Week 7 HC.3 Periodieke koorts of auto-inflammatie Flashcards

1
Q

Infectie

A
  • Temperatuur verhoging
  • Ieder deel van het immuunsysteem werkt beter bij hoge temperatuur (lymfocyten, antistoffen)
  • Release van pro-inflammatoire cytokines (IL-1 beta, TNF-alfa, IFN-gamma, IL-6) –> verhoogde PGE2 in hypothalamus zorgt voor hoger temperatuur setpoint
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Koorts oorzaken

A
  • Infectie
  • Maligniteit
  • Intoxicatie
  • Periodieke koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Auto-inflammatie: acute fase eiwitten

A
  • Acute fase eiwitten zijn eiwitten waarvan de plasmaconcentratie minstens 25% af- of toeneemt tijdens inflammatie
    1. BSE
    2. CRP
    3. SAA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Positief acute fase eiwit: BSE

A
  • Bezinking
  • Indirect acute fase eiwit ( zelf geen eiwit)
  • Weerspiegelt plasma viscositeit en aanwezigheid van andere acute fase eiwitten
  • Fibrinogeen, antilichamen stijgen en andere nog niet gekarakteriseerde factoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Positief acute fase eiwit: CRP

A
  • C reactive proteine
  • Betrokken bij de eliminatie van pathogenen en apoptotische cellen
  • Activeert complement systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Positief acute fase eiwit: SAA

A
  • Serum amyloid A
  • SAA eiwitten zijn apolipoproteinen die snel associeren met high-density lipopprotein (HDL)
  • SAA stimuleert de adhesie en chemotaxis van fagocyterende cellen en van lymfocyten
  • Weefsel depositie van SAA fragmenten kan leiden tot systemische amyloidose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Negatieve acute fase eiwitten

A
  • Eiwitten waarvan de concentratie omlaag gaat vaak na wat langer bestaande ontsteking
  • Albumine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Auto-inflammatoire ziekten

A

Gekenmerkt door inflammatie

  • Koorts
  • Rash
  • Gewrichtsklachten ( arthralgie of arthritis)
  • Verhoogde infectie parameters: bezinking, CRP
  • Maar zonder infectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dysregulatie adaptief immuunsysteem

A
  • Immuundeficientie

- Auto-immuun ziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dysregulatie innate immuunsysteem

A
  • Immuundeficientie

- Auto-inflammatoire ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Subtypes auto-inflammatoire ziekten: hereditary

A
  • Famillial mediteranean fever
  • Mevalonate kinase deficientie
  • TNF- receptor associated periodic syndrome (TRAPS)
  • Cryopin associated periodic syndrome
  • NLRP12- associated periodic syndrome
  • Neonatal onset multisystem inflammatory disease (NOMID)
  • Erfelijk meestal genetische afwijking
  • Begint meestal jonge leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Subtypes autoinflammatoire ziekten: niet erfelijk/verworven

A
  • Behcet
  • Still’s disease –> tevel IL-b
  • Hemophagocytic syndrome
  • Marcofaag activatie syndroom
  • VEXAS
  • Kan ook op latere leeftijd ontstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

IL-1 beta

A
  • Sterk pro-inflammatoire cytokine
  • Wordt gemaakt door NG
  • Cytokinen zorgen ervoor dat setpoint van de temp omhoog gaat
  • Moet onder controle gehouden worden door het lichaam: IL1RA.
  • IL1RA= Interleukine 1 receptor antagonist, vangt het vrije IL-1 in het bloed weg.
  • Ook onder controle door inflammasoom: pro-IL1 –> IL1. Als inflammasoom maximaal aanstaat wordt alles omgezet naar IL-1.
  • Inflammasoom kan ook pyroptose veroorzaken: ontploffing van een cel van het innate immuunsysteem waardoor er een grote cytokinen release is.
  • Je moet wel eerst en ontsteking hebben om pro-IL1 aan te maken
  • Ontregeling inflammasoom: overproductie van actief IL-1 beta en overmatige pyroptosis ( necrose)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DIRA

A
  • Deficiency of the interleukin-1 receptor antagonist
  • Kinderen die IL-1RA niet kunnen maken
  • Hoge koorts, gewrichtsklachten, huiduitslag in heftige mate
  • Behandeling: IL-1 RA geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Familial mediterranean fever

A
  • Sepharische joden, armenier, turken, arabieren
  • FMF vaak ook complicatie tot nierinsufficiëntie en polyneuropathie.
  • Kan je voorkomen door genetische onderzoek te doen
  • MEFV-gen mutatie ( zorgt voor pyrine), autosomaal recessief
  • Symptomen: koorts, peritonitis, pleuritis, rash
  • Komt in intervallen omdat eerst pro-IL1 moet worden gemaakt, dat gebeurt pas bij infectie.
  • Behandeling:
    1. Colchicine 2 dd 0,5 mg –> non-repsonse: 5-10%, anti Il-1 therapie.
    2. Diclofenac
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

FMF: Tel Hashomer criteria

A

Major criteria

  • Recurrent febrile episodes accompanied by peritonitis, synovitis, pleuritis (koorts met vleisontsteking)
  • Amyloidosis van de AA type zonder predisponderende ziekte
  • Respons op colchine behandeling

Minor criteria

  • Continue episodes van koorts
  • Erysipelas-like erythema
  • FMF in a first-degree relative

Diagnose: 2 major criteria of 1 major criteria en 2 minor criteria
Typical attacks: > 3 of the same type, koorts en kort ( 12u-3 dagen)

17
Q

Adult onset Still’s disease

A
  • Verworven

Major criteria

  • Koorts > 39 graden > 1 week
  • Arthraglia/artiris > 2 weken
  • Rash
  • WBC > 10 K with 80% PMN’s

Minor criteria

  • Sore throat
  • Lymfadenopathie
  • Increased LFT’s
  • RF en ANA -
18
Q

VEXAS

A
  • Verworven mutatie in UBA-1
  • X-gebonden
    Kenmerkende verschijnselen
  • Sterk verhoogde inflammatie parameters
  • Macrocytaire anemie
  • Vacuolisatie in beenmerg
  • Vaak huidbetrokkenheid
  • Vaak kraakbeenbetrokkenheid
    Behandeling: nog onduidelijk, autologe SCTx
19
Q

Cytokines

A

IL-6 ook belangrijk, belangrijk voor het maken van CRP –> als je anti-IL6 geeft dan kan de CRP normaal zijn (risico)
- Interferonen