Week 3B: Baten, lasten en belastingfaciliteiten Flashcards
Wat is de balans precies?
Een overzicht van bezittingen, schulden en het eigen vermogen op een bepaald tijdstip.
Wat is het eigen vermogen?
Dit zijn alle bezittingen minus de schulden. Deze post staat aan de rechterkant van de balans.
Wat gebeurt er op de balans als je je gebouw wilt verkopen?
Je gebouw staat aan de debetkant, oftewel links. Je gebouw is €200 miljoen waard. Door de verkoop neemt de post ‘gebouw’ met €200 miljoen af, en neemt je post ‘bank’ met €200 miljoen toe. In feite gebeurt er dus niks met het eigen vermogen.
Wanneer verandert het Eigen Vermogen?
Het verandert zodra er sprake is van nettowinst.
Hoe ziet een aflossing op de balans eruit?
Aan de creditkant neemt het vreemd vermogen af (de schuld wordt minder), en aan de debetkant nemen de liquide middelen met hetzelfde bedrag af (bezit wordt minder).
Hoe zien afschrijvingen op de balans eruit?
Afschrijvingen zijn anders dan aflossingen. Een afschrijving is een waardevermindering van activa, bvb als gevolg van slijtage.
Op de balans neemt de waarde van het bezit af. Er is geen aparte post voor afschrijvingen, maar het wordt van het eigen vermogen afgehaald.
Zoals te zien is er geen sprake van een uitgave, maar wel kosten.
Wat is de kostprijs en hoe bereken je het?
Dit zijn de totale kosten per product. Je hebt ook gemiddelde kosten.
TK = TVK + TCK
TK = totale kosten
TVK = totale variabele kosten
TCK = totale constante kosten
Deel je de totale kosten door het aantal producten, krijg je de gemiddelde kosten per product.
Deel je de totale variabele kosten door het aantal producten, krijg je de gemiddelde variabele kosten per product. Hetzelfde geldt voor de totale constante kosten.
Wat is het verschil tussen directe en indirecte kosten?
Directe kosten kunnen direct aan 1 kostendrager (product) toegerekend worden. Denk hierbij aan arbeidskosten of materiaalkosten.
Indirecte kosten daarentegen kunnen niet direct gekoppeld worden aan 1 product.
Wat is de primitieve opslagmethode?
Het is een simpele en traditionele manier van indirecte kosten toerekenen aan producten/diensten. Kenmerken:
- Indirecte kosten worden toegerekend op basis van een vast percentage van de directe kosten.
- Alle indirecte kosten worden samengevoegd in 1 opslagpercentage.
Hoe bereken je het?
Opslagpercentage = indirecte kosten / directe kosten * 100%.
Stel, de indirecte kosten zijn €100,- en de directe kosten €500,-: dan 100/500 * 100%=20%. Als een product €10,- aan directe kosten heeft, dan 10 * 20%=€12,- in totaal. De €2,- zijn dan indirecte kosten.
Wat is Activity-Based Costing?
Dit is een complexere maar nauwkeurige methode van indirecte kosten toerekenen aan producten/diensten. Kenmerken:
- Activiteiten als basis: indirecte kosten worden toegewezen aan activiteiten (bvb machine-uren of transport) en vervolgens aan producten op basis van het gebruik van die activiteiten.
- Het vereist meer gegevens en rekenwerk dan de primitieve opslagmethode.
- Het houdt rekening met de werkelijke complexiteit en kostenstructuur van producten/diensten.
Hoe bereken je het?
Een bedrijf heeft bvb twee activiteiten: machine-uren en kwaliteitscontrole. De indirecte kosten zijn als volgt verdeeld:
- Machine-uren: €60.000,- (30.000 machine-uren, €2,- per uur).
- Kwaliteitscontrole: €40.000,- (10.000 inspecties, €4,- per inspectie).
Een product gebruikt 500 machine-uren en 200 inspecties. Dat is 500 * 2 + 200 * 4.
Wat is precies het verschil tussen de primitieve opslagmethode en Activity-Based Costing?
- De primitieve opslagmethode maakt geen onderscheid tussen verschillende indirecte kosten en de ABC-methode doet dat wel.
- Daardoor is de ABC-methode nauwkeuriger.
Wat is Break-even en hoe bereken je het?
Break-even houdt in dat je totale opbrengsten gelijk zijn aan je totale kosten. Je maakt dus geen winst, maar ook geen verlies.
Je berekent het door TO=TK te hanteren.
TO=TK
p*q=TVK + I (indirecte kosten)
p= (TVK/q) + (I/q)
Maar ook:
p=GVK + I/q
Dit maakt ook:
p-GVK=I/q
Wat is Break-evenafzet? Dit is het aantal producten/diensten die je nodig hebt om quitte te spelen. Als je de prijs al weet, dan kun je de volgende formule gebruiken om erachter te komen:
q=I/(p-GVK)
Hieronder een rekenvoorbeeld:
p=€20,-
GVK=€12,-
I=€50.000,-
Dan ziet de formule als volgt eruit:
q=€50.000/(€20-€12)
q=6.250
Nu kun je pq=TVK+I gebruiken om het te checken:
€206.250 = €75.000 + €50.000
€125.000 = €125.000
Hou er rekening mee dat TVK=GVK*q
Wat zijn de drie functies van de overheid?
- Allocatiefunctie: het verdelen van middelen in de economie.
- Stabilisatiefunctie: het stabiliseren van de conjunctuur.
- Herverdelingsfunctie: het beïnvloeden van de verdeling van inkomen en vermogen binnen een samenleving adhv belastingen, sociale/publieke voorzieningen, subsidies.
Wat zijn belastinguitgaven precies?
Dit zijn ‘overheidsuitgaven’ in de vorm van derving of uitstel van belastingontvangsten, als gevolg van een voorziening in de wet die afwijkt van standaard belastingregels. Een aantal voorbeelden:
- Verlaagd btw-tarief (9% ipv 21%).
- Bepaalde aftrekposten.
- Heffingskortingen.
Wat zijn fiscale regelingen en waarom zijn deze er?
Dit zijn uitzonderingen in het belastingstelsel, gebruikt om specifieke economische of sociale doelen te bereiken, zoals het stimuleren van investeringen of bepaalde groepen mensen ondersteunen.
Fiscale regelingen worden niet expliciet in de begroting verantwoord en vallen buiten het uitgavenkader, wat de democratische controle bemoeilijkt. Dit is ook tegen in het budgetrecht van het parlement.
Voordelig voor vakministeries: bij invoering ervan dwingen deze belastinguitgaven niet tot een vermindering van directe uitgaven, maar slechts tot een afname van de algemene middelen.
Fiscale regelingen kunnen doorwerken op het verzamelinkomen en daardoor ook op inkomensafhankelijke regelingen.
Wat zijn gevolgen van fiscale regelingen?
- Hogere belastingtarieven.
- Meer complexiteit.
- Hoge(re) uitvoerings- en handhavingskosten.
- Hoge(re) kwetsbaarheid voor oneigenlijk gebruik.
Hierdoor staan fiscale regelingen op gespannen voet met het draagkrachtbeginsel, omdat het draagkrachtbeginsel stelt dat hoe meer iemand kan betalen, hoe meer belasting die zou moeten bijdragen.
Wat voor gevolgen hebben hogere marginale tarieven door heffingen voor de marktefficiëntie?
- Verstoringen in de markt.
- De loonkosten nemen toe.
- Beide consumenten- en producentensurplus nemen af.
- Sprake van welvaartsverlies.
Wat is de marginale heffingsdruk?
Stel, je gaat €1 extra verdienen. Hoeveel extra belasting moet je betalen? Bij een progressief belastingstelsel neemt de gemiddelde druk toe met het inkomen.
Wat is de gemiddelde heffingsdruk?
Hoeveel procent bedraagt de inkomensheffing van het bruto inkomen? Bij een progressief belastingstelsel neemt de gemiddelde druk toe met het inkomen.
Wat is het belastbaar inkomen?
Dit is het bruto jaarinkomen minus aftrekposten.
Wat zijn heffingskortingen?
Dit zijn kortingen op de inkomensheffing. De inkomensheffing is inkomstenbelasting + premie volksverzekeringen.
Er zijn verschillende kortingen. Afhankelijk van de persoonlijke situatie kan iemand daar recht op hebben. Voor werknemers (in loondienst) en uitkeringsgerechtigden worden de heffingskortingen door de werkgever of uitkeringsinstantie verrekend.
Welke verschillende heffingskortingen zijn er?
- Algemene heffingskorting: voor iedereen.
- Arbeidskorting: alleen voor werkenden.
- Inkomensafhankelijke combinatiekorting: bvb inwonend kind.
- Ouderenkorting: mensen die reeds AOW-leeftijd behaald hebben.
- Jonggehandicaptenkorting: voor WAJONG-gerechtigden.
- Heffingskortingen voor groene beleggingen.
Wat is een progressief belastingstelsel?
Iemand gaat procentueel meer belasting betalen naarmate het inkomen stijgt.
Inkomensafhankelijke aftrekposten en heffingskortingen zorgen voor progressie in de progressie! Hetzelfde geldt voor inkomensafhankelijke toeslagen.
Wat is het verschil tussen het te betalen inkomensheffing van een werknemer in loondienst en een MKB’er zonder rechtspersoonlijkheid?
Nettowinst vóór belastingen (=totale opbrengsten - totale kosten)
- Minus ondernemersaftrek (indien voldaan aan urencriterium)
- Minus MKB-winstvrijstelling
- Minus aftrekposten
- Minus heffingskortingen
= Te betalen inkomensheffing.
Bovenstaande geldt voor een MKB’er zonder rechtspersoonlijkheid. Voor een werknemer in loondienst geldt de ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling niet.
Wat is de eigenwoningregeling?
Dit is een fiscaal stelsel dat bepaalt hoe de eigen woning en de financiering daarvan wordt behandeld in de inkomstenbelasting. Het doel van deze regeling is om eigenwoningbezit te stimuleren en tegelijkertijd duidelijke regels te stellen over fiscale voordelen en verplichtingen.
Er zijn een aantal regels:
1. Hypotheekrenteaftrek: de rente die je betaalt over je hypotheek mag je aftrekken van je belastbaar inkomen. Dit maakt kopen aantrekkelijker.
2. Aftrek financieringskosten eigen woning: de kosten die je maakt bij het afsluiten of behouden van een hypotheek.
3. Aftrek periodieke betalingen erfpacht, opstal en beklemming.
4. Eigenwoningforfait: een % van de WOZ-waarde (Waardering Onroerende Zaken) van de woning dat opgeteld wordt bij het belastbaar inkomen. Het wordt gezien als fictief inkomen uit het eigenwoningbezit.
Wat is hypotheekrenteaftrek?
De rente die je betaalt over je hypotheek mag je aftrekken van je belastbaar inkomen. Het doel ervan is om eigenwoningbezit te stimuleren. Dit heeft een denivellerend effect op de inkomensverdeling, dat zit zo:
1. Hoe hoger je bruto jaarinkomen, hoe een hogere hypotheek je kan nemen.
2. Hoe hoger je hypotheek is, hoe meer je aan hypotheekrente betaalt.
3. Hoe hoger je hypotheekrente is, hoe meer je aan hypotheekrente van je belastbaar inkomen af mag trekken.
4. Hoe lager je belastbaar inkomen is na die aftrek, hoe minder je afdraagt aan inkomensheffing.
In het kort: iemand met een hogere hypotheek betaalt in principe minder aan belasting dan iemand met een lagere hypotheek.
Welke beperking kent de hypotheekrenteaftrek?
Als iemand meer dan een bepaald bedrag aan inkomsten heeft, dan kan er minder afgetrokken worden. Er geldt dan een lager percentage.
Wat voor effect heeft de hypotheekrenteaftrek op de huizenmarkt?
Het heeft een opdrijvend effect op de huizenprijzen. Als de netto maandlasten voor huizenkopers lager zijn door de hypotheekrenteaftrek, zijn zij in staat om meer te lenen en dus ook bereid zijn om meer te betalen voor nieuwe woningen. Vraag en aanbod; de vraag naar duurdere woningen neemt toe.
Wat is eigenwoningforfait?
Dit is een heffing die wordt berekend over de WOZ-waarde van de eigen woning, en deze moet opgeteld worden bij het belastbaar inkomen.
Het doel hiervan is om het voordeel tussen kopen en huren te verkleinen.
Wat is belasting op de toegevoegde waarde?
Belasting over de toegevoegde waarde van een product/dienst. De toegevoegde waarde is het verschil tussen verkoopprijs en kostprijs. Het is een percentage, en een bedrijf rekent dat door in de eindprijs waardoor de consument het uiteindelijk betaalt.
Er zijn verschillende tarieven:
1. 21%: vaak luxegoederen.
2. 9%: etenswaren, water, agrarische goederen, medicijnen, kunst, boeken.
3. 0%: geldt voor bepaalde internationale leveringen, zoals export naar buiten de EU.
4. Vrijgesteld: sommige goederen en diensten zijn vrijgesteld van btw.
Er zijn 116 regelingen onderzocht en geëvalueerd. Hoe zijn deze beoordeeld?
Een klein deel is beoordeeld als doeltreffend en doelmatig. Een groot deel is beoordeeld als onzeker; het is onduidelijk of ze nou wel of niet nuttig zijn. De rest is beoordeeld als niet doeltreffend of ondoelmatig.
Wat voor advies gaf het Ministerie van Financiën over fiscale regelingen?
- Wees terughoudend met het inzetten van nieuwe fiscale regelingen.
- Kijk kritisch naar regelingen die slecht scoren op één of meerdere niveaus.
- Het afschaffen van fiscale regelingen levert opbrengsten op die gebruikt kunnen worden om de algemene belastingtarieven te verlagen. Hierdoor wordt het belastingstelsel ook transparanter, begrijpelijker en minder complex.
Wat zijn mogelijke oplossingen voor onze fiscale regelingen?
- Geen nieuwe belastingfaciliteiten meer introduceren.
- Zo snel mogelijk beperken dan wel afschaffen van fiscale regelingen.
- Sunset legislation: regelgeving die na een bepaalde termijn automatisch vervalt, tenzij expliciet verlengd.