Week 3: Understanding Complex, Comorbid & Chronic disorders from a Recovery Perspective Flashcards

Pescosolido et al. (2021)

1
Q

Core message: Pescosolido et al. (2021)

A

Onderzoekt de aard, richting en magnitude van veranderingen in publiek stigma van mentale stoornissen in de VS van 1996-2018.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Type of text: Pescosolido et al. (2021)

A

Artikel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Audience: Pescosolido et al. (2021)

A

Mensen werkzaam in de psychologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Conclusion: Pescosolido et al. (2021)

A

Significante vermindering van publiek stigma voor MDD, maar stigma voor schizofrenie bleef en gevaar-attributies namen toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom stigma een probleem is

A

Stigma, vooroordelen en discriminatie zorgen ervoor dat 40% van de psychiatrische populatie onvoldane behandelingsbehoeften heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Effect van stigma op herstel

A

Belemmert hulp zoeken, toegang tot bronnen, werkgelegenheid, productiviteit en kwaliteit van leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onderzoeksdata en periodes

A

1996, 2006 en 2018. 1996-2006 is de eerste periode, 2006-2018 is de tweede periode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onderzoeksmethode

A

Respondenten kregen een vignette over een fictief persoon die voldeed aan DSM-criteria voor schizofrenie, depressie, alcoholafhankelijkheid of dagelijkse stress.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Afhankelijke variabelen om stigma te onderzoeken

  1. Attributie
A

Wetenschappelijke oorzaken (chemisch, genetisch), morele/sociale verklaringen (slecht karakter, god’s wil, opvoeding, levensomstandigheden), en erkenning als mentale ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Afhankelijke variabelen om stigma te onderzoeken

  1. Danger for others
A

Mate waarin mensen de mentale stoornis associëren met gevaar voor anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Afhankelijke variabelen om stigma te onderzoeken

  1. Social distancing
A

Mate waarin mensen afstand willen houden van iemand met een mentale stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Resultaten van t onderzoek kijken naar stigmaverandering zijn als volgt:

Stijging in wetenschappelijke attributies

A

Chemische onbalans en genetica werden vaker genoemd in de eerste periode voor alle drie de stoornissen.

Chemische onbalans nam in de 2e periode lichtelijk af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Resultaten van t onderzoek kijken naar stigmaverandering zijn als volgt:

Probleemherkenning

A

Steeg voor schizofrenie in de eerste periode en voor alcoholgebruikstoornis in de tweede periode. Voor depressie geen verandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Resultaten van t onderzoek kijken naar stigmaverandering zijn als volgt:

Sociale en morele verklaringen

A

Voor alcoholgebruikstoornis nam het stigma over slecht karakter en ups en downs in het leven toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Resultaten van t onderzoek kijken naar stigmaverandering zijn als volgt:

Sociale afstand

A

Voor depressie nam sociale afstand in alle domeinen af in de tweede periode. Voor schizofrenie was er meer afstand voor buren en trouwen in de familie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Resultaten van t onderzoek kijken naar stigmaverandering zijn als volgt:

Hurt others (Gevaar-attributies)

A

Inconsistent, regressieve verandering werd geobserveerd bij het gevaarlijk inschatten van schizofrenie.

Zelf afgelezen: schizofrenie gevaarlijk inschatten nam lichtelijk toe in 2e periode.

17
Q

Stigma en geslacht

A

Mannen hadden meer stigma dan vrouwen.

18
Q

Stigma en etniciteit

A

Non-white individuen wilden in de tweede periode meer sociale afstand van mensen met depressie als buren.

19
Q

Stigma en leeftijd

A

Hoe ouder, hoe meer afstand ze wilden. Dit veranderde niet over tijd.

Cohort van 1938-1946 hield zich erg vast aan hun stigma

20
Q

Stigma en opleidingsniveau

A

Mensen met een lager opleidingsniveau hadden meer stigma.

21
Q

Conclusie

  1. Toename in biomedische attributies
A

Meer wetenschappelijke verklaringen in de eerste periode, maar dit leidde niet tot minder sociale afwijzing.

Er was een stijging in kennis over mentale stoornissen, more mental health literacy

22
Q

Conclusie

  1. Eerste significante stigma-afname
A

In de tweede periode nam stigma voor depressie af, maar gevaar-attributies voor schizofrenie en morele attributies voor alcoholgebruikstoornis namen toe.

23
Q

Conclusie

  1. Beperkte invloed van socio-demografische kenmerken
A

Stigmaverandering werd niet goed verklaard door leeftijd, geslacht of etniciteit.

24
Q

Conclusie

  1. Leeftijd als conservatieve factor
A

Oudere generaties hielden sterker vast aan stigma.

25
# Conclusie 5. Hardnekkig stigma voor schizofrenie
Langzame verschuiving naar meer overtuiging dat schizofrenie gevaarlijk is, wat zorgwekkend is.
26
# Conclusie Wat veranderde niet?
Attitudes en gedrag richting schizofrenie en AUD bleven grotendeels hetzelfde.