Week 3: Understanding Complex, Comorbid & Chronic disorders from a Recovery Perspective Flashcards
Pescosolido et al. (2021)
Core message: Pescosolido et al. (2021)
Onderzoekt de aard, richting en magnitude van veranderingen in publiek stigma van mentale stoornissen in de VS van 1996-2018.
Type of text: Pescosolido et al. (2021)
Artikel.
Audience: Pescosolido et al. (2021)
Mensen werkzaam in de psychologie.
Conclusion: Pescosolido et al. (2021)
Significante vermindering van publiek stigma voor MDD, maar stigma voor schizofrenie bleef en gevaar-attributies namen toe.
Waarom stigma een probleem is
Stigma, vooroordelen en discriminatie zorgen ervoor dat 40% van de psychiatrische populatie onvoldane behandelingsbehoeften heeft.
Effect van stigma op herstel
Belemmert hulp zoeken, toegang tot bronnen, werkgelegenheid, productiviteit en kwaliteit van leven.
Onderzoeksdata en periodes
1996, 2006 en 2018. 1996-2006 is de eerste periode, 2006-2018 is de tweede periode.
Onderzoeksmethode
Respondenten kregen een vignette over een fictief persoon die voldeed aan DSM-criteria voor schizofrenie, depressie, alcoholafhankelijkheid of dagelijkse stress.
Afhankelijke variabelen om stigma te onderzoeken
- Attributie
Wetenschappelijke oorzaken (chemisch, genetisch), morele/sociale verklaringen (slecht karakter, god’s wil, opvoeding, levensomstandigheden), en erkenning als mentale ziekte.
Afhankelijke variabelen om stigma te onderzoeken
- Danger for others
Mate waarin mensen de mentale stoornis associëren met gevaar voor anderen.
Afhankelijke variabelen om stigma te onderzoeken
- Social distancing
Mate waarin mensen afstand willen houden van iemand met een mentale stoornis.
Resultaten van t onderzoek kijken naar stigmaverandering zijn als volgt:
Stijging in wetenschappelijke attributies
Chemische onbalans en genetica werden vaker genoemd in de eerste periode voor alle drie de stoornissen.
Chemische onbalans nam in de 2e periode lichtelijk af.
Resultaten van t onderzoek kijken naar stigmaverandering zijn als volgt:
Probleemherkenning
Steeg voor schizofrenie in de eerste periode en voor alcoholgebruikstoornis in de tweede periode. Voor depressie geen verandering.
Resultaten van t onderzoek kijken naar stigmaverandering zijn als volgt:
Sociale en morele verklaringen
Voor alcoholgebruikstoornis nam het stigma over slecht karakter en ups en downs in het leven toe.
Resultaten van t onderzoek kijken naar stigmaverandering zijn als volgt:
Sociale afstand
Voor depressie nam sociale afstand in alle domeinen af in de tweede periode. Voor schizofrenie was er meer afstand voor buren en trouwen in de familie.
Resultaten van t onderzoek kijken naar stigmaverandering zijn als volgt:
Hurt others (Gevaar-attributies)
Inconsistent, regressieve verandering werd geobserveerd bij het gevaarlijk inschatten van schizofrenie.
Zelf afgelezen: schizofrenie gevaarlijk inschatten nam lichtelijk toe in 2e periode.
Stigma en geslacht
Mannen hadden meer stigma dan vrouwen.
Stigma en etniciteit
Non-white individuen wilden in de tweede periode meer sociale afstand van mensen met depressie als buren.
Stigma en leeftijd
Hoe ouder, hoe meer afstand ze wilden. Dit veranderde niet over tijd.
Cohort van 1938-1946 hield zich erg vast aan hun stigma
Stigma en opleidingsniveau
Mensen met een lager opleidingsniveau hadden meer stigma.
Conclusie
- Toename in biomedische attributies
Meer wetenschappelijke verklaringen in de eerste periode, maar dit leidde niet tot minder sociale afwijzing.
Er was een stijging in kennis over mentale stoornissen, more mental health literacy
Conclusie
- Eerste significante stigma-afname
In de tweede periode nam stigma voor depressie af, maar gevaar-attributies voor schizofrenie en morele attributies voor alcoholgebruikstoornis namen toe.
Conclusie
- Beperkte invloed van socio-demografische kenmerken
Stigmaverandering werd niet goed verklaard door leeftijd, geslacht of etniciteit.
Conclusie
- Leeftijd als conservatieve factor
Oudere generaties hielden sterker vast aan stigma.