Week 6 PD 5 en 6 Uveitis en Scleritis Flashcards

1
Q

Immune privilege sites

A
  • Oog
  • CZS
  • Baarmoeder gedurende zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Immunologische aandoeningen en het oog

A

Immunologische ziekten kunnen de oorzaak zijn van allerlei aandoeningen aan de ogen

  • Uveitis
  • (Epi)scleritis
  • Keratoconjuctivitis sicca
  • Conjuctivitis
  • Neuritis optica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uveitis

A
  • Intraoculaire ontsteking
  • Ophoping van leukocyten
  • Incidentie: 52.4 per 100.000 persoonjaren
  • Periode prevalentie: 115.3 per 100.000 persoonjaren
  • Als je veel pus hebt= typisch bij HLA B27
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uveitis: classificatie

A

Anatomisch

  • Anterior (60-90%)
  • Intermediair
  • Posterior
  • Panuveitis

Pathologisch

  • Granulomateus (sarcoidose)
  • Non-granulomateus ( bv HLA B27+)

Infectieus vs niet infectieus X4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uveitis: oorzaken infectieuze

A
  • Bacterien: Treponema, borrella, mycobacterium tbleprae, Neisseria
  • Virussen: HSV, VZV, CMV , Rubella, Measles, EBV
  • Parasieten: Toxoplasma, toxocara
  • Fungi: Candida, Aspergillus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uveitis: Diagnostiek

A
  • Klinisch beeld
  • Bloedonderzoeken
  • Fluorescentie angiogram/ OCT
  • Thoraxfoto / (PET)CT
    Analyse voorste oogkamerwater
  • PCR
  • Goldmann Wittmer Coefficient (GWC; antistoffen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uveitis: Behandeling

A

Afhankelijk van oorzaak

  • Oogdruppels (steroiden)
  • Injectie bij oog (steroiden)
  • Oraal prednison/immunomodulerende medicatie

Veel voorkomende complicatie: oogdrukstijging/cataract

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uveitis anterior: oorzaak

A

Meest voorkomende locatie van uveitis (75%)
Systemisch
- HLA B27 geassocieerd, juveniele idiopatische artritis (bij kinderen), spondylitis ankylopoetica (14%), sarcoidose

Infectieus
- Heterochromie van Fuchs ( vaak tgv Rubella), CMV, herpes (VZV/HSV)
I
diopatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uveitis anterior: Spondylitis ankylopoetica

A
  • Morbus Bechterew
  • Axiale inflammatie
  • Inflammatoire rugpijn met sacroillitis
  • Sterke associatie met HLA-B27 dragerschap
  • Niet granulomateuze uveitis anterior ( hypopyon= witte laag)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uveitis anterior: Juveniele idiopatische artritis uveitis

A
  • Jeugdreuma
  • Pijnloze uveitis anterior zonder klassieke symptomen ( screening noodzakelijk)
  • Gepaard vaak met complicaties: glaucoom en cataract
  • Risicofactor voor ontwikkelen van uveitis bij JIA: ANA+, oligoartritis, meisjes, JIA onwtikkelt < 4 jarige leeftijd
  • Cave ambylopie= lui oog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fuch’s heterochrome uveitis

A
  • Vaak unilaterale uveitis anterior + heterochromie (kleurverschil, door pigment verlies ) van iris + cataract
  • Meestal t.g.v rubella infectie
  • Kan ook door: CMV, herpes
  • Rubella kan ook een intermediaire uveitis veroorzaken
  • TRANSILLUMINATIE: je kunt licht door irisblad schijnen, komt weer terug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Intermediaire uveitis

A
  • Inflammatie van glasvocht, pars plana en perifere retina
  • Minst voorkomende locatie van uveitis
  • Idiopatisch (meestal)
  • Sarcoidose
  • Multipele sclerose
  • Ziekte van Lyme
  • Rubella
  • Snowballs: in gelei van het oog –> ontstekingsklompjes achter lens, voor netvlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Uveitis posterior

A

Meest voorkomend:

  • Toxoplasmose
  • Syphilis
  • Idiopatisch
  • Sarcoidose
  • Birdshot retinopathie
  • CMV/HSV/VZV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uveitis posterior: toxoplasmose

A
  • Meest voorkomende vorm van uveitis posterior
  • Katten zijn host van deze parasiet
  • Congenitaal (besmetting in utero)
  • Verworven ( bloedtransfusie)
  • Pijnloze unilaterale visusdaling
  • Serologie vaak niet nuttig –> analyse oogvocht
  • Prognose: gunstig mits laesie niet in macula zit
  • -> medicatie tegen parasieten laat wel littekens achter.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Uveitis posterior: syphilis

A
  • Congenitaal: keratitis
  • Verworven: uiteenlopend –> irititis, multifocal choroiditis, vasculitis, (neuro)retinitis, retinale loslating
  • Icm AID: ernstiger beloop
  • 1-3% van totale uveitis (toenemend)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Panuveitis

A
  • Idiopatisch
  • Sarcoidose
  • Ziekte van Behcet
  • Ziekte van Vogt-Koyanagi-Harada
17
Q

Panuveitis: Sarcoidose

A
  • Idiopatische granulomateuze inflammatoire ziekte
  • kan zowel chronsich als acuut
  • Abnormale activiteit van immuuncellen, cellen vormen klompen (granulomen)
18
Q

Scleritis

A
  • Actieve ontsteking van de sclera (harde oogrok)
  • Roodheid en hevige pijn
  • Pas op voor necrose en perforatie van de sclera (necrotiserende scleritis)
19
Q

Scleritis vs episcleritis

A

Scleritis:

  • Verminderde visus
  • Doffe borende pijn uitstralend naar de kaak en oor
  • 50-70% systeemziekte
  • Diffuus, nodulair, necrotiserend met/zonder scleromalacia perforans (verdunning van de sclera zonder inflammatie)

Episcleritis

  • Vervelend dof gevoel
  • Difuus, nodulair
20
Q

Onderscheid: scleritis en episcleritis

A
  • Kan gemaakt worden door vasoconstrictieve druppels waardoor oppervlakkige vaten verbleken.
  • Scleritis vaten diep –> bij druppels blijven vaten wijd
  • Episcleritis: druppels en roodheid/ oppervlakige vaten verdwijnen
  • Scleritis vaker AIZ
21
Q

Behandeling scleritis

A
Afhankelijk van oorzaak en ernst 
- Oogdruppels (steroiden/ nsaid ) 
- NSAID 
- Prednison 
- Immunomodulerende medicatie 
Een ingreep aan de sclera (injectie/biopt/incisie) kan scleritis luxeren.
22
Q

Intraoculaire ontsteking en systeemziekte

A
  • Work-up door internist

- Gezamelijke behandeling en follow-up

23
Q

Anamnese

A
  • Koorts, gewichtsverlies, algemene malaise
  • Reumatologische klachten-gewrichtsafwijkingen,rugklachten
  • Huidaandoeningen-erythema, vitilligo, insekten beten
  • Neurologische aandoeningen-hoofdpijn, tinnitus
  • Klachten van de luchtwegen
  • Gastrointestinale klachten-aphten
  • Urogenitale klachten-genitale ulcera, geslachtsziekten