent lichaamsvreemd antigeen
- NADPH= nicotinamide adenine dinucleotide fosfaat
- Essentieel voor “respiratory burst”
- Snelle release van reactive oxygen species (ROS superoxide radicalen) en hydrogen peroxide
- Microbiele killing
- Complex wordt geactiveerd –> op basis daarvan worden superoxides gemaakt die de bacteriën kunnen doden.
- Twee membrane-spanning subunits: gp91phox, p22phox
- Drie cytosol componenten: p47phox, p67phox en p40phox
- Genetisch defect in een van de subunits of cytosol componenten –> minder productie van ROS –>minder functie
- Genetische defecten kunnen x-linked zijn of autosomaal recessief
Kliniek CGD
Chronisch granulocyten defect
- Recidiverende schimmel en bacteriele infecties
- Lymfeklier abcessen
- Ongecontroleerde inflammatie in diverse organen oa IBD-achtige colitis
- Steriele abcessen die secundair geïnfecteerd zijn door staphylococcen
Pathogenen in CGD
> 90% van infecties in CGD veroorzaakt door 5 pathogenen
- Aspergillus species
- Staphylococcus aureus
- Burkholderia cepacia
- Seratia marcescens
- Nocardia species
Pathogenen zijn catalase positief–> breekt endogeen waterstofperoxidase af (geproducerd door NG). In normale omstandigheden worden bacterien gedood door andere zuurstofradicalen. Nu kunnen bacterien niet gedood worden omdat reserve ROS te laag is ( door verminderde NG) en ze resisistent zijn voor waterstofperoxide.
CGD: Epidemiologie
- Incidentie 1:250,000 geboorten
- Voornamelijk mannen aangedaan (x-gebonden mutatie)
- Geen verschil tussen rassen of ethniciteit
- 1/3 van x-gebonden afwijkingen de novo mutatie
Diagnose CGD
- Nitroblue tetrazolium (NBT) test
- Kijkt naar de fagocyten NADPH oxidase activiteit
- Normaal: NBT wordt door neutrofielen omgezet in formazan ( blauw/zwarte neerslag)
- Wanneer neutrofielen niet goed werken heb je geen zwarte/blauwe neerslag
Congenitale neutropenie ( quantity)
- Diverse genetische defecten
- Toename apoptose van myeloide cellen
- Jongere kinderen met gelijk hele erge infecties
Klinische symptomen
- Oropharyngeale problemen
- Otitis media
- LWI
- Huidinfecties
- Persisterende omphalitis
- Veel staphylococcen en streptococcen infecties
Congenitale neutropenie: mutaties
- ELANE
- HAX1
- G6PC3
- GFI1
- SBDS
- JAGN1
Congenitale neutropenie: behandeling
- G-CSF
- Stamceltransplantatie
- Verhoogd risico op hematologische maligniteit